[2] In de tuinen zie je op hun brede, zeer geëffende paden een groot aantal geesten met een volmaakt menselijk uiterlijk, allen goed gekleed. Aller ogen zijn op ons gericht, want zij allen vermoeden, dat Ik Mij in hun nabijheid bevind en dat ook de toekomstige bezitter en gebieder zich nu al in dezelfde nabijheid bevindt. Door hem hopen zij Pas hunvolle zaligheid binnen te gaan en daardoor tot de hun beloofde volledige kracht en sterkte te komen.
[3] Op de achtergrond, schijnbaar op grote afstand, zie je nog vijf kleinere planeten. Dat zijn de satellieten van deze planeet en deze hebben allemaal een van de planeet geheel verschillende inrichting, die echter toch in volledige harmonie met de planeet zelf is.
[4] De geesten van deze planeet dienen er in de mens overeenkomstig toe, dat de mens groeit in al zijn delen, op aarde lichamelijk en hier geestelijk. Echter uitsluitend wat betreft de ontwikkeling van de uiterlijke vorm of de groei van de mens, zowel fysiek als ook psychisch qua vorm, wordt door het speciaal geordende en toegelaten instromen van deze planeet bewerkt.
[5] Zoals natuurlijk het vermogen tot groeien in de mens aanwezig moet zijn, omdat hij anders niet zou kunnen groeien, evenzo moeten ook deze geesten op overeenkomstige wijze in de mens en op die plaats aanwezig zijn, die de belangrijkste grond van de groei is. Daarom is ook weer alles wat je hier ziet, in je en niet buiten je. Deze planeet samen met zijn bewoners en andere zaken bevindt zich in werkelijkheid ook ergens buiten je; alleen kun jij dit nog lang niet zien.
[6] Zul je echter in jezelf tot volle rijping van het eeuwige leven komen, dan zul je ook de grote schepping buiten jezelf kunnen zien, zoals Ik deze Zelf zie – wat echter ook nodig is. Want als Ik Mijn voleindigde kinderen, die engelen zijn, een hele wereld toevertrouw om daarvoor te zorgen, dan moeten zij zo'n wereld immers ook nauwkeurig zien. Want een blinde kan geen herder zijn. Maar om de werkelijke, grote schepping buiten jezelf te kunnen zien, ben je nog lang niet rijp genoeg! Daarom moet je je nu tevreden stellen met hetgeen je nu ziet; want jij ziet het werkelijke in een overeenkomstige levende afbeelding in jezelf zó, alsof het zich buiten jezelf bevindt.
[7] In deze innerlijke beschouwing moet je groot worden en je geest rijp en wel gevoed in alle liefde tot Mij, en door deze liefde in de liefde tot alle broeders en zusters. Deze liefde zal dan pas die zegen zijn die Ik je beloofd heb, toen jij de mooie Mercuriaanse te zeer lief wilde hebben.
[8] Deze zegen, een echte brug naar buiten naar de eindeloze grote werkelijkheid, zal je dan voor eeuwig niet meer worden ontnomen. Op pijlers daarvan zul je pas in alle volheid beseffen waar je bent en wie je bent en waar je vandaan kwam.
[9] Nu weet je wat deze deur betreft ook wat je moet weten. Dat alles weet je nu van Mij en uit Mij Zelf. En nu je dit allemaal weet, moet je er ook goed in jezelf over nadenken; volg Mij weer verder naar de achtste deur. Daar zullen wij weer een andere en voor jou volledig nieuwe wereld leren kennen en ook de gedenkwaardige bewoners ervan. Zo zij het!'
«« 44 / 204 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.