[2] Deze bestaan echter in de juiste inschikkelijkheid ten opzichte van zwakkeren. Want daar waar de sterke ten opzichte van de zwakke sterk wil zijn en hem wil overwinnen, daar gaat alle orde van de wijsheid verloren. Want elke kracht moet de overwinning vinden in haar helder bewustzijn en nooit in de smadelijke onderwerping van diegene, die van verre al als de zwakke re herkenbaar is.
[3] En zo handelden ook wij, toen we jullie als de verreweg zwakkeren op onze grond zagen; wij deden wat jullie wilden, om jullie des te dieper te kunnen doorgronden. Wij hebben nu heel goed ingezien, dat jullie heel betreurenswaardige wezens zijn. Daarom nodigen wij jullie, ondanks dat jullie geesten zijn, ook uit, bij ons hier de juiste wijsheid te leren die jullie voor alles nodig hebben, willen jullie mettertijd betere gedachten en voorstellingen omtrent de allerhoogste Geest verkrijgen!
[4] Onze zuivere geesten uit de zwevende lichtwateren hebben ons wel verkondigd, dat wij ons niet tegen jullie moeten verzetten, omdat zich in jullie midden de verschrikkelijkste bevindt; maar wij begrepen deze kreet toen niet helemaal. Maar nu is het ons duidelijk, dat zij daaronder niemand anders dan jou bedoelden. Dit verschrikkelijkste bestaat zeker hierin, dat je het wel het verste hebt gebracht met je dwaze dingen in te beelden. Want je houdt jezelf, zoals wij merken, in ernst voor de allereerste zoon van de Allerhoogste en probeert ook om je broeders in een dergelijke waan te houden. En dat is juist het verschrikkelijkste bij ons, als iemand zichzelf toestaat om zijn zwakkere broeders te bedriegen!
[5] Wie sterk is moet zijn kracht niet verbergen, maar laat haar ook niet voelen tegenover de zwakken. Wie echter zwak is, die moet niet de schijn wekken dat hij sterk zou zijn, doch zwak. Zo wordt dan de kracht van de sterke en de zwakte van de zwakke één kracht in de sterke!
[6] Neem deze woorden goed ter harte! Ze komen slechts uit de mond van bijna onmondige kinderen van deze heerlijke wereld. Kom maar in de gastvrije woningen van onze ouderen, daar zal jullie een veel krachtiger licht worden gegeven. Laat het jullie niet hinderen, dat jullie je reeds volmaakt wanen en denken, dat het ons zou schaden, als wij jullie borst zouden aanraken. O, wees daarover niet ongerust!
[7] Want zie, wij zijn immers juist door de echte wijsheid reeds nu als kinderen in de lichamen van deze aarde veel en veel zuiverder van geest, dan jullie het ooit zullen worden. Het geestelijke ligt toch zeker niet in het lichaam, maar in de eigenlijke geest, die toch steeds dezelfde is en blijft, of dat nu in een grover of fijner etherisch lichaam is.
[8] Ook moeten jullie onze lichamen niet afmeten aan die, welke jullie op je zogenoemde Heilige Planeet hebben gedragen, en die grover, zwaarder, somberder en plomper waren dan de grofste stenen van deze wereld. Jullie zien immers toch zelf, dat onze lichamen al heel veel etherischer en meer aan het licht verwant zijn dan jullie geestlichamen, zoals ze hier te zien zijn. Ze verenigen een veel grotere zuiverheid en goede orde in zich, omdat ze altijd doortrokken zijn van de in hen wonende geest.
[9] Kom daarom dus maar met goede moed met ons mee. In onze woningen zullen jullie zeker meer gelouterd worden, dan jullie nu zijn. Maar desalniettemin zal jullie zwakte niet de minste dwang ondervinden door de overwegende kracht, waar wij niet zo mee pronken als jij, vriend Martinus: en wel toen jij eerder op een belachelijke manier sprak over een kracht van jou, ondanks dat jij de zwakste was, waarmee jij onze grote wereld gemakkelijk zou kunnen fijnwrijven, ongeveer zoals men de tere knoppen van een etherische fijnstoffelijke bloem tussen duim en wijsvinger fijn wrijft!
[10] Vind je nu zelf niet, dat je je kracht dan toch een beetje te hoog hebt aangeslagen? Maar er treft jou geen verwijt, want jij sprak in je blinde ijver en kende ons niet. Maar nu je ons hopelijk beter kent, zul je ook nooit meer zoiets van ons denken, laat staan hardop uitspreken.
[11] Wij gaan nu vooruit en als jullie willen, volg ons dan. Wees ervan verzekerd dat jullie hoogst vriendelijk bij ons zullen worden opgenomen in onze stevige huizen, die niet zoals jouw hemels huis in een gefixeerde inbeelding, doch in stevige concrete werkelijkheid bestaan, gebouwd met onze wil en met onze handen!
[12] Opdat jij, Martinus, echter ziet dat onze wijsheid toch wel een beetje verder reikt en wij jou en jullie allen beter kennen dan jij denkt, zul je in de woning van onze ouderen een schouwspel aantreffen, waarin je je vanaf het allereerste begin tot precies op dit ogenblik helemaal zult terugvinden.
[13] Jij waant je nu wel heel ver buiten je grote hemelse huis te zijn? Zie, wij zijn op dit ogenblik daar en zien alles precies, hoe het daar toe gaat. Zo waren wij er ook getuigen van, toen jij de vermomde draak een vurige kus wilde geven. Maar denk nu niet na over de kracht van ons gezichtsvermogen, want te rechter tijd zul jij in de ware wijsheid de oorzaak van dit alles vinden. De vrije wil van jou en van jullie allen moge jullie begeleiden! Wij gaan nu vooruit!'
[14] Na deze nogal lange toespraak verwijderen de drie zich.
«« 148 / 204 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.