Borem richt Martinus op en licht hem beter in - De Heer vermaant Martinus - Bezit en bezitter zijn in de hemel niet te scheiden

Jakob Lorber - Bisschop Martinus

«« 118 / 204 »»
[1] BOREM gaat naar Martinus toe, helpt hem overeind en zegt: 'Lieve broeder, zie, je bent te ijverig! Laat in de toekomst alleen de Heer handelen! Wij willen alleen maar dat doen, wat de Heer ons aanbeveelt, daarmee zullen wij altijd het allerbeste af zijn.
[2] Om het met zulke wezens, zoals dat daar, op te nemen, komt veel meer kijken dan we nu in staat zijn om te begrijpen. Met dit wezen kan zelfs geen engel het alleen opnemen, doch uitsluitend met de bondige hulp van de Heer. Want deze oerdraak staan immers duizend en meer dan duizend van de geniepigste en fijnste drogmiddelen uit hem zelf ten dienste, waardoor hij alle hemelen in verrukking zou kunnen brengen, als hem dat door de Heer zou worden toegestaan. Als echter alle hemelburgers zonder de tussenkomst van de Heer totaal niet veilig voor hem zouden zijn, wat zouden wij tweeën dan als nauwelijks nog nieuwelingen van dit rijk tegen hem uitrichten!
[3] Zie, toen Michaël, de machtigste engel van alle hemelen, met deze draak om het lichaam van Mozes worstelde, werd hij overwonnen. En hij kon als verslagene niets doen, dan de Heer aanroepen om Hem te laten ingrijpen en dit allerslechtste wezen te richten, waardoor het alleen mogelijk was om de buit van de draak af te nemen.
[4] Als iemand als Michaël al in zekere zin aan het kortste eind moest trekken, wat zouden wij tweeën dan tegen hem uitrichten? Wees daarom in de toekomst heel voorzichtig bij elke door de Heer noodzakelijk bevonden confrontatie met dergelijke wezens; want hun wezen is louter oerslecht en oervals.
[5] Sta nu maar weer op en dank de Heer; Hij alleen heeft je nu van een groot kwaad verlost! Want als het aan Satan had gelegen, dan zou hij die kus in ieder geval van je hebben aangenomen. Maar daardoor zou hij ook al je hemelse liefde in zijn helse liefde hebben veranderd en zou je door zijn vrouwelijke gedaante, die hij voor jou niet gemakkelijk weer zou hebben afgelegd, sterker nog dan met ijzeren banden aan zich hebben geketend.
[6] Maar op het ogenblik dat jij hem wilde kussen, werd hij door de Heer in zijn eigen slechte natuur teruggevoerd. Zijn oneindige hoogmoed dook op en jij werd door hem jammerlijk teruggestoten, waarop hij toen meteen zijn drakengedaante weer moest aannemen. De Heer heeft je dus gered! Sta daarom nu meteen op en bedank de Heer voor de redding van je zeer zwakke wezen!'
[7] Martinus staat bij deze goede aanmaning van Borem heel snel op en valt voor Mij neer. Hij smeekt Mij om vergeving voor zijn dwaasheid en bedankt Mij heel innig voor de hem ten deel gevallen redding en vermaning door de mond van Borem.
[8] Maar IK zeg tegen hem: 'Martinus, hoe lang zal ik je nog in je te vaak terugkerende dwaasheid moeten verdragen? Wanneer zul je dan ooit beginnen, je helemaal volgens je herhaaldelijk gemaakte, goede voornemens te handelen? Hoeveel merktekens zul je nog moeten ontvangen, om blijvend wijs te worden? O jij tegenstrevende natuur - hoeveel geduld is er toch nodig om jou op het rechte pad te brengen!
[9] Sta nu op; maar wees eindelijk eens verstandiger! Het is al erg genoeg, dat jij je door iets wat werkelijk bestaat, maar al te snel laat meesleuren. Maar je ook door dingen die louter bedrog zijn, volledig te laten beetnemen - zeg Mij, hoeveel zwakheid is daar voor nodig!'
[10] Martinus snikt van berouwen vraagt Mij almaar om vergeving.
[11] Ik buk dan al gauw om hem te helpen opstaan en zeg: 'Zie, nu sta je weer vrij voor Me, omdat Ik je heb opgericht; maar hoelang zul je je nu overeind houden?
[12] Elke echte hemelburger moet tenslotte onvoorwaardelijk uit zichzelf volkomen vrij zijn en mag niet vallen, ook al moet hij een tijdje nog zo'n glibberig pad betreden. Hoe zou het echter jou vergaan, als Ik je helemaal vrij zou laten? Zou je je evenwicht wel bewaren en niet vallen, als je ergens alleen op een glibberig pad moest wandelen?'
[13] MARTINUS zegt helemaal wanhopig: 'O Heer, laat mij nooit los. O, laat me nooit helemaal vrij, anders ben ik verloren! O, ik verlang in eeuwigheid volstrekt geen absolute vrijheid. Als ik slechts de allerlaatste bij U mag zijn, ben ik voor alle eeuwigheid volkomen tevreden. Geef dus ook dit huis aan mijn lieve broeder Borem, want ik deug helemaal niet voor zo' n prachtig bezit.'
[14] IK zeg: 'Wees maar rustig en houd je in je hart aan Mij vast, dan zal alles goed gaan. Maar dit bezit kan Ik je niet afnemen en aan Borem geven. Want een dergelijk bezit van je afnemen, zou betekenen dat Ik jouw leven van je afneem en het aan een ander geef. Want hier kan niemand iets anders bezitten dan alleen dat, wat uit hemzelf voortkomt. Een dergelijk levend bezit moet echter blijven als de bezitter zelf, omdat hier bezitter en bezit onlosmakelijk zijn verbonden.
[15] Alleen moet jij je voor een dergelijk bezit nooit als een heer beschouwen, dan zal je bezit steeds mooier en mooier worden. Iedere hemelburger is een volledig vrij bezitter van de werken van zijn geest, van zijn liefde tot Mij; maar de enige Heer over elk bezit, evenals over elke geest, ben slechts Ik alleen!
[16] Nu weet je hoe de verhoudingen hier liggen. Sta daarom ook jij van nu af aan standvastig enkel en alleen in Mijn liefde, dan zal je hemelse bezit je nooit tot last zijn.
[17] Maak je ook geen zorgen om Borem, want hij heeft voor zichzelf al alles wat hij nodig heeft. En als jij helemaal rijp zult zijn, dan zal hij jou ook in zijn bezit binnenleiden. Ga nu maar naar Borem toe en doe, wat hij doet. Dan zal Ik nu met deze gast een paar woordjes spreken.'
[18] Martinus doet zoals hem is aangeraden.
«« 118 / 204 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.