Peters uiting van vurige liefde voor de Vader. Afscheid van het droomgezicht van de stad Wenen.

Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)

«« 101 / 153 »»
[1] Ondertussen roep Ik de officier bij Mij en vraag hem: 'Hoe is het jou nu te moede?' De officier antwoordt: 'Heilige Vader, oerbron van de zuiverste liefde! Ik voel mij buitengewoon hemels en kan het van liefde voor U niet meer uithouden! O, laat U ook door mij omarmen; ik word machtig naar U toe gedreven! O Vader, doe met mij wat U wilt, maar belet mij niet om U, liefde van alle liefde, te omarmen, want mijn hart dringt mij daartoe!'
[2] Nu is Peter niet meer tegen te houden, valt in Mijn armen en weent van overgrote liefde. Ik omarm hem ook en zeg: 'Mijn broeder, jij houdt erg veel van Mij, maar Ik houd nog veel meer van jou! Kijk naar deze wederliefde van Mij en zeg Me, of je daarmee tevreden bent?'
[3] De officier zegt: 'O Heer en Vader, het is zoals men van U mag verwachten. U bent de eeuwige, allerzuiverste, van elke dwang oneindig ver verwijderde liefde. Hoe zou men van U iets anders kunnen verwachten dan slechts datgene wat de zuiverste liefde in U en uit U schept?
[4] U bent het enige plechtanker voor allen die op de stormachtige golven van het leven van de ene klip naar de andere worden geslingerd. Zo is het ook Uw streven om volgens Uw heilige orde zelfs de onheilbrenger terug te brengen tot het juiste inzicht en alles weer in orde te maken wat al bedorven was. U zoekt steeds het verloren schaap, U neemt elke dag een zeer groot aantal verloren zonen op en U roept dode Lazarussen uit hun graven tot leven!
[5] Daarom is het ook billijk dat ieder hart U boven alles liefheeft, want U alleen bent goed en meer dan heilig; alle andere wezens zijn echter slechts goed door de liefde voor U. Als een wezen iets anders meer liefheeft dan U, heilige Vader, dan is het al slecht, want alle liefde moet gericht zijn op U. Heb ik een schepsel lief omwille van het schepsel, dan is mijn liefde al een zonde, maar heb ik het enkel lief omwille van U, dan is mijn liefde een deugd en geeft zij het hart blijvende zaligheid. U alleen bent liefde en hebt ons uit liefde en voor de liefde geschapen. Daarom komt U alleen al onze liefde toe en wie U lief heeft, aanbidt U ook echt.
[6] Niet voor niets zei U al door de mond van de profeet Jesaja: 'Dit volk eert Mij met de lippen, maar zijn hart is verre van Mij.' Niet voor niets schonk U de zondares Magdalena grote genade, want zij liet haar hart naar U uitgaan, en niet voor niets riep U de zondaar ZacheĆ¼s uit de moerbeiboom, want zijn liefde voor U deed hem in de boom klimmen. O Vader, U was steeds liefde, en alle zondaars die in hun hart Uw naam aanriepen, zijn niet beschaamd. Maar huilen en weeklagen zullen allen die hun hart van U hebben afgekeerd en zich niet opnieuw tot U willen wenden, hetgeen ze toch gemakkelijk zouden kunnen!'
[7] Ik zeg: 'Heel goed, lieve broeder! Jij hebt de juiste weg gevonden. Maar helaas leven er in deze stad nog velen voor wie deze weg vreemd is en nog lang vreemd zal blijven. Wat rijp was, heb Ik nu geoogst! Al het andere is nog onrijp en moet nog op het veld blijven staan.
[8] We zullen ons daarom niet langer in deze plaats ophouden, maar ons naar een andere stad begeven, waarvan Ik jullie de naam pas zal noemen als we in haar nabijheid zijn.'
[9] De officier zegt wat weemoedig: 'O lieve Vader, deze stad Wenen telt enkele honderdduizenden inwoners en wij zijn hier met nauwelijks meer dan duizend personen. Als ik daarbij nog denk aan degenen wier stof door de aarde van de kerkhoven wordt bedekt... wat zal er met al deze mensen gebeuren? Daaronder zullen er wel enkelen zijn, die reeds lang in het eeuwige levenslicht baden, maar met miljoenen uit deze plaats is dat zeker niet het geval. Zullen zij ooit verrijzen?'
[10] Ik zeg: 'Maak je over hen geen zorgen! Ik heb heel veel dienaren die deze schapen moeten hoeden en leiden. Daarom is het ook niet nodig dat juist wij allen moeten leiden, maar alleen diegenen die zich tijdens hun leven op aarde hoofdzakelijk om Mijn naam hebben bekommerd op de verkeerde of op de juiste manier, dat maakt hier niets uit. Als er maar een geloof aanwezig was, dan kunnen we dit altijd in orde brengen en hun liefde opwekken. Maar waar helemaal geen geloof of een te hardnekkig bijgeloof aanwezig is, mogen wij aanvankelijk niet openlijk de rol van leider of opwekker vervullen. Daarvoor heb Ik miljoenen dienaren, aan wie zulke zaken worden toevertrouwd. Er is echter wel degelijk verschil tussen degenen die Ik Zelf persoonlijk opwek en leid, en die velen die door Mijn engelen en dienaren worden opgewekt en geleid. Hier geldt het woord: 'Velen zijn geroepen, maar slechts weinigen uitverkoren!'
«« 101 / 153 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.