Moeilijke missie van de drie theologen. Gelijkenis van de telescoop. Regels voor de missie. De beste weg.

Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)

«« 122 / 153 »»
[1] Na Mijn woorden verwijdert het tweede drietal zich nu. Teruggekomen bij hun grote gezelschap beginnen zij meteen vastberaden en oprecht aan de hun gegeven opdracht. Maar over het algemeen krijgen zij een heel slecht onthaal. Bijna iedereen begint zich terug te trekken en de drie afgezanten te verwensen.
[2] Slechts heel weinigen zeggen: 'Ja, als we dat uit Zijn eigen mond zouden vernemen, zouden we gemakkelijker onze geloofsovertuiging kunnen veranderen, maar zo komt het allemaal toch wat ketters op ons over en wij vinden het te gewaagd om ons zonder meer bij jullie aan te sluiten. Er zit in jullie uitspraken weliswaar veel logica, dat zien we heel goed in, maar het geheel is op zich te weinig orthodox en te ondogmatisch en kan zo niet aan de curie van de paus worden voorgedragen en nog minder door haar worden aanvaard.'
[3] De drie afgezanten zeggen: 'Zijn we dan soms nog op aarde waar de paus het zichtbare hoofd van de kerk is en waar hij door veel blinde dwazen, waartoe ook wij destijds behoorden, als zodanig wordt beschouwd? We leven nu reeds geruime tijd in de geestenwereld en kennen geen dogma op grond waarvan we na de lichamelijke dood de paus als het hoofd van de christenheid moeten. beschouwen. Het is al mooi genoeg dat we ons op aarde door de paus hebben laten bepraten. Hier is het gedaan met de paus en we behoren alleen aan God, de Heer Jezus Christus toe. Hem zal het toch wel geoorloofd zijn het een en ander voor de geesten te veranderen en aan de afzonderlijke leerstukken een heel andere uitleg te geven, daar geest en materie twee heel verschillende zaken zijn. Of menen jullie soms werkelijk dat Christus de Heer zich ook hier in Zijn rijk aan de domme verordeningen van een paus zal onderwerpen? Waarlijk, met zo' n waanzinnige opvatting slaan jullie toch totaal de plank mis!'
[4] Na deze energieke rede beginnen verscheidenen zich flink achter de oren te krabben en zeggen: 'Bij God, jullie spreken geen holle woorden! Daar zit wat in, maar heb even geduld; we willen eerst met onze vrouwen en vrienden overleggen en zien wat zij daarop zullen zeggen.' De drie afgezanten zeggen: 'Ga dan maar weg. Als jullie meer gelegen is aan de raad van jullie vrouwen en vrienden dan aan de waarheid van God, dan zijn jullie God ook niet waardig en kunnen daarom jullie toekomstige heil ook beter bij jullie vrouwen en vrienden zoeken, maar van God hoeven jullie dat niet meer te vetwachten!'
[5] Zij die zich verontschuldigen, zeggen: 'Maar onze vrouwen, die we in de geestenwereld hebben genomen omdat het domme celibaat op aarde het ons belette, en onze andere vrienden zijn toch ook geroepen om de waarheid te vernemen en zo tot een levend geloof te komen. We gaan immers niet alleen naar hen toe om te overleggen, maar veeleer om hen ook voor de waarheid te winnen.'
[6] De drie afgezanten zeggen: 'Dan moet de waarheid eerst in jullie zelf zijn! Als de waarheid echter nog lang niet in jullie is en jullie je haar nog niet hebben eigen gemaakt, hoe willen jullie dan je slechte vrouwen en vrienden tot de waarheid van God brengen? Kijk, iedere waarheid lijkt op een telescoop die duizendmaal vergroot. Kijkt men daarmee aan de goede kant naar de sterren, dan zullen de sterren groot en helder zichtbaar worden, en op een plaats waar men met het blote oog slechts een enkel sterretje meent te zien, zullen in een nevelvlek miljoenen sterren zichtbaar worden. Kijkt men echter aan de verkeerde kant door de telescoop, dan wijken alle sterren in onmetelijke diepten terug en het oog van de waarnemer ziet dan zelfs niets meer van de sterren van de eerste grootte. Ja, zelfs de zon, door de verkeerde kant van de telescoop bekeken, wordt een zwak lichtpuntje, zodat haar schijnsel nauwelijks meer te zien is.
[7] Als jullie echter je vrouwen en vrienden door jullie eigen nog omgekeerde telescopen de hemelse lichten der waarheid willen laten zien, wat zullen zij dan wel te zien krijgen? Niemand kan door jullie een waarheid aanschouwen. Voor jullie is het nog zeer de vraag of het grote licht van de zon, dat overeenkomt met het eerste heldere begrip van God, inderdaad de zon en niet de maan voorstelt. Hoe is het dan gesteld met de talloze andere lichten, waarvan jullie, door je verkeerde manier van kijken, tot nu toe nog geen enkel spoor hebben kunnen ontdekken. Doe maar wat jullie willen! Ga maar! Of jullie echter zullen terugkomen, betwijfelen we ten zeerste, want wij weten dat vrouwen grote invloed op jullie hebben.'
[8] Nu beginnen zij die zich verontschuldigden, nog meer te aarzelen en een van hen zegt: 'Vrienden, zij praten zeer overtuigend en ik zou hen met geen woord van repliek kunnen dienen. Wat denken jullie ervan als we hier bleven en die drie naar onze vrouwen en vrienden lieten gaan?' Een ander zegt: 'Dan hebben we onze vrouwen voor het laatst gezien en gesproken!' De eerste zegt: 'Wat maakt dat eigenlijk uit? Een beetje minder hel om ons heen kan ons toch eerder baten. Voor het obscene vermaak dat onze vrouwen ons bieden, krijgen we weldra iets anders in de plaats. Ik blijf! Wie nog meer?' Een ander zegt: 'Als jij blijft, blijf ik ook! De anderen moeten maar doen wat ze willen!'
[9] De drie afgezanten zeggen: 'Zo is het goed! Niemand enige dwang opleggen op het gebied van het geloof. De juiste weg en ook de gevaren van de onjuiste weg laten zien. Dan zich echter om niemand meer bekommeren, maar liever zelf op het juiste pad blijven! Het is beter zelf op de wegen van licht en leven te wandelen dan duizenden de juiste weg op te dringen, maar zelf daarbij in plassen en moerassen rond te spartelen. Wie iets zwaars wil optillen, moet eerst vaste grond onder zijn voeten hebben, anders zakt hij weg met zijn last. Heeft hij echter vaste grond gevonden, dan mag hij zich slechts aan een last wagen waarvoor zijn krachten toereikend zijn, anders zal hij onder haar bezwijken. Wie een blinde wil leiden, moet kunnen zien, anders zullen beiden weldra in een kuil vallen. Wat men wil geven, moet men eerst zelf hebben anders wordt het geven loze kletspraat en een leugen. Als jullie beiden dus blijven, doen jullie daar goed aan, maar jullie moeten de anderen niet overreden.'
[10] De twee blijven nu. De anderen daarentegen gaan weg naar hun vrouwen en vrienden, maar ze krijgen daar een heel slecht onthaal. In de eerste plaats worden ze vanwege hun lange wegblijven streng ter verantwoording geroepen en beschimpt. Vervolgens worden ze zo met behendige tegenargumenten bewerkt, dat ze alles wat ze van de drie hadden gehoord, spoedig zelf beginnen te betwijfelen en te bespotten. Zodoende is hun tweede toestand erger dan de eerste.
[11] Twee hebben de drie echter tot hun leerlingen gemaakt, en de vijf overleggen nu hoe ze het moeten aanleggen om gunstig op de grote massa in te werken. De ene meent dat wonderen wellicht de beste uitwerking zouden hebben. Een tweede meent dat er een hoge mate van bekwaamheid vereist is om deze op grootse wijze te kunnen verrichten. Bovendien zou er ook een nauwgezette eerlijkheid en een goddelijk goede wil voor nodig zijn om het volk van de lagere geestenwereld niet slechts te willen winnen door het zand in de ogen te strooien, maar enkel door het te onderrichten.
[12] De tweede gaat verder: 'Dat is nu juist iets, wat alleen voor de Godheid maar niet voor een geschapen geest mogelijk is, daar iedere geest bij het welslagen van een buitengewoon werk zichzelf voor een kleine God begint te houden en daarin ligt de eerste kiem van hoogmoed en verderf. Daardoor ontstaat dan in plaats van zegen louter een gericht voor hem die het volbracht heeft, en ook voor degenen die door een wonder hun inzichten en streven moesten veranderen.
[13] Tenslotte zijn er voor de geschapen geest nog meer nadelen verbonden aan ieder niet door God Zelf verricht wonderwerk. Deze bestaan uit een onverzadigbare sensatiezucht naar buitengewone verschijnselen en de begeerte ook zelf wonderen te kunnen verrichten. Dat is reeds een prikkel tot verderfelijke hoogmoed en daarom alleszins slecht. Vrienden, zo denk ik erover. Het staat jullie echter vrij die zaak ook anders uit te leggen.'
[14] Een derde zegt: 'Broeder, wij delen jouw inzicht daarover volkomen, maar de vraag is nu: hoe kunnen we ervoor zorgen dat al die miljoenen mensen onder de indruk raken van de zuivere leer van God en haar juiste toepassing? Waarmee kunnen we haar in beweging krijgen zodat ze onze woorden gelooft en ons daarna volgt?'
[15] Een vierde zegt: 'Ik ben van mening dat we gewoon in woord en daad bij de zuivere waarheid moeten blijven. Wie zich daarnaar wil richten, zal er goed aan doen, maar met degene die het woord niet aanneemt, hebben we verder niets meer te maken. De Heer van de eeuwigheid moet dan maar met hem doen wat Zijn almachtige wil goed vindt.
[16] De vijfde zegt: 'Ons loon wordt echter afgemeten naar het resultaat van onze inspanningen. Is dat gering, dan zal ook ons loon geen millimeter groter uitvallen!' De vierde zegt: 'Hé, wat kan dat loon mij schelen! Ik wil het goede omwille van het goede doen en nooit omwille van een beloning! Heeft dat een of andere beloning tot gevolg, dan zal ik haar dankbaar aannemen, maar ze zal me nooit dienen als beweegreden tot een edele handeling.'
[17] De andere vier zeggen nu: 'Dat is heel nobel gesproken. Van nu af aan willen we dan ook allemaal zo handelen.' De vijfde zegt: 'Maar onthoud goed, zonder ons daarbij iets te willen inbeelden!'
[18] De vier anderen zeggen: 'We doen wat goed en juist is omdat God het Zelf zo wil. Al het andere gaat ons niets aan!'
[19] Na deze uitlating komen er zo'n dertig dichterbij die willen horen welke goede diensten deze vijf dan wel belangeloos aan hun vrienden willen bewijzen.
«« 122 / 153 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.