[2] Ik zeg: 'Mijn beste Peter, je moet tegenover Mij niet voortdurend 'heilig' en 'allerheiligst' in je mond nemen en bovendien moet je het aardse complimenten maken helemaal afleren, want hier, waar allen gelijk zijn en er maar één Heer is, is ieder compliment een dwaasheid. De sergeant-majoor heeft je goed en waarheidsgetrouw de levensomstandigheden in Mijn hemelen uiteengezet, maar stilletjes had jij er steeds iets tegenin te brengen, en dat is niet goed. Als Ik je Zelf iemand aanbeveel om je te onderrichten, dan moet je alleen maar naar hem luisteren en daarnaar je leven richten, maar als jij steeds met tegenwerpingen komt en iets anders, dat met Mijn eeuwige ordening nooit in overeenstemming kan zijn, beter vindt, zul je met jezelf nooit in het reine komen.
[3] De sergeant-majoor heeft je onder andere gezegd van welke aard de liefde voor Mij moet zijn, wil zij voor jou de juiste vruchten afwerpen, maar jij dacht er dan weer anders over. Toch moet het zijn zoals de sergeant-majoor het je zo eenvoudig heeft uitgelegd.
[4] Kijk, je houdt zo hartstochtelijk veel van die lieftallige Mathilde, dat je je nauwelijks tegen zo'n liefde kunt verweren. Toch moet je Mathilde voorlopig helemaal opgeven en moet jouw liefde geheel alleen Mij toebehoren en hetzelfde geldt ook voor Mathilde. Anders zou jij nooit met haar Mijn rijk kunnen binnengaan.
[5] Als je Mathilde niet uit Mijn handen ontvangt, kan ze jou niet met heil en kracht uit Mij behulpzaam zijn, maar jou wel geleidelijk aan onheil en aanzienlijke verzwakking brengen.
[6] Ga daarom naar haar toe, breng haar bij Mij en draag haar aan Mij over! Dan pas zul je vrij zijn om de juiste liefde uit Mij in je op te nemen. '
[7] De officier zegt: 'Heer en Vader, dat ik Uw woord nauwgezet zal nakomen is toch vanzelfsprekend, maar toch wilde ik U vragen of U mij met enkele woorden nog wilt zeggen, waarom ik eigenlijk Mathilde eerst geheel aan U moet overdragen voordat ze door Uw hand helemaal de mijne kan worden. Tot vrouw kan ik haar hier in het geestenrijk toch al niet nemen, omdat er hier volgens Uw woord 'niemand kan huwen of uitgehuwelijkt worden'. Tot verdere ontwikkeling in Uw rijk, o Heer, hebt U haar toch Zelf aan mij toevertrouwd. Dat ik haar gespeend van elke zinnelijke bijgedachte als een gave uit Uw hand en als een allerliefst, hemels wezen liefheb, vind ik geheel in overeenstemming met mijn geweten.
[8] Heer, vergeef mij, arme zondaar, zulke vragen, maar ik kan er niets aan doen dat ik eerst van alles de reden wil weten voor ik tot handelen overga. Ik besef weliswaar goed dat men Uw wil onvoorwaardelijk moet opvolgen omdat U altijd het beste voor Uw kinderen wilt, maar toch voel ik in mij de drang om van alles wat ik moet doen de reden en het doel te doorgronden. Als het dus Uw wil mocht zijn mij daarover iets mee te delen, zou mij dat uiterst welkom zijn!'
[9] Ik zeg: 'Maar Mij niet, beste vriend en zoon, want als het nodig zou zijn om jou daarvan de reden te zeggen, dan had Ik dat allang gedaan. Voor zo wijs zul je Mij hopelijk toch wel houden, dat Ik duidelijk inzie wat wel of niet nodig is. Op goede gronden zeg Ik je echter de reden daarvoor niet. Heb je daar soms ook iets tegenin te brengen?
[10] Als jij een last van aanzienlijke omvang draagt en je komt daarmee bij een smalle poort, waar je doorheen moet als je het doel van het leven wilt bereiken, zeg Me, wat zul je met de omvangrijke last op je schouders doen om dat hoge doel te bereiken?'
[11] De officier zet grote ogen op en zegt na een poosje: 'Als ik de last niet door de smalle poort kan krijgen, zal ik hem vast en zeker voor de poort neerleggen en proberen me er zonder hem door te wringen, want het doel van het leven staat hoger dan elke last, ook al lijkt die nog zo waardevol' Ik zeg: 'Goed, Mijn zoon! Ga heen en handel daarnaar, dan zul je leven!'
[12] Nu begeeft de officier zich meteen naar Mathilde en zegt tegen haar: 'Mathilde, de Heer vraagt naar je. Kom dus met me mee, zodat ik jou aan Zijn heilige handen kan toevertrouwen.' Mathilde zegt: 'Ik ben maar een onwaardige dienstmaagd van de Heer, maar Zijn heilige wil geschiede!'
[13] De officier Peter brengt met deze woorden Mathilde naar Mij toe en zegt: 'Mijn Heer, mijn God en heilige Vader, hier is zij die U verlangde! Ik draag haar met grote vreugde in mijn hart aan U over, want ik weet dat U het beste voor haar eeuwig levensgeluk zult zorgen. Uw alleen heilige wil geschiede.'
[14] Mathilde zegt echter, vol vrees en liefde voor Mij: 'Heilige Vader, U die in de hemel woont, Uw naam worde altijd en steeds meer erkend en geheiligd! Uw rijk van liefde, wijsheid en eeuwig leven kome tot ons allen! Uw alleen heilige wil worde door alle vrije geesten, wezens en mensen in de hemelen en op alle hemellichamen nauwgezet nageleefd! Geef, 0 heilige Vader, dat alle kinderen Uw hemelbrood des levens mogen eten met een zuivere mond! Vergeef ons allen onze zwakheden en zonden, zoals wij allen vergeven, die ons ooit hebben beledigd! Laat ook niet toe dat wij, met nog allerlei zwakheden behepte kinderen, zo in verzoeking worden gebracht, dat het onze krachten te boven gaat! Als echter iets kwaads Uw kinderen dreigt te verderven, wend het dan af en bevrijd hen van alles wat hun kwaad zou kunnen doen! Want aan U alleen is eeuwig alle macht en kracht! U zij alle roem, lofprijzing, eer en aanbidding! Voor U alleen zij eeuwig al onze liefde en lof! Amen!'
«« 98 / 153 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.