0. Voorwoord
1. Een goede regel om het Oude en Nieuwe Woord met vrucht te lezen
2. Vervolg van de inleidende regel uit het eerste hoofdstuk: Een tegenwerping en zijn weerlegging. (Bijvoegsel bij 'De Geestelijke Zon')
3. De gelijkenis van de wijze en de dwaze bouwmeester en de verklaring daarvan (Matth. 7:24 - 27)
4. 'Ik ben de weg, de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij'. (Joh. 14 :6)
5. 'Ik heb dorst!' - 'Het is volbracht!' (Joh. 19: 28, 30)
6. 'En toen zij Hem zagen, aanbaden zij Hem, maar sommigen twijfelden' (Matth. 28 : 17)
7. 'Deze ging naar Pilatus en vroeg om het lichaam van Jezus'(Luc.23:52)
8. 'En Hij, Jezus, begon ongeveer dertig jaar oud te worden, en was, naar men meende, een zoon van Jozef'. (Luc.3:23)
9. 'En toen het avond was geworden, kwam Hij met de twaalf' (Mark.14:17)
10. 'Hij kwam tot Zijn eigendom, en de zijnen namen Hem niet aan' (Joh. 1 : 11). 'Pilatus antwoordde: Wat ik heb geschreven, heb ik geschreven' (Joh. 19: 22)
11. 'Hij nu wierp zijn kleed af, sprong op en kwam bij Jezus' (Mark.10:50)
12. 'Wees niet bang, Paulus, u moet voor de keizer verschijnen; en zie, God heeft u allen geschonken die met u varen'(Hand.27:24).
13. 'Want zoals de dagen van Noach, zo zal de komst van de Zoon des mensen zijn' .(Matth. 24: 37
14. 'Als zij dan tot u zeggen: Zie, Hij is in de woestijn, gaat er niet heen. Zie, (Hij is) in de binnenkamers, gelooft het niet!' (Matth. 24 : 26) 'Waar het aas is, daar zullen de gieren zich verzamelen'. (Matth.24:28)
15. 'En ze brachten de ezelin en het veulen en legden hun kleren daarop, en Hij ging erop zitten' (Matth. 21 : 7)
16. 'Jezus zei: Neemt de steen weg. Martha, de zuster van de gestorvene, zei tot Hem: Heer, hij riekt al, want hij is (daar) vierdagen!' (Joh. 11 :39) (Bijzonder bijvoegsel bij 'De Geestelijke Zon')
17. 'Moest de Christus dit niet lijden en zo in Zijn heerlijkheid binnengaan?' (Luk.24:26)
18. 'Als Ik echter door de vinger van God de demonen uitdrijf, dan is het koninkrijk van God tot u gekomen' (Luk.11 :20).
19. 'Ik zal u geen wezen laten blijven, Ik kom tot u!' (Joh.14:18)
20. 'En toen Hij zag dat zij zich aftobden met het roeien, want zij hadden de wind tegen, kwam Hij omstreeks de vierde nachtwake tot hen, terwijl Hij op de zee liep; en Hij wilde hen voorbijgaan' (Mark.:6:48)
21. 'Gelukkig echter uw ogen, omdat zij zien, en uw oren, omdat zij horen!' (Matth.13:16)
22. 'En Hij zei tot hen: Voorwaar, Ik zeg u, dat er sommigen zijn van hen die hier staan, die de dood geenszins zullen smaken, voordat zij hebben gezien dat het koninkrijk van God is gekomen met kracht!' (Mark. 9 : 11)
23. 'Blinde leidslieden, die de mug uitzift maar de kameel in slokt!'
24. 'En Jezus weende' (Joh.11:35)
25. 'Weest dan niet bezorgd, door te zeggen: wat zullen wij eten, of wat zullen wij drinken, of waarmee zullen wij ons kleden?' Want naar al deze dingen zoeken de volken, want uw hemelse Vader weet dat u al deze dingen nodig hebt' (Matth. 6 : 31 - 32)
26. 'Die vijanden van mij evenwel die niet wilden dat ik over hen regeerde, brengt ze hier en slacht ze in mijn bijzijn af!' (Luk. 19 : 27)
27. 'Eer van mensen neem Ik niet aan'. (Joh. 5 : 41)
28. 'Van toen af trokken velen van zijn discipelen zich terug en wandelden niet meer met Hem'. (Joh.6:66)
29. 'En de duivelen smeekten Hem aldus: Zend ons in de varkens, opdat wij daarin gaan'. (Mark. 5 : 12) .
30. 'En Ik zend de belofte van mijn Vader op u; u echter, blijft in de stad totdat u wordt bekleed met kracht uit de hoogte' (Luk.24:49)
31. 'En hij (ZacheĆ¼s) liep snel vooruit en klom in een moerbei vijgeboom om Hem te zien; want Hij zou daar langs komen' (Luk.19:4)
32. 'Toen Jezus nu zijn moeder zag, en de discipel die Hij liefhad daarbij zag staan, zei Hij tot zijn moeder: Vrouw, zie, uw zoon. Daarna zei Hij tot de discipel: Zie, uw moeder. En van dat uur af nam de discipel haar in zijn ' huis'(Joh.19:26-27)
33. 'Zie, er komt een uur en het is gekomen, dat u verstrooid zult worden, ieder naar het zijne, en u Mij alleen zult laten: en toch ben Ik niet alleen; omdat de Vader met Mij is' (Joh. 16 : 32)
34. 'Wie in Mij gelooft, zoals de schrift zegt: stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien' (Joh 7:38) 135
35. 'Dit heb Ik tot u gesproken, opdat u in Mij vrede hebt. In de wereld hebt u verdrukking, maar hebt goede moed, Ik heb de wereld overwonnen' (Joh. 16 : 33)
36. 'En nadat Hij het boek had opgerold en aan de dienaar teruggegeven, ging Hij zitten, en de ogen van allen in de synagoge waren op Hem gericht' (Luk. 4 : 20)
37. 'Maar Ik ken u, dat u de liefde van God niet in uzelf hebt' (Joh.5:42)