[2] Daarop zeg Ik tegen hem: 'Vriend, heb je nog steeds geen idee van de almacht van Mijn wil?' Robert zegt: 'O, vergeef mij, beste Vader! Kijk, door Uw grote vriendelijkheid en minzaamheid vergeet men vaak helemaal dat U almachtig bent. Maar nu is alles alweer helemaal in orde!'
[3] Nu gaan wij in de deuropening staan en voor de ogen van de nieuwe bewoners van het hemelse Jeruzalem strekken zich onafzienbare landerijen uit. Grote rivieren doorstromen deze onmetelijk uitgestrekte landen en hun water straalt sterker dan al het licht van de zon van onze aarde als het op één punt zou worden samengebundeld. Grote, prachtig aangelegde tuinen worden bij het wennen aan het sterke licht der rivieren geleidelijk aan zichtbaar en in het midden schitteren indrukwekkende, prachtige gebouwen, waarin de mensen van deze lichtwereld plegen te wonen. Boven de lichtrivieren ziet men sterk stralende mensengedaanten zweven, die onbeschrijfelijk mooi gevormd zijn. Robert en nog enkele anderen houden de handen voor hun ogen omdat ze de te sterke lichtglans niet kunnen verdragen, en zij vragen Mij, wat dat toch voor een wereld is.
[4] Ik zeg: 'Dat is een middenzon, waaromheen in wijde banen miljoenen kleinere planetaire zonnen cirkelen. Haar aantrekkingskracht is zo groot, dat zij al die miljoenen planetaire zonnen met hun planeten in de voor hun afgebakende banen houdt. Maar wat betekent al die kracht tegenover de kracht van één van Mijn geringste kinderen! Ik zeg jullie: middenzonnen zijn speelgoed in de handen van Mijn kinderen! N u weten jullie wat jullie hier zien, en daarom zullen we het balkon weer verlaten en verdergaan naar de tweede deur van de avondlijke, westelijke wand.'
[5] Robert zegt: 'Heer en Vader, ik zou toch een beetje willen begrijpen hoe het mogelijk is, dat men hier vanaf iedere deur een heel eigen groot hemellichaam ziet, terwijl de deuren toch maar enkele passen van elkaar verwijderd zijn! Hoe kunnen zulke wereld-kolossen in een ruimte van enkele passen breed naast elkaar bestaan? Heer, ik beteugel mijn geduld zoveel ik maar kan, maar het haalt niets uit. Ik moet wel een klein lichtje ontvangen, anders word ik zelfs hier in het rijk van het volmaakte leven nog ziek.'
[6] Ik zeg: 'Wel, ziek zul je hier zeker niet worden, omdat een ziekte hier volstrekt onmogelijk is. Temeer, omdat ik jou daarover nu toch een kleine opheldering wil geven. Luister dus. Je hebt al eerder iets gezegd over een geestelijk 'diorama'. En dit is ook werkelijk zo'n geestelijk diorama, dat echter op andere optische grondwetten berust dan een aards diorama.
[7] Kijk, elk van deze deuren is in zekere zin een geestelijke, holle spiegel. Wordt de deur geopend, dan zie je datgene, wat volgens een eeuwige ordening in je eigen hart in kleinste, maar nochtans meest volmaakte vorm woont. Sta je nu voor één van deze holle spiegels, dan zie je het meest vergrote spiegelbeeld van wat zich volgens een overeenkomstige ordening uit jouw voorraad in zekere zin op de zuivere oppervlakte afspiegelt. De spiegel is hier echter niet van glas, maar bestaat uit de zuiverste hemellucht. Zij is zo gepolijst, dat ze, als het nodig is, een volkomen heldere wand vormt, waarop datgene wordt weerkaatst, wat naar de ordening van haar eigen samenstelling door haar kan worden opgenomen.
[8] Op aarde bestaat iets dergelijks evenwel niet. Alleen de zogenaamde fata morgana komt er als luchtspiegeling enigszins voor in aanmerking. Maar ze haalt het toch lang niet bij de spiegelbeelden hier, want zij neemt elk object op dat zich voor haar plaatst. Deze spiegelbeelden in Mijn huis nemen slechts op, wat met hen overeenstemt. Iets wat er meer op lijkt zouden wel de verschillende kleurschakeringen door een prisma kunnen zijn, :waarbij een bepaald vlak bij eenzelfde wending slechts één bepaalde kleur terugkaatst. Wat zo'n prisma echter met de vormloze kleuren doet, dat bewerkstelligt de spiegel hier met de vormen die uit de harten van de voor hem staande engelgeesten op zijn oppervlak stralen en in overeenstemming met de aard van zijn eigen oppervlak worden teruggekaatst.
[9] Als Ik nu wil dat deze of een andere spiegel er niet meer is, dan zul je door zo' n deur vanzelfsprekend slechts datgene zien, wat Mijn huis omgeeft, dat naar alle zijden vrij midden in de grote stad staat. Want het gewone aanschouwen berust hier op dezelfde grondbeginselen als het zien op aarde, maar natuurlijk in de meest zuivere potentie.
[10] Daar zo'n spiegel echter beslist niet uit een vaste wand bestaat, is er een voorziening getroffen, waardoor elke geest zo nodig ook dadelijk met de snelheid van de gedachte op dat werkelijke hemellichaam kan komen, dat hij in de spiegel ziet. Dat geschiedt langs de weg van een hemels-geestelijk contact. Hoe dat echter in zijn werk gaat, dat, Mijn beste vriend, zal je allemaal mettertijd duidelijk worden. Wel, hoe ziet het er nu met je ziekte uit? Denk je misschien nog dat je door jouw ongeduld koorts zult oplopen?'
[11] Robert zegt: 'O Heer en Vader, Gij liefde aller liefde! Ik ben nu weer zo'n duizend aardse studiejaren wijzer en verstandiger. U alleen zij eeuwig al onze liefde en aanbidding!' Ik zeg: 'Welnu, als het je nu wat lichter om het hart is, gaan we meteen naar de tweede deur. Kijk, ze staat al een poosje open!'
«« 146 / 153 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.