Martinus' motivatie voor het afwijzen van de wijsheidsprijs - Antwoord van diepe wijsheid van de zonnedochters

Jakob Lorber - Bisschop Martinus

«« 138 / 204 »»
[1] Na dit zelfgesprek keert MARTINUS zich weer naar het drietal en zegt: 'O jullie onbegrijpelijk heerlijke dochters van de grote zon! Jullie hebben mij op alles wat ik heb gezegd, wel een heel goed en volledig antwoord gegeven. Maar in één antwoord hebben jullie toch wel een belangrijke fout gemaakt.
[2] Zie en luister! Jullie hebben wel gelijk, als jullie licht je zegt: De grote Oergeest is in Zijn liefde en wijsheid in alles volkomen ondeelbaar. Waar een lichaam is, daar moet ook een hoofd zijn, wat zoveel wil zeggen als: Wie een prijs van de liefde ten deel zou vallen, die mag, om volmaakt te zijn, de prijs van de wijsheid niet buiten beschouwing laten. Maar jullie zien toch zeker wel met jullie heldere en hemelsmooie ogen, dat mijn hoofd al getooid is met een prijs die volledig lijkt op die van jullie. En omdat jullie in al mijn andere belevenissen zo grondig zijn ingewijd, zullen jullie immers ook weten, dat ik deze hoofdtooi rechtstreeks van de Heer Zelf heb gekregen!
[3] Daar jullie, lieve kinderen, dat toch onmogelijk kunt betwisten, moet de Heer mij toch een gedeelde prijs hebben gegeven, dus: alleen die van de liefde, die echter op zichzelf toch de noodzakelijke en verhoudingsgewijze juiste graad van wijsheid bevat. En als deze prijs als een volmaakte gave van de grote God dientengevolge geen halve - dus gedeelde - maar goed beschouwd een volledige gave is, zie ik ondanks jullie zeer wijs gemotiveerde tegenwerping werkelijk niet in, waartoe jullie prijs, die enkel op de wijsheid betrekking heeft, mij zal dienen.
[4] Als ik al een hoofd heb, zoals jullie toch zeker aan mijn gestalte kunnen zien, waartoe zou mij dan nog een tweede hoofd dienen? Als ik werkelijk nog een hoofd nodig zou hebben, dan wil ik het volgens de wil van mijn Heer immers graag van jullie, beminnelijke zonnedochters, aannemen. Maar is het niet nodig om twee hoofden te hebben, maar slechts één volmaakt hoofd, dan zullen jullie ook wel inzien, dat ik jullie prijs echt niet kan aannemen. O spreek nu maar; ik luister.'
[5] HET DRIETAL zegt: 'O jij heerlijke, jij verhevene, wij weten wel dat jou in jouw prijs meer is gegeven, dan wij ooit kunnen vatten. Zo weten wij ook dat jouw prijs geen halve, maar een geheel volledige prijs is. Maar zie, wij weten ook uit talloze, steeds op dezelfde manier terugkerende ervaringen, dat de grote God ook elk wezen al naar zijn aard een volmaakt, totaal leven geeft.
[6] Wij weten, dat geen mens ter wereld zonder hoofd wordt geboren. Hij heeft ogen om te zien, oren om te horen, een neus voor de reuk, een verhemelte voor de smaak en allerlei zenuwen voor allerlei ervaringen en gevoelens. Aan een pasgeboren kind ontbreekt niets van dit alles en dat komt toch zeker zowel uit de liefde voort, alsook uit de hoogste wijsheid van de allerhoogste Geest. Want zowel het ene als het andere is in één blik duidelijk zichtbaar.
[7] Maar hoe komt het dan, dat een pasgeboren kind - als een werk van liefde en wijsheid van de grote God - toch altijd verreweg veel later tot wijsheid komt dan tot liefde, die het eigenlijke leven is? Jij zelf leeft al heel lang en hebt liefde in alle overvloed. Maar als jij jezelf afvraagt of jouw eventuele wijsheid ook zo oud is als je leven, dan zul je in jezelf duidelijk het ontkennende antwoord vinden.
[8] Wij weten het van onze grootste wijzen, dat de grote God op jouw aarde tot een zekere wijze Jood heeft gesproken: 'Niemand kan het Rijk Gods binnengaan, als hij niet wordt wedergeboren in de geest!' Zeg ons: Hoe kan de grote God van een allang levende wijze de wedergeboorte van de geest verlangen, als Hij een kind in de moederschoot al alles heeft gegeven, wat nodig is om het eeuwige Godsrijk in bezit te nemen?
[9] Overal is te zien, dat de rijpheid van alles wat ontstaat pas veel later volgt. Kun jij ons soms vanuit jouw aardse geschiedenis aantonen, dat er ooit een volledig ontwikkeld mens aan de moederschoot is ontsproten? Of weet jij nu wel precies, waarom de grote Geest jou nu pas, nadat je al zoveel gedaanteveranderingen hebt ondergaan, er voor gezorgd heeft dat jij temidden van deze twee zeer wijze geesten hier naar deze grote lichtwereld bent gekomen? O spreek, jij zalige, en onderricht ons, want wij zouden van jou graag heel veel diepe wijsheid willen ontvangen!'
«« 138 / 204 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.