[2] Tot mijn ongeluk leerde ik bij een aristocraat van hoge komaf een van zijn dochters kennen, en wel ter gelegenheid van een bal, dat hij het officierenkorps aanbood. Ze was barones van geboorte en haar vader was bovendien schatrijk. Het meisje beviel me en ik haar waarschijnlijk nog meer. Om kort te gaan, ze raakte in vuur en vlam en gaf me ondubbelzinnig te verstaan wat ze voor mij voelde! Mijn afkomst was met dat alles moeilijk te rijmen; ik was van geboorte immers een hereboer en ten opzichte van de baron arm als een kerkrat, slechts door mijn goede eigenschappen en keurig uiterlijk en niet door verdienste was ik officier geworden. Maar echte liefde vraagt niet naar afkomst en rijkdom!
[3] We waren smoorverliefd op elkaar en onze enige wens was natuurlijk zo gauw mogelijk te trouwen. Maar hoe? Hoe moesten we van haar hoog-adellijke en rijke vader toestemming krijgen en hem bewegen tot schenking van de voorgeschreven bruidsschat? Ik deed al het mogelijke om door haar vader geaccepteerd te worden. Het gevolg was, dat hij mij op een hoffelijke manier de toegang tot het huis weigerde. Wat nu?
[4] Mijn overste, die mij als een zoon liefhad, raadde me aan om de dienst te verlaten, dan naar Engeland te reizen en daar een voorname militaire positie te kopen. Voor dit doel was hij, zelf een schatrijke aristocraat, bereid mij zonder enig voorbehoud het nodige geld voor te schieten. Ik volgde zijn vaderlijke raad stipt op. Kortom, na verloop van een half jaar was ik, omdat ik me bij de marine meldde, eerste kapitein op een oorlogsschip, dat na korte tijd de opdracht kreeg om naar Oost-Indiƫ te zeilen. Het ontbrak mij niet aan moed en de navigatie had ik gauw onder de knie.
[5] Maar al te vlug deden zich genoeg gelegenheden voor om me als veldheer te onderscheiden. Alle operaties die me werden toevertrouwd, heb ik glansrijk volbracht en zodoende ontbrak het ook niet aan toegekende onderscheidingen. Na ongeveer vier jaar keerde ik naar Engeland terug, in de adelstand verheven en ook heel rijk. Daar kreeg ik voor een half jaar verlof, dat ik natuurlijk gebruikte om mijn huwelijksplannen te realiseren.
[6] Toen ik in mijn vaderland aankwam en gelukkig mijn ouders, broers en zusters in goede gezondheid aantrof, was daarop mijn eerste gang naar de stad waar zich mijn goede vader-overste, nu tot generaal majoor bevorderd, bevond. De vreugde over ons weerzien was groot. Mijn eerste zorg was hem mijn grote schuld terug te betalen. Maar hij nam niets aan en zei, toen ik het pure goud voor hem op tafel legde: 'Mijn beste vriend, je weet dat ik nooit getrouwd ben geweest en geen kinderen heb. Jij bent mijn enige zoon, die mij dierbaar is en dus ook de erfgenaam van mijn gehele vermogen is. Beschouw deze kleinigheid als een vaderlijk voorschot en maak er verder maar geen punt meer van!'
[7] Dat die mededeling mij tot tranen moest roeren, is vanzelfsprekend. Wie zou er ongevoelig kunnen blijven voor zo'n edel en achtenswaardig man! Toen we elkaar zo'n beetje alles verteld hadden, vroeg hij mij of die bewuste barones en ik elkaar nog hadden geschreven. Ik antwoordde dat ik haar drie keer had geschreven, maar helaas op geen enkele brief antwoord had gekregen. Maar dat ik na dit bezoek dat ik toch zeker aan hem, als mijn grootste vriend, had willen brengen, ook nog naar de baron wilde gaan om de hand van zijn dochter te vragen.
[8] De generaal-majoor was daar zeer tevreden over, alhoewel hij niet verheelde dat de baron nu nog hogere eisen stelde aan de gegadigden voor zijn dochter dan voorheen. Rijkdom zou geen lokmiddel meer voor hem zijn en de verdiensten van iemand die niet adellijk geboren was evenmin. Bij deze bekrompen aristocraat zou alleen de afkomst en de hoge adel tellen. Hij zou daarom ook de hem door de keizer aangeboden titel van graaf afgewezen hebben, omdat hij daardoor een van de jongste graven zou worden, terwijl hij nu de oudste baron was!
[9] Dat deze mededeling op mijn gemoed geen erg gunstige indruk maakte, is gemakkelijk te begrijpen. Ik was nu ook wel een edelman, maar waar zouden bij mij de minstens zestien vereiste adellijke voorouders te vinden zijn geweest? Maar de generaal-majoor meende, dat ik de oude heer toch een bezoek moest brengen en hem daarbij flink wat avontuurlijke verhalen moest vertellen over stormen op zee, zeeslangen en zeeslagen, waarvan de baron een groot liefhebber zou zijn. Misschien zou ik er in slagen het hart van die oude zonderling te winnen.
[10] Ik volgde de raad van mijn vriend op en werd door de oude heer met grote eer ontvangen, wat ik als een goed voorteken beschouwde.
[11] Het beste van alles was, dat mijn Emma mij nog met dezelfde gloed liefhad als voorheen. Ze had mijn brieven inderdaad ontvangen, maar kon deze slechts in stilte en met veel tranen in haar hart beantwoorden. Ik deed er natuurlijk alles aan om de oude heer, met het oog op zijn dochter, voor mij te winnen. Maar het was allemaal vergeefse moeite! Om kort te gaan, na drie maanden was ik nog even ver als op de eerste dag van mijn bezoek.
[12] Wat nu te doen? vroeg ik mijn vriend. Na een poosje zei hij: 'Ik wil u volstrekt geen verkeerde raad geven, maar als u in dit geval uw doel wilt bereiken, moet u wel uw toevlucht nemen tot een overrompelingstactiek! Het meisje is nu bijna zesentwintig jaar, dus meerderjarig, en kan zelf over haar hart en haar hand beschikken zoals zij dat wil. Heeft ze de moed om ook zonder de toestemming van haar vader te trouwen, haal uw Emma dan hier vandaan! Omdat het meisje u laatst zelf het voorstel deed haar te ontvoeren, denk ik dat zij wel op dit voorstel in zal gaan, omdat dit berust op een wettige daad. Mocht dit plan echter mislukken en u zou hier niet tot een huwelijk komen, dan moet u deze ontvoering uiteraard snel en wel overwogen wagen en u in Engeland in de echt laten verbinden. Als er geen ander middel bestaat om uw doel te bereiken, zal u tenslotte niets anders overblijven. U zult zeker wel achtervolgd worden, maar laat dat maar aan mij over; ik zal de achtervolging wel zo leiden, dat u zeker niet ingehaald wordt. Het overige zult u zelf wel weten te regelen.'
[13] Deze raad beviel me natuurlijk en ik voerde dit krachtstaaltje dan ook spoedig uit, omdat onoverwinnelijke moeilijkheden ons huwelijk in de weg stonden. Zoals me later door mijn vriend werd meegedeeld, werd ik ook achtervolgd. Maar omdat mijn vriend de achtervolging wist te sturen en er bovendien geen loopplank ligt over de zee, bracht ik het er goed van af. Toen ik mijn fregat betrad, lieten we ons meteen door onze katholieke scheepskapelaan in de echt verbinden en dit huwelijk terdege schriftelijk vastleggen. Daarmee was dan alles in orde, voorzover het de huwelijksvoltrekking betrof.'
«« 70 / 150 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.