[2] (CHANCHAH:) 'U, U, U bent het dus. U bent de almachtige, heilige Lama! U de Eeuwige! - U hebt de aarde, de maan, de zon, al die talloze sterren, de enorme zee, een onmetelijk leger van allerlei dieren in het water, op aarde en in de lucht en ons - de mensen - geschapen! O Lama, Lama, grote, heilige Lama! Wie kan U voldoende loven, prijzen en aanbidden. Welk hart is het waard om U, allerheiligste, te mogen liefhebben?!
[3] Maar, O Lama, waard of niet waard, welk hart kan U niet liefhebben, als zijn oog U ziet en zijn geest U herkent! Vergeef mij, waardeloze, dat ik het waagde U, al te heilige, lief te hebben! Maar wat kan de arme Chanchah er aan doen, als haar hart sterker is dan haar verstand?
[4] 0 Lama, Lama! Zie, ik erken nu wel mijn nietigheid tegenover Uw oneindig alles; maar mijn hart heeft U des te meer lief. U zult toch niet boos op me zijn, dat ik nu nog onbegrijpelijk veel meer van U moet houden! O Lama, versterk mijn hart, anders verdraagt het de machtige liefde tot U niet meer! O Lama, Lama, ik verga van liefde.'
[5] Bij deze woorden valt Chanchah weer voor Mij neer en huilt en snikt van liefde.
[6] IK zeg: 'O Chanchah, jouw liefde is groot en jouw hart een kostbare parel. Maar kijk, je moet je vermannen en niet boven je kracht ontbranden tot een geweldige gloed, anders kun je Mijn aanwezigheid in het vervolg niet verdragen - wat jouw geluk ten zeerste zou verstoren.
[7] Kijk eens naar Gella hier naast je en kijk ook naar Martinus, Borem en Chorel: Deze kennen Mij al geruime tijd en zijn eveneens vol liefde tot Mij. Maar ze verdragen Mij en kunnen daarom alles doen en genieten, wat Ik hun gebied en geef. Zouden ze echter reageren zoals jij, dan zouden zij ook niets kunnen doen en genieten, zoals jij nu ook niets kunt doen en niets hogers zou kunnen genieten, omdat je te grote liefde al je krachten te zeer opeist.
[8] Maar Ik zeg je dit niet, Mijn lieve Chanchah, omdat je overgrote liefde Mij niet aangenaam zou zijn. Want Ik heb je immers al dikwijls gezegd, hoe veel Ik om je geef en zeg je daarbij.nog: Niemand kan Mij genoeg liefhebben! -; maar bij de grootst mogelijke liefde moet men wel beseffen, dat liefde met wijsheid gepaard moet gaan, wil ze de zaligheid aller zaligheden bewerken.
[9] Want de zuivere liefde is een verterend vuur! Omdat het een oervuur is, kan het van geen enkele kant door niets anders gestuurd worden dan alleen maar door een daarmee overeenstemmende wijsheidsgraad. Daarom moet ook jij je liefde tot Mij door een juiste wijsheidsgraad matigen, als je de echte zaligheid van de echte liefde wilt genieten.
[10] Beschouw Mij niet voortdurend als het allerhoogste, almachtigste Godwezen, dat door niemand benaderd kan worden en daarbij in leven blijven. Maar beschouw Mij als je allerbeste en enige waarachtige Vader, ja zelfs in Mijn menselijkheid als je Broeder! Dan zul je Mij als iedere andere zalige gemakkelijk verdragen. Jij zult voortdurend om Mij heen kunnen zijn en alle zaligheden kunnen delen met de allergelukkigsten, die ook steeds bij Mij zijn zoals jij nu. Wel hebben ze door Mij steeds handen vol werk in de talloze ruimten van Mijn oneindige schepping, maar ze zijn Mij daarbij toch steeds zo nabij, als jij het nu bent en eeuwig zult zijn. - Begrijp je, Mijn allerliefste dochter, wat Ik nu tegen je heb gezegd?'
«« 121 / 204 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.