[2] Een dynastie die door de Heer echter zo lang op de troon wordt gelaten als de Habsburgers, moet in het algemeen toch naar de wens van de Heer zijn, anders zou zij zich evenals andere dynastieën allang niet meer op de troon bevinden. Jullie zijn echter juist daarom hier zo lang in jullie nacht en blindheid, omdat jullie in je harten de dynastie houden voor iets dat op aarde en ook nog in de geestenwereld het allerhoogste is en voor welks behoud de Heer Zijn almacht zou moeten inzetten. O kijk, dat is een grote dwaling in jullie binnenste! De Heer is weliswaar de enige sterkte en macht van elke dynastie en van elke troon, maar niet omwille van de dynastie en de troon, maar omwille van de volkeren; zij alleen betekenen iets voor Hem.
[3] God de Heer doet ten opzichte van elke dynastie wat een huis- en grondbezitter doet, die veel weilanden en veel kudden heeft. Wanneer één of meer schapen van zijn kudde er slecht aan toe zijn, zal de eigenaar ze met alle aandacht verzorgen opdat ze beter mogen worden, maar als de herder lui en slecht wordt, zal deze het met de meester van de kudde aan de stok krijgen. Betert hij zijn leven niet, dan zal de heer hem uit zijn dienst ontslaan en nooit meer een kudde aan zijn hoede toevertrouwen. Al ontslaat de heer ook honderd herders uit zijn dienst omdat ze slechte herders waren, hij zal niet één schaap wegdoen omdat het er slecht aan toe is; hij zal het behouden en verzorgen, maar een slechte herder zal hij uit zijn dienst verwijderen.
[4] Richt jullie blikken eens over de gehele aarde: de volkeren zijn nog dezelfde, maar waar zijn alle dynastieën die eens over deze volkeren heersten? Zij zijn slechte herders geworden en zijn zodoende ook hun posities kwijtgeraakt! Verwijder daarom uit jullie harten wat dwaas en bijzonder nietig is voor God! Trek jullie dynastieke hoogmoed uit als een slecht kleed en trek het nieuwe kleed van deemoed en waarachtig inzicht aan, opdat jullie mogen worden opgenomen in de schare lammeren van God, die de ware kinderen Gods zijn!
[5] Jullie hebben de woorden vernomen, die de vurige ruiter tot jullie gericht heeft. Er werd ook gezegd dat spoedig na de boden die jullie tegemoet zijn gegaan, de Heer Zelf zal komen en jullie verwoeste vestingen en vervallen burchten zal oprichten. Maar ik, Paulus, zeg jullie nog veel meer dan die vurige profeet te paard:
[6] Kijk, de Heer, die na ons zou komen, bevindt zich hier bij ons. Deze hier aan de kant van mijn hart, Hij is het. Ga naar Hem toe en leg Hem voor wat jullie op je hart hebben! Hij alleen bezit de oerbron van het levende water. Als jullie dat zullen drinken, zullen jullie nooit meer dorst hebben! Omdat Hijzelf hier werkelijk persoonlijk aanwezig is, moet je naar Hem toegaan: Hij alleen kan en zal jullie helpen. Wij zijn niet bij machte te helpen, wel hebben wij het vermogen onze blinde broeders voor te bereiden op de hulp van God.'
[7] Daarop zegt de eerste vorst R.: 'Van het begin af aan heb je goed gesproken en heb je ons de zaak duidelijk uitgelegd, maar dat hij, hier aan de kant van je hart, Christus de Heer zou zijn, dus God Zelf in alle eeuwigheid, dat is dom van je. Als een machthebber op aarde geen onderscheidingsteken draagt zoals bijvoorbeeld een ridderorde of zoiets, en rondloopt als de geringste stalknecht van een gewoon burger, dan heeft hij het aan zichzelf te danken als er met vuil naar hem wordt gegooid! Als een aardse koning al door uiterlijke praal moet laten zien wie hij is - dan zal dat toch zeker bij de eeuwige Heerser aller heersers des te meer het geval zijn! Bovendien staat er ook geschreven: 'God woont in het ontoegankelijke licht.'
[8] Paulus zegt: 'O ja, dat laatste is wel juist, maar niet voor iedereen. Kijk eens goed! Juist het licht waarin de Heer zich nu bevindt, zal voor jou en jouws gelijken wel het meest ontoegankelijke zijn, want het licht der deemoed en zelfvernedering is voor wezens als jullie waarlijk het meest verborgen. Ik, Paulus, zeg jullie: zou de Heer stralend als een zon naar jullie zijn toegekomen, dan hadden jullie Hem meteen aanvaard, maar in dit kleed is Hij voor jullie ontoegankelijk! Het zal voor jullie echter nog moeilijk worden om dichter bij Hem te komen! Jullie weten nu alles; doe derhalve wat jullie willen! Ik ben uitgepraat met jullie.'
«« 58 / 153 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.