Martinus als vredestichter - De dwaze werkwijze van de schoolzusters en de gevolgen hiervan aan gene zijde - Martinus' waarschuwing

Jakob Lorber - Bisschop Martinus

«« 60 / 204 »»
[1] Maar BISSCHOP MARTINUS zegt nu: 'Luister allemaal, lieve zusters. Laat alleen de Heer Jezus over jullie oordelen. Hij alleen is een rechtvaardig rechter. Vergeven jullie elkaar van harte, dan zal alles goed worden. Mijn huis hier is een huis van vrede en liefde en niet een huis van wraak. Wees daarom rustig en blij van zin, omdat jullie hier bij mij zo'n goed onderdak hebben gevonden - en dat zeker alleen door de onzichtbare genade van de Heer! Als jullie je haat omzetten in liefde, dan zal het er voor jullie ook wel beter uit gaan zien.
[2] Op de wereld volgen heel veel mensen een verkeerd pad van deugd; hoe zouden jullie daarvan uitgezonderd zijn. Jullie hebben weliswaar veel gedaan, maar niet ter wille van de Heer, doch ter wille van de hemel - en dat is nog lang niet volgens het evangelie! Men moet alles doen en dan pas uitroepen: 'Heer, zie, ik was een luie knecht! O Heer, wees mij, Uw nutteloze knecht genadig en barmhartig!' Als jullie, lieve zusters, zo over elkaar oordelen en elkander niet veroordelen en vervloeken, dan zullen jullie wel genade voor God vinden.
[3] Weten jullie dan niet wat de wijze leraar Paulus zegt, die zich zelf ook voor een slechte, nutteloze knecht houdt en geen waarde hecht aan zijn werk, doch alleen aan de zuivere genade van de Heer? Zie, deze leraar zegt: 'Je zult niet uit je verdienste, doch slechts door de genade van de Heer zalig worden!' Neem dat ter harte en leg al jullie vermeende verdiensten aan de voeten van de Heer! Belijdt voor Hem de totale nietigheid van al datgene, wat jullie tot nu toe als iets verdienstelijks voor het eeuwige leven hebben aangezien, dan zal de genade van de Heer meteen voor jullie zichtbaar worden.
[4] Zie, ik was zelfs een bisschop in de wereld en geloofde ook, dat als ik uit de wereld weg zou gaan, mij dan meteen hele hemelse scharen tegemoet zouden komen. Maar dat was wel even anders! Ik zelf heb tot nu toe de eigenlijke hemel nog niet gezien, ofschoon ik met de Heer al dikwijls heb gesproken en dit huis ook rechtstreeks uit Zijn handen heb gekregen. Hoe willen jullie dan reeds met alle glorie gekroond zijn? Daarom slechts geduld, zachtmoedigheid en liefde en een opgewekt gemoed, dan zal al het andere wel vanzelf komen!'
[5] De zusters van Liefde trekken zich nu geheel gekalmeerd terug. Bisschop Martinus roept hierna de schoolzusters naar voren, die elkaar tijdens dit onderricht in een hoekje juist de ogen wilden uitkrabben en vraagt ook aan hen, hoe en op welke manier ze in deze ellende terecht zijn gekomen en waar ze op aarde eigenlijk hebben gewoond.
[6] En EEN VAN DEZE antwoordt: 'O lieve, hooggeëerde, eerbiedwaardige vriend! Wij komen niet allemaal van één plaats, doch zijn gedeeltelijk uit Frankrijk, deels uit Zwitserland, uit Italië en Tirol en voor een deel ook uit Stiermarken.
[7] Wij leefden buitengewoon vroom: Elke dag baden wij minstens 14 keer en altijd minstens een kwartier lang; dagelijks woonden wij een heilige mis bij en ontbraken nooit bij de vespers. Tijdens zon - en feestdagen woonden wij tenminste drie missen bij, een preek en het lof en twee keer de 'zegen'. Wij gingen wekelijks, vooral in de advents - en vastentijd tenminste driemaal biechten en ontvingen dagelijks het heilig sacrament. Wij vastten alle weken vijf maal ter ere van de allerheiligste vijf wonden en gaven ons zelf op vrijdag ter ere van de allerheiligste maagd Maria zeven harde slagen met een touw of gesel, en wel vier op de linker - en drie op de rechterborst.
[8] De overige tijd wijdden wij aan vrome beschouwingen en het onderricht aan jonge meisjes. Daarbij streefden wij er vooral naar, dat er in de jonge harten al vroegtijdig de drang zou ontwaken - als dat uit financiële overwegingen mogelijk zou zijn -, om zo vroeg mogelijk in onze voetstappen te treden en al hun aardse erfgoed aan de voeten van God te leggen, om zo een reine en waardige bruid van Jezus Christus te worden.
[9] Zo mocht ook niemand van ons ongesluierd de straat op en onder bedreiging van de ergste straf geen wereldlijke man aankijken: niet eens een wereldlijke priester, doch alleen een heilige broeder uit de orde van de heilige Franciscus, ook wel een heilige Jezuïet en de bisschop of ook een zeer vrome domheer. Kwamen er bij ons dan misschien af en toe onkuise gedachten op, dan lieten wij dit meteen aan de eerwaarde moeder weten en vroegen haar om een strenge straf om een dergelijk hels spooksel af te wenden van ons kuise hart.
[10] Die goede, eerwaarde moeder die heel heilig was, gaf ons dan dadelijk een zeer wijze les en later pas een passende straf, die verschillend was naargelang de grootte van de onkuise gedachten. Voor een hele kleine gedachte gold een slag op het naakte lichaam, daarna drie rozenkransen en een volle vastendag. Voor een grotere gedachte stonden zeven harde slagen op het naakte lichaam, zodat er bloed kwam, daarna 12 rozenkransen en drie volle vastendagen per week. Voor een nog sterkere gedachte - misschien zelfs over het vervloekte huwelijk, zoals dat nu bestaat - werden vijftien slagen met een scherpe roe, dertig rozenkransen en negen volle vastendagen gedurende drie weken en een puntige boetegordel over de naakte borst of lendenen als straf voorgeschreven en ook meteen uitgevoerd.
[11] Daarbij kwamen ook nog de geestelijke straffen, dikwijls nog erger dan die, welke de lieve eerwaarde moeder ons gaf. Zo moesten wij ook' s nachts uit de diepste slaap opstaan en naar het koorgebed gaan, wat vooral in de winter bitter koud was. Als we ziek werden door de vele inspanningen en martelingen, dan mochten wij nooit een goede gezondheid, doch altijd alleen de ergste dood wensen ter boetedoening van onze dagelijkse zonden, en meer van dergelijke afschuwelijke zelfverloocheningen. - Nu begrijp je uit mijn weliswaar korte, maar heel waarheidsgetrouwe schildering ons zeer zware aardse leven.
[12] Wij hebben dus voor Christus veel en meestal geduldig geleden en hebben ons zonder te morren gewillig gevoegd naar de harde regels van onze strenge orde. Wij hebben ons hele vermogen aan deze orde vermaakt voor de heilzame uitbreiding daarvan, ter ere van de allerzaligste maagd Maria en tot steeds grotere eer van God! Dus geloofden wij aan God geen onbillijke eis te hebben gesteld, om na de bittere dood van ons lichaam meteen in de eeuwige gelukzaligheid te worden opgenomen. Maar het is niet alleen zo, dat wij al onze gerechtvaardigde hoop hier als een illusie zagen vervliegen, doch luister verder:
[13] Toen wij allen, zoals wij hier staan, elkaar bijna gelijktijdig in deze wereld ontmoetten en ons door enige boeren werd toegeroepen, dat wij nu in de geestenwereld zouden zijn, zagen wij van een andere kant heel liederlijke en welbekende vrouwspersonen in deze wereld arriveren. Wij hadden heel stellig de verwachting, dat er meteen een groot aantal duivels zou komen opdagen om deze slechte, uitgelaten en ketterse vrouwenzielen dadelijk de hel binnen te trekken, zoals hun verdiende loon zou zijn.
[14] Maar - O, wie had dat ooit kunnen dromen! In plaats van duivels kwamen er engelen uit de hemel naar beneden en bekleedden deze slechte, zondige zielen meteen met echte hemelse klederen. Ze gaven hun schitterende palmen en droegen hen regelrecht de hemel binnen; maar ons keurde geen engel ook maar een blik waardig! Wij riepen, wij baden, ja wij bezwoeren Maria en God bij al Zijn heiligen en uitverkorenen, - maar al ons zeker miljoenen jaren lang geschrei was tot nu toe vruchteloos. Zeg nu, is dat niet te erg! Zijn wij niet bedrogen zowel tijdelijk als eeuwig? Kun je dat wel rechtvaardigheid Gods noemen?'
[15] BISSCHOP MARTINUS zegt: 'Nou, nou, heb nu maar geduld. Voor het ogenblik zijn jullie verzorgd. En ook al zou het in eeuwigheid niet beter met jullie worden dan nu, dan kunnen jullie dat wel verdragen. Want op jullie verdienste zouden jullie je nu juist niet te veel mogen laten voorstaan. Waarom waren jullie op de wereld zo dom, je te laten opsluiten en te laten slaan en tenslotte zelfs helemaal ter dood te laten brengen? Wat voor goeds hebben jullie daardoor aan jullie naasten gedaan? Jullie hebben alleen voor je eigen zaligheid gezorgd en het had jullie weinig kunnen schelen, al had God ook de hele wereld verdoemd, als jullie maar de hemel zouden hebben verworven!
[16] Zie, met zulke naastenliefde komt niemand hier verder. Wees daarom geduldig en gooi je verdiensten van je af. Beschouw jezelf als slechte, nutteloze dienstmaagden van de Heer, dan zullen ook jullie bij God genade vinden. Trekken jullie je nu terug en laat de dames van het H. Hart van Jezus hier komen!'
«« 60 / 204 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.