Bisschop Martinus' twijfels over de vergeefse arbeid - Petrus' goede verklaring onder verwijzing naar de ijdele geestloze verrichtingen van een roomse bisschop

Jakob Lorber - Bisschop Martinus

«« 19 / 204 »»
[1] Dit verdwijnen van de vissen begint - hoe langer het duurt – BISSCHOP MARTINUS steeds meer te storen, zodat hij zich begint te ergeren en in zichzelf begint te mopperen: 'Is me dat een oerdom karwei! Ik ben bijna helemaal uitgeput van louter vissen vangen en op de oever slingeren, en dat alles voor niets en nog eens niets! Want niet één blijft er liggen! Iedere vis verdwijnt als sneeuw voor de zon! Dit merkwaardige gedoe is toch al te dom? Neen zeg, - dat is me een oliedom werkje!
[2] Ik moet toch eens goed kijken waar die vissen zo vlug naar toe verdwijnen. - Hm, hm, ik kan niets ontdekken. Weer een worp van mijn collega en niets blijft er van over in dit rijk van de onvergankelijkheid! Een mooie onvergankelijkheid is dat. Op de aarde blijft er van wat er is geweest niet veel over; maar totaal niets, daar is toch geen sprake van; hier echter vind je van iets wat wel geweest is totaal niets meer terug!
[3] Ik had mij al een beetje verheugd op warme, gekookte zalm, steur of andere vis. Maar bij deze allesvernietigende scherpe geestenwereldlucht die voor de vissen wel bijzonder schadelijk lijkt te zijn, zal daar weinig van komen. Weliswaar heb ik nog niet zo'n honger, maar een klein beetje trek heb ik toch wel, - en bij de gedachte aan een warme, gekookte zalm loopt het water mij in de mond.
[4] Het is hier weliswaar een miljoen maal beter dan waar ik eerst was, maar deze luchtige visserij zal voor de hele eeuwigheid ook geen pretje zijn. Het is ook merkwaardig hoelang de morgenschemering duurt; maar van een zonsopgang is niets te zien!
[5] Merkwaardige wereld, merkwaardig bestaan! Hoe men het ook wendt of keert, - het is en blijft dom! Deze enige vrienden van mij zijn weliswaar zeer wijs met woorden, maar des te dommer als het op handelen aankomt. Neem nu eens deze nutteloze visserij. Wat is dat toch voor een onbenullig gedoe - en die twee voeren het uit alsof het heil van de eeuwigheid ervan afhangt. Maar wat moet ik doen? Iets beters kan ik niet verwachten, daarom moet het in Godsnaam goed zijn! Daarom maar vrolijk deze luchtvissen er uit gevist; misschien dat er achteraf toch weer iets anders te voorschijn komt.'
[6] PETRUS vraagt aan bisschop Martinus: 'Wat mompel je toch zo in jezelf? Ben je soms al moe?'
[7] BISSCHOP MARTINUS zegt: 'Moe, vriend, ben ik niet bepaald. Maar ik moet je eerlijk bekennen, dat deze arbeid mij toch een beetje grappig voorkomt, hoewel ik ervan overtuigd ben, dat jij en in het bijzonder onze Meester zeer wijze mannen zijn.
[8] Kijk, nu werken wij reeds geruime tijd alleen voor de lucht, of beter gezegd voor niets. De eerste grote vis is verdwenen, en de tweede tienkoppige? Daar zie ik ook niets meer van! Deze kleine vissen worden al door de lucht verteerd eer zij de grond raken! Vraag: Waartoe dient dit nutteloze werk?
[9] Ik weet dat jullie wijze mannen zijn en zeer beslist zal dit werk een wijs doel dienen. Maar laat mij toch ook een beetje weten, waarom wij dit ogenschijnlijk nutteloze werk verrichten, waarvoor dit eigenlijk goed is of nog zal zijn!'
[10] PETRUS zegt: 'Denk eens goed na, lieve vriend en broeder! Toen je op de wereld een bisschop was, hoeveel nog veel nuttelozer werk heb je toen verricht? Heeft iemand jou ooit mogen vragen of dit werkelijk nut had en waartoe dit in werkelijkheid diende, bijvoorbeeld: de klokkendoop, de orgelwijding en de verschillende soorten priesterlijke gewaden?
[11] Welke betekenis en kracht had de mijter, de mantel, de albe, de stola, het kazuifel, het preekgewaad, de ratel en nog duizend andere dingen? Welke kracht schuilt er in de verschillende monnikspijen? Waarom bezit het ene Mariabeeld meer wonderkracht dan het andere? Waarom is Florian* (* Onder Diocherianus als martelaar gestorven: beschermheilige tegen vuur- en watergevaar) voor het vuur en Johan Nepomuk** (. ** Beschermheilige van Bohemen, in 1393 gefolterd en in de Moldau geworpen.) voor het water, terwijl toch beide in het water geworpen werden; de een in Boven-Oostenrijk bij Linz in de Donau, de andere in Bohemen bij Praag in de Moldau?
[12] Waarom is onder de veertien helpers in de nood Jezus niet vermeld? En waarom wordt in de litanie van Alle Heiligen door de mensen eerst Gods barmhartigheid aangeroepen, terwijl men zich daarna toch tot de heiligen om voorspraak richt? Waarom wenden zij zich eerst tot God en naderhand tot de heiligen? Willen zij God er toe bewegen, om eerst de heiligen aan te horen? Als zij echter direct in het begin God kunnen bewegen, waarom roepen zij dan de heiligen aan?
[13] Waarom wordt in het zogenaamde rozenkransgebed Maria tien keer en God slechts éénmaal in het gebed aangeroepen? Waarom zijn er in een kerk grote, kleine, houten en metalen kruisen in overvloed aanwezig, en waarom minstens nog een keer zoveel Maria' s in alle mogelijke vormen?
[14] Wat is het verschil voor de geest tussen een gewone stille mis en een plechtige? Wanneer heeft Christus, Petrus of Paulus, dit afhankelijk van de prijs die men er voor betaalt, meer of minder belangrijke, zogenaamde onbloedige offer ingesteld? Hoe moet het hart van God eruit zien, dat het met welgevallen zou toezien hoe Zijn Zoon dagelijks een miljoen maal afgeslacht wordt?
[15] Denk toch eens goed na, jij beste vriend; talloze volkomen nutteloze en totaal geestloze verrichtingen voerde je uit in de wereld, terwijl je er zelf niet in het minst aan geloofde! En toch ben je bij een dergelijke nutteloze visserij nooit op de gedachte gekomen, om jezelf af te vragen: 'Waartoe dient zulk nutteloos werk?' Je werd ervoor betaald, zul je zeggen. Goed, ook hier hoef je niet voor niets te werken. Wat wil je dan nog meer?
[16] Ik zeg je, dat deze arbeid lang niet zo inhoudsloos is als jouw aardse werk was! Mompel daarom in het vervolg niet meer in jezelf, maar praat openlijk over wat je hindert, dan zal het met de nutteloze visserij spoedig afgelopen zijn! Maar als je nog lang zo'n roomse geheimzinnige prevelaar blijft, dan zullen we ook nog lang moeten vissen; en de vangst zal net zo lang niets opleveren als onze onderwijzing in je hart vruchteloos blijft! Begrijp dat! Pak nu weer dit sleepnet vast en werk voortaan ijverig door!'
«« 19 / 204 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.