Gelijkenis van de strenge, rechtvaardige koning, die door de liefde wordt overwonnen.

Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)

«« 102 / 153 »»
[1] De officier zegt: 'O Vader, dat is veel te veel genade voor ons arme zondaars! Hoe kunnen wij U ooit genoeg danken voor zo' n genade? Wat moeten wij dan doen om zo'n genade waardiger te worden?' Ik zeg: 'Vriend en broeder, een hart dat met liefde voor Mij is vervuld, is voor Mij de grootste en volmaaktste dienst waarmee een mens Mij plezier kan doen. Ik zeg je, bij Mij komt tenslotte alles op de liefde neer!
[2] Er was eens op aarde een machtige koning, onverbiddelijk streng en rechtvaardig in heel zijn doen en laten. Zijn volk gehoorzaamde hem uit angst, maar van liefde voor zo'n strenge heerser was geen sprake. Men prees wel zijn onomkoopbare rechtvaardigheid, maar toch was iedereen bang voor hem en men beefde zodra hij de rechterstoel besteeg. Zijn beambten hadden dezelfde instelling als deze koning. Zij waren strikt rechtvaardig, maar er was nooit sprake van kwijtschelding van straf.
[3] Er woonde in de stad ook een heel bescheiden man, die zich met allerlei praktische wetenschappen bezighield en af en toe het een en ander uitvond, dat de mensen goed van pas kwam. Een gebod van de koning hield echter in dat iedere kunstenaar of geleerde zijn werken eerst ter beoordeling aan de koning moest voorleggen, opdat er niets in handen van het volk zou komen dat het schade zou kunnen berokkenen. Deze man wist amper dat er zo' n gebod bestond en verspreidde daarom zonder voorkennis van de koning verschillende van zijn nuttige werken onder het volk, dat niet naliet deze meester buitengewoon te prijzen.
[4] Dat kwam de koning ter ore en hij liet de meester gevangennemen en voor zijn rechterstoel leiden. Na het bepalen van de straf wierp het in grote getale aanwezige volk zich voor de koning neer en smeekte hem om voor deze man, die door zijn talenten zoveel goeds had voortgebracht, genade voor recht te laten gelden. Maar het hielp niets; het woord van de koning bleef zo onverzettelijk als een rots.
[5] Omdat het volk met zijn dringende smeekbeden niets bereikte, begon het luid te morren over de hardheid van de koning en hem zelfs massaal te bedreigen.
[6] Toen stond de eenvoudige, tot straf veroordeelde man op en sprak: 'Grote, rechtvaardige koning, veroorloof mij enkele woorden te richten tot uw opgewonden volk, voordat ik voor het ondergaan van mijn welverdiende straf word weggeleid.'
[7] De koning stond de veroordeelde dit verzoek toe en deze sprak tot het volk: 'Beste vrienden en broeders! Mor niet over jullie vader, die bezorgd is om jullie eigen bestwil. Als jullie denken dat hij om mijnentwil zo streng en rechtvaardig is, dan vergissen jullie je deerlijk! Uit grote liefde voor jullie is hij in alles zo streng. Ik heb jullie weliswaar goede diensten bewezen, maar ik had jullie ook knollen voor citroenen kunnen verkopen. Al was het in mijn geval geen kwade opzet om de heilzame wet van de koning te overtreden, toch was het een strafbare nalatigheid van mij om te weinig naar de wetten te informeren, waardoor ik geen acht heb geslagen op de liefde en de zorg van onze wijze vader. Daarom krijg ik deze straf heel terecht. Prijs en bemin daarom de wijze koning als een om jullie welzijn bekommerde vader, dan zullen jullie hem daardoor in je hart de beste tol betalen!'
[8] Zich tot de koning wendend: 'Goede, wijze vader van uw volkeren, u dank ik met een van liefde vervuld hart voor deze rechtvaardige straf. Sta mij toe om, voordat ik de kerker binnenga en de verdiende tuchtroede op mijn schouders voel, de zoom van uw gewaad met mijn lippen aan te raken en het met de tranen van mijn grote liefde voor u te bevochtigen!'
[9] Nu staat de koning op, strekt zijn armen uit en zegt: 'Mijn zoon! In jouw mond beweegt zich geen slangentong. De zachtmoedige blik in jouw ogen is voor mij een waarborg, dat je mij met je gehele hart liefhebt. Kom in mijn armen! De liefde bedekt alle zonden! Mijn hart is vol vreugde, omdat ik onder mijn vele kinderen er één heb gevonden, dat de liefhebbende vader in mij heeft herkend. Omdat jij mij met liefde hebt bejegend, zul jij ook bij mij liefde vinden. In plaats van de straf te ondergaan, zul je in een koninklijk gewaad worden gestoken en aan mijn zijde gaan!'
[10] Kijk, Mijn lieve broeder, precies zo is het nu ook bij Mij. Wat Mijn orde en wijsheid betreft blijft weliswaar ieder woord van Mij eeuwig onveranderlijk, maar wie door de liefde tot Mij komt, wordt alles kwijtgescholden. Ben Ik in de wijsheid al een diamant, in de liefde echter ben Ik weker dan was en valt er heel goed met Mij te praten.'
«« 102 / 153 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.