Martinus' bescheidenheid, geleid door Borems wijsheid – Martinus in feestgewaad - De uitbreiding van het huis van Martinus

Jakob Lorber - Bisschop Martinus

«« 87 / 204 »»
[1] (BOREM:) 'Nu echter iets anders. Daar onder het bord met opschriften van de Heer in je huis zie je een kist die van zuiver goud lijkt. Ga er naar toe en open deze; je zult daarin een gewaad en een stralende hoed vinden. Dit kleed trek je aan en je zet de hoed op je hoofd, opdat je in echt hemels bruiloftsgewaad onze nu spoedig terugkerende gasten in naam van de Heer, die deze als teruggevondenen Zelf hier naar toe zal brengen, waardig kunt ontvangen. Ga dat nu doen; het is de wil van de Heer.'
[2] BISSCHOP MARTINUS zegt: 'Beste broeder, alles wat je me nu hebt gezegd was heerlijk en waar als het woord van God Zelf. Maar dit laatste riekt naar een hemelse ijdelheid, waar ik niet naar verlang! Daarom moet je het mij wel ten goede houden, als ik je wat dit betreft, niet gehoorzaam!
[3] Ik ben blij, dat mijn hart nu eindelijk eens in die staat verkeert, die de Heer alleen welgevallig is. Wat dus de kleding van mijn uiterlijk betreft, ben ik daarom voor eeuwig met deze boerenkiel tevreden.
[4] Echt, mij is nu aan al dergelijke pracht niets gelegen, of deze nu hemels of aards is, dat is mij nu om het even. Des te meer is me nu echter gelegen aan de uitsluitende liefde tot de Heer, waartoe mij alleen mijn hart kan brengen en nooit een schitterende mantel en hoed. Daarom blijf ik zoals ik ben, een boer!'
[5] BOREM zegt: 'Je hebt gelijk, beste broeder, het is inderdaad alleen het hart, waarnaar de Heer kijkt. En onze deemoed, waardoor de ware liefde tot de Heer blijkt, is wel de kostbaarste kleding van iedere engel. Maar desalniettemin vereist toch de orde van de Heer, dat in Zijn Rijk het kleed van de wedergeboorte en eeuwige onsterfelijkheid elke bewoner van de hemel zal sieren als een kleed, dat met zijn innerlijk overeenkomt. Want deemoediger dan de Heer Zelf is geen enkel wezen in de hele oneindigheid; maar desalniettemin kun je je toch geen pracht hier of daar denken, die niet van Hem afkomstig zou zijn.
[6] Kijk naar de onbeschrijflijke pracht en grootte van deze zaal, die toch maar een enkel vertrek van je huis is. Wie anders dan juist alleen de Heer is de maker en enige schepper van zulk een onuitsprekelijke grootheid en majesteit?
[7] Jij hebt meteen bij de eerste stap in dit aan jou door de Heer gegeven huis door de twaalf deuren naar buiten gekeken en zag amper twaalf druppels uit de oneindige zee van de scheppingen van de Heer. En je gruwde bijna door de al te grote pracht en majesteit, die je daar slechts vluchtig zag. Wat zou je dan wel zeggen, als je werkelijk een engel in al zijn hemelse glorie te zien zou hebben gekregen? Echt, je zou niet hebben kunnen leven en hem daarbij ook tegelijk hebben kunnen aanschouwen - zo oneindig groot is zijn schoonheid, glorie, pracht en majesteit!
[8] Je ziet nu uit wat er gezegd is en uit duizenden andere dingen, dat de echte pracht en heerlijkheid evenals al het andere zijn oorsprong vindt in de orde van de Heer. En zo denk ik, dat het ook voor jou niet misplaatst zal zijn, als je je in alles voegt naar de orde van de Heer!
[9] Weet je wat de Heer tegen Petrus heeft gezegd, toen deze ook vanuit zuivere deemoed zich door Hem niet de voeten wilde laten wassen? Zie, hetzelfde zou de Heer ook tegen jou kunnen zeggen, als je hardnekkig aan je deemoedige eigenzinnigheid zou willen vasthouden! Ga daarom maar daarheen, waar ik je naar toe stuurde. Doe, wat ik je vanuit de Heer heb aanbevolen, dan zal hier in je huis alles meteen een ander aangezicht krijgen. Maar voor je je met het nieuwe gewaad bekleedt, moet je dit oude tot op de laatste draad afleggen, en uit een kom die ook voor je klaar staat het water nemen en daarmee je voeten wassen. Heb je dat gedaan, open dan pas de gouden kist, neem de kleren er uit en kleed je daarmee aan!'
[10] BISSCHOP MARTINUS zegt: 'Ja, als het zo ligt, dan moet ik wel doen, wat jij me in naam van de Heer hebt geboden. Weet je beste broeder, graag doe ik dat nog steeds niet, omdat ik daarin toch - niettegenstaande je verhelderende uitleg - een soort van ijdelheid ontdek. Maar omdat het zo nu eenmaal volgens de orde van de Heer is, zal ik dit in naam van de Heer dan toch maar doen. Waar zal ik dan het kleed, dat ik op dit moment draag laten? Misschien als eeuwig aandenken in die gouden kist?'
[11] BOREM zegt: 'Maak je daar niet druk om, daarvoor zal een ander wel zorgen.'
[12] BISSCHOP MARTINUS gaat nu naar de kist en kijkt 'n paar keer om zich heen, of niemand hem zal zien. Als hij zich echter achter een sierlijk scherm bevindt, waarachter hij door de vele gasten in zijn huis niet gezien kan worden, kleedt hij zich haastig uit. Hij legt de oude kleren op een hoop voor zich neer, waarop deze meteen verdwijnen. Daarna schept hij met zijn hand water uit genoemd bekken en wast zijn voeten. Als deze gewassen zijn, springt de gouden kist meteen vanzelf open en de goede Martinus is ook al gekleed in een purperen gewaad, dat geheel omzoomd is met de mooiste sterren. En op zijn hoofd heeft hij een hoed, die veel machtiger straalt dan de zon!
[13] Op het moment echter, dat bisschop Martinus zo is gekleed, wordt ook zijn huis van binnen zo geweldig groot, dat het hem nu honderd keer groter voorkomt dan voorheen. Meteen gaan ook de toegangen naar de galerijen open, die tot nu toe niet konden worden ontdekt.
[14] Als bisschop Martinus dit alles nu plotseling ontdekt, wordt hij vervuld van zo' n gelukzalig gevoel, dat hij met tranen van ontroering Mij luid begint te loven en te prijzen.
[15] Als hij echter al lovend en prijzend langzaam aan helemaal in tranen raakt, komt Borem ook in eenzelfde kleed en zegt: 'Nu, broeder, hoe komt je dit nu voor? Voel je je nu ook ijdeler?'
[16] BISSCHOP MARTINUS zegt: 'O broeder, nu pas voel ik hoe klein ik ben - en hoe oneindig groot de Heer is!'
[17] BOREM zegt: 'Kom dan nu mee; want alles is al gereed gemaakt om je als de eigenaar van dit huis te begroeten. Verheug je, dat zal een geweldige begroeting zijn!'
«« 87 / 204 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.