[2] Zou de mens ook dan vanuit de hemelen niet het recht hebben om zich te ontdoen van de moordenaars van de geest? Is zo'n handelwijze ook tegen de orde van de hemelen, dan moet men daaruit afleiden dat het de Heer om het even is of de mens op aarde een fetisj dienaar, een duistere heiden of een zuivere christen is. Wanneer dat echter het geval is, begrijp ik de hele verlossingsgeschiedenis, alle waarheden van de profeten en de zuivere wonderleer van het leven uit de mond van God niet. Dan had de mensheid beter in haar oernacht kunnen blijven. Miljoenen mensen die zich christenen noemen hebben van Christus de Heer en van Zijn leer niet het flauwste idee. De paus is hun god en de vorst zijn handlanger. Beiden zorgen er naar beste vermogen voor om de mensen dom te houden om iedere geestvonk in hun onderdanen te verstikken. Zeg eens, vriend, hebben de nog ergens voorkomende, meer verlichte genootschappen ook dan niet het minste recht om zich tegen zo'n geestelijke tirannie te verheffen en haar te vernietigen?'
[3] Petrus zegt: 'Als zij er toe in staat zijn, waarom niet? Kunnen ze dat echter niet, dan zal hun poging hun duur komen te staan, en ze worden dan daarna nog tienmaal erger geknecht dan eerst. Ik zeg je, het zal eeuwig zo blijven dat mensen alleen zelf helemaal niets kunnen doen. Proberen ze het toch, dan bereiken zij daarmee slechts dat hun situatie alleen maar verslechterd, maar nooit verbeterd wordt. Heel iets anders is het, als een meer verlichte gemeenschap van mensen de Heer aanroept om hulp en bescherming. Dan gaat de Heer Zelf aan de slag en komt er voorgoed een einde aan de tirannie. Alleen de Almachtige kan elke andere macht verslaan! De onmacht van de mens echter vermag niets zonder de Heer. Overigens weet de Heer precies hoever Hij een tirannie kan laten voortwoekeren.
[4] Ik zeg je: de Heer meet de tijd van een ieder, en zo is ook de tijd van elke tiran nauwkeurig afgemeten. Vaak ontbreekt slechts de laatste druppel; valt deze, dan is de tijd ten einde. Maak je daarom geen zorgen meer over de omstandigheden op aarde! De Heer weet het beste hoe Hij deze moet leiden en beslechten.
[5] Hoe vaak heb ik reeds van de betere aardbewoners de wens vernomen, of de Heer toch eindelijk eens een einde zou willen maken aan het pausdom. Maar de Heer talmt nog steeds en weet heel goed waarom Hij dat doet. Dat Hij echter niet meer lang zal talmen, daarvan kun je volkomen verzekerd zijn. Rome verbeeldt zich wel gelijk een feniks te zijn, die zichzelf verbrandt en dan weer prachtiger dan voorheen uit zijn as verrijst. Maar deze keer zal het uiteindelijk as blijven. En zo zal het nu ook veel anderen op aarde vergaan! Begrijp je dat?'
[6] Robert zegt: 'Ja, nu pas ben ik in alles duidelijk onderwezen. Maar nu komt de Heer. Daarom nu niets meer hierover!'
[7] Robert komt Mij met het hele gezelschap tegemoet en zegt: 'Heer, Vader, alles staat klaar zoals U het hebt opgedragen.'
[8] Ik zeg: 'Lieve broeder, dat heb Ik al gezien. Maar als Ik niet Zelf was gekomen, dan had je Mij en het grote gezelschap nog aardig lang laten wachten en zou je niet gekomen zijn om Mij ten overstaan van het gezelschap te zeggen: 'Heer en Vader, kom, alles staat gereed!'
[9] Robert zegt: 'Heer, dat had ik zondermeer willen doen, maar broeder Petrus heeft me ervan afgehouden!' Ik zeg: 'Wel, wel, als je in huis een weinig op de proef wordt gesteld, mag je niet meteen zo toegeeflijk zijn!'
[10] Helena zegt: 'Kijk, ik heb je nog met mijn ogen een wenk gegeven. Maar jij legde je vinger op de mond, opdat ik hier zou zwijgen wanneer de eerste broeder van de Heer het woord voert! Jullie hebben toen heel lang over verschillende zaken gesproken, totdat onze lieve Vader Zelf is gekomen zonder door jullie wijzen te zijn geroepen. Het is wel goed voor jullie dat de Heer jullie een beetje terecht wijst!'
[11] Ik zeg: 'Nou, nou, lieve dochter Helena, het is allemaal alweer in orde. Robert is gerechtvaardigd omdat hij broeder Petrus volgde. Broeder Petrus is eveneens gerechtvaardigd, want hij weet wat hem bij zulke gelegenheden te doen staat, en jij bent ook gerechtvaardigd omdat je Mij door Robert binnen wilde laten roepen. Ikzelf echter ben nog nooit onrechtvaardig geweest; zodoende hebben wij elkaar niets meer te verwijten. Daarom zullen we nu de maaltijd gebruiken. Ga, en roep het gezelschap! En jij, broeder Petrus, open alle deuren die naar deze eetzaal leiden. '
«« 140 / 153 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.