[2] Ze bevinden zich nog steeds op de derde heuvel dichtbij de kleine tempel, die daar niet meer dan 77 zuilen heeft. En kijk, B loopt juist weer naar A toe en vraagt hem het volgende: ‘Broeder, wat denk jij in jouw wijsheid: hoe lang zal het de grote God behagen het van zijn grote druk ontlaste gezwel zo open te laten staan?’ - A zegt: ‘Broeder, je weet toch dat er niets is wat wij met meer moeite bepalen dan de tijd. Hoe kun je mij zoiets vragen? Maar geef mij een tijdmeter, dan zal ik het je wel zeggen’. - B zegt weer: ‘Beste broeder, kijk, daar waar wij onze tijdmeter hadden opgesteld staat nu water; ik kan je nu dus geen tijdmeter verschaffen. Maar je kunt me tenminste toch wel zeggen hoe ver ik met een gemiddelde bewegingssnelheid zou kunnen komen, tot de geweldige uitstulping weer helemaal in de diepte wegzakt naar zijn vorige positie?’ - En A zegt weer: ‘Je zou in die tijd wel zevenenvijftig miljoen kunnen doen, tot de uitstulping weer volledig in de diepte wegschrompelt, tot een litteken wordt en het litteken zelf tenslotte geneest tot een gladde bodem van het grote meer’.
[3] Nu zullen jullie misschien vragen: Waarom stellen de zonnebewoners de tijd eigenlijk niet vast in jaren, dagen en uren? - Het antwoord op deze vraag ligt voor de hand; want op de zon is het nooit nacht, maar onafgebroken dag. Er is evenmin een maan, naar wiens omloop de zonnebewoners de tijd zouden kunnen bepalen.
[4] Bovendien zijn de sterren van de hemel vanaf deze gordel ook het slechtst te zien, aangezien in deze streek van de zon de lucht het onrustigst is, omdat die door de machtige draaiing van de zon het meest wordt rondgestuwd. Door deze omstandigheid ontbrandt de lucht hier ook het meest en gaat die met name in de hogere regionen buitengewoon sterk stralen, en door dit nagenoeg constante stralen kan men vanaf het eigenlijke zonnelichaam niet zo goed in de vrije scheppingsruimte kijken als vanaf die plaatsen op de zon, waar de lucht in veel mindere mate opgestuwd en onder druk gezet wordt (wat met name in de poolstreken het geval is).
[5] Kijk, om die reden kost het de zonnebewoners van deze gordel nogal wat moeite om de tijd te bepalen, omdat ze geen ochtend, geen middag, geen avond en dus ook geen nacht hebben. - Maar wat doen ze dan, om toch een tijdrekening te hebben?
[6] Ze laten behoorlijk hoge bomen uit de grond groeien, waarvoor ze niet veel tijd, moeite en werk nodig hebben. De een of andere leraar vormt in zijn idee een beeld van zo’n op te richten boom. Als hij het beeld ervan eenmaal volledig heeft gevormd, buigt hij zich naar de zonneaarde, krast hij met een spits instrument een groef in de aarde, steekt het spitse instrument dan zo diep mogelijk in de aarde en trekt het er weer uit; dan strijkt hij met zijn vingers over de groef en het gemaakte gat in het midden daarvan en zegt, nadat hij dit heeft gedaan: ‘Dat de wil van de grote God geschiede!’. - En weldra begint dan de genoemde boom uit de aardbodem van de zon op te schieten. Als de boom er na korte helemaal staat overeenkomstig de wil van degene, die hem heeft uitgebeeld, wordt hij gebruikt voor het doel waarvoor hij uit de bodem van de zon werd geroepen.
[7] Omdat we zojuist over een boom hebben gesproken, die de tijd moet aangeven of liever moet dienen om de tijd te meten, willen we bij deze gelegenheid dan ook kijken, hoe zo’n boom voor het besproken doel gevormd en gebruikt wordt.
[8] Jullie hebben op aarde vast al eens een tuinspel gezien, dat ‘duiven schieten’ heet. Kijk, zo ziet ook zo’n boom eruit; alleen zijn er geen takken afgehakt en heeft hij geen ingeboorde zijstokjes, maar het is een ronde boom, ongeveer vijf klafter in doorsnee en ongeveer driehonderd klafter hoog, waaruit aan twee kanten in plaats van takken zijstokjes als reusachtig grote ossenhorens gegroeid zijn. Helemaal bovenaan kromt de boom zich zijwaarts over een afstand van ongeveer vijf klafter, en is daar als sier van een willekeurige kroon voorzien. Aan deze zijwaarts uitstekende boog wordt een lang touw gebonden, en helemaal onderaan, niet van de grond, wordt aan dit touw een kogelrond, relatief zwaar slingergewicht gehangen. Vervolgens pakt een mens de bol en slingert die zo ver zijn kracht dat in één worp toestaat. Daarna slingert deze pendel geruime tijd. En aan de hand van de slingeringen van deze lange pendel wordt daar het allermeest de tijd bepaald.
[9] In ongeveer een halve minuut maakt zo’n pendel één slingering. - En een bepaald aantal van zulke slingeringen bij elkaar opgeteld leveren dan een spanne tijds op, die zij ongeveer zo aannemen als jullie een uur. De gehele slingertijd vanaf de worp tot aan volledige stilstand beschouwen de zonnebewoners ongeveer als wat jullie een dag noemen.
[10] Maar wat gebeurt er daarna, wanneer zo’n tijdmeter opgehouden heeft te slingeren? Dan is de tijdwachter alweer bij de hand en slingert de pendel opnieuw. Die bezigheid is bij de zonnebewoners een buitengewoon aanzienlijk ambt. Want de zonnemensen hebben een buitengewoon hoge dunk van hem en beschouwen hem als de allerbelangrijkste persoon in een gemeenschap. Want zij zeggen: ‘Als hij niet constant over de pendel zou waken, zou immers niemand weten wanneer hij geboren werd en hoe oud hij al is’.
[11] Daarom komt er hier en daar ook omkoping van deze tijdwachters voor; want niets vinden de zonnebewoners bezwaarlijker dan de ouderdom. Alleen is het daar heel gemakkelijk om weer jong te worden; men hoeft alleen maar met zo’n tijdwachter af te spreken dat hij de pendel een tijdlang laat rusten. Een dergelijke rust gooit onmiddellijk alle eerdere tijdrekeningen overhoop en maakt ze tegelijkertijd ook volkomen ongeldig, en dan beginnen ze weer opnieuw te tellen.
[12] Nu zullen jullie waarschijnlijk zeggen: Ja, maar hoe zit dat nou met het vorige slinger-tijdsbestek, dat vóór de stilstand verlopen is? - Daar wordt geen rekening meer mee gehouden, omdat men de duur van de stilstand niet kan bepalen. Daarom worden bij een opnieuw begonnen, door de slingeringen gemeten tijdsbestek alle mensen weer even oud. Want dat kan daar ook heel gemakkelijk het geval zijn, omdat het ouder worden daar absoluut niet in de natuur geworteld is; maar een volgens jullie tijdrekening verscheidene honderden jaren oud mens ziet er nog even fris en monter uit als hij er wellicht in zijn twintigste levensjaar volgens jullie tijdrekening uitzag. Daarom lukt het zich-jonger-maken daar ook, wat de tijdsduur van het leven betreft. En zo onderscheidt oud en jong zich alleen in wijsheid.
[13] Om deze reden bestaat de voorliefde om voortdurend jong te zijn alleen meer bij het vrouwelijke geslacht, en bij het mannelijke geslacht alleen dan, wanneer ze zich met een vrouw in de echt willen verbinden. Maar wanneer het erom gaat een belangrijk ambt te krijgen, worden zelfs de stilstanden van de pendel geteld, zodat bij zulke gelegenheden menigeen dan beweert zo’n hoge leeftijd te hebben, dat hij ook door de werkelijk wijze leraren en verleners van het ambt hartelijk wordt uitgelachen. - Bij zulke gelegenheden wordt de leeftijd dan echter ook niet aan de hand van de aangetoonde slingeringen van de pendel beoordeeld, maar aan de sollicitant worden door de leraren in een speciaal daarvoor bestemde tempel heel moeilijke vragen ter beantwoording gegeven; als hij deze naar volkomen tevredenheid van de leraren beantwoordt, dan wordt hij door hen weldra geschikt verklaard voor het ambt en wordt hem een getal gegeven, dat zijn leeftijd aangeeft. En ook al is zo’n ambtskandidaat in natuurlijk opzicht niet ouder dan dertig, dan wordt hij toch op grond van zijn wijsheid voor zestig verklaard.
[14] Nu zullen jullie vragen: Wat voor verschillende ambten zijn er eigenlijk? - Ik zeg jullie, op geen enkele planeet zijn er zoveel en zo verschillende als hier. Hoewel er weliswaar geen overheidsfuncties en dergelijke andere ambten zijn, zoals bij jullie op aarde, bestaan er niettemin een heel legioen andere, waar jullie tot nu toe natuurlijk geen voorstelling van kunnen hebben. Laten we daarom direct verscheidene van de belangrijkste ambten bespreken.
[15] De eerste en voortreffelijkste ambten zijn de leerambten, waarvoor er ook, met name in deze gordel, een vrijwel eindeloos groot aantal van de prachtigste leertempels op de heuvels bestaan, waarin de zonnemensen altijd over al het mogelijke onderricht worden.
[16] Een tweede voornaam ambt is het ambt van priester; dit houdt in, dat deze priesters allerijverigst in het goddelijke Wezen en Zijn orde moeten bestuderen. Desondanks zijn de leraren van de eerste soort toch verhevener; want zij zijn de eigenlijke opperpriesters en daardoor ook de regenten van het hele volk.
[17] Een ander ambt houdt in, dat daardoor de wil van de mensen geleid, geordend en ontwikkeld wordt overeenkomstig de wil van God; er wordt hun in theorie en praktijk, zoals jullie plegen te zeggen, getoond dat de mens met zijn wil alleen dan met volle kracht kan werken, wanneer deze in volkomen harmonie verkeert met de wil van de grote God. - Daarom is het ook de eerste plicht van ieder mens om deze allermachtigste en allerheiligste wil bovenal te onderzoeken en te leren kennen; want zonder die wil is niemand in staat een plant aan de bodem te ontlokken.
[18] Dat wordt hun ook in de praktijk getoond, doordat een leraar de een of andere leerling kiest en hem opdraagt om overeenkomstig zijn eigen wil een groef in de grond te maken, daar dan met zijn vingers over te strijken en vervolgens zijn idee daaruit te laten opkomen; maar in dit geval ontstaat er geen vrucht en geen plant. - Daarop toont de leraar hun weer de wil van de grote God, laat hen die in zich opnemen, daarna een groef in de aarde maken en met hun vingers bestrijken en vervolgens, zich bewust van de wil van de grote God, het idee uit de bodem laten opkomen. En direct zien de leerlingen de macht van de wil in - wanneer die harmonieert met de wil van de Allerhoogste!
[19] De leraren tonen hun ook, dat de mens weliswaar alles wat hij wil aan de aardbodem kan ontlokken; alleen moet hij dat niet als het ware vanuit eigen macht willen doen, maar door het gebed en de macht van de wil van de grote God. En ook dit wordt de leerlingen weer praktisch getoond.
[20] Kijk, dat is een heel belangrijk ambt; want in dit ambt wordt de zonnelandbouw in de eigenlijke betekenis onderwezen.
[21] Een ander ambt houdt in, dat aan de mensen de orde wordt getoond, waarin zij bepaalde werkzaamheden moeten ondernemen. En ook dit ambt is weer van groot belang; want hier leren de zonnemensen geen andere orde dan die van Mij kennen. Ook hier wordt hun weer door onderricht en oefening getoond, hoe een aan deze orde tegengestelde wanorde een vernietigende invloed heeft op alles, wat de goddelijke orde heeft voortgebracht; en er wordt hun getoond hoe zo’n gebrek aan orde het leven in gevaar brengt van alles, wat er op de zeer uitgestrekte bodem leeft en beweegt.
[22] Nog een ander ambt beheert het verdelen van de grond van de zon. Want hoewel er op de zon eigenlijk geen eigendomsrecht bestaat, vindt zo’n verdeling toch plaats ter wille van de orde. En er wordt de mensen aangeduid waar zij dit of dat aan de bodem mogen ontlokken en in welke orde dat dient te gebeuren, opdat er geen bomen, gras en planten door elkaar groeien, maar alles in een bepaalde, goede orde is. Kijk, ook dat is een heel goed ambt, als gevolg waarvan deze hele, buitengewoon grote zonnegordel zich enkel voordoet als een buitengewoon grote, onafgebroken tuin, opgesierd met de prachtigste en meest uiteenlopende groepen bomen, struiken, planten en grassen, die, zoals reeds gezegd, bij iedere afzonderlijke zonnebewoner, met name van deze gordel, totaal verschillend zijn - wat juist de bekoorlijkheid en de schoonheid van deze grote landstreken onbeschrijfelijk veel groter maakt.
[23] Een ander ambt, dat al veelzijdiger is, leert de mensen hoe zij de voortgebrachte producten van de bodem moeten gebruiken, en leert hun tegelijkertijd de juiste matigheid in alle dingen.
[24] Een ander ambt gaat over het dierenrijk en verdeelt dit in klassen, onderwijst het nuttige gebruik ervan en leert de mensen ook inzien, waarom zij niet in staat zijn om ook dieren met hun wil voort te brengen. - Een ander ambt leert, hoe men zich moet gedragen bij de verschillende luchtbewegingen en vurige winden vanaf de bergen. - Weer een ander ambt leert de mensen door een soort schrifttekens, die enigszins op jullie cijfers lijken, de verschillende betrekkingen van de dingen te noteren, ze aan de hand daarvan te herkennen en ze ook aan anderen mee te delen. - Weer een ander ambt gaat over de bouwkunde en onderwijst hoe de woonhuizen, de verschillende ambtshuizen, de leertempels en tenslotte de Godshuizen gebouwd moeten zijn; daardoor ontwikkelt het een eigen klasse van mensen, die zich dan met niets anders bezighouden dan met datgene, wat de bouwkunde aangaat. - En zo zijn er, zoals gezegd, nog een groot aantal ambten, waarvan wij er bij een gunstige gelegenheid nog verscheidene zullen leren kennen.
[25] Nu werpen we echter nog een blik achterom naar ons vroegere gezelschap, en zien hoe dit zich reeds van de derde heuvel af begint te begeven naar de tweede heuvel, waar zich een grote tempel bevindt. Want het gezwel is alweer zover teruggeweken, dat het water weer van de eerste heuvel, waar zich zo’n tijdmeter bevindt, is verdwenen. En dus rent iemand van het gezelschap erheen om de pendel weer aan het slingeren te brengen, om nog nauwkeuriger het verloop van het hele gezwel te kunnen bepalen.
[26] Voor vandaag zullen we ons sterk glanzende gezelschap echter niet langer meer gadeslaan; in plaats daarvan zullen we het verdere verloop van de dingen bij de volgende mededeling wel inhalen. En dus is het genoeg voor vandaag!
«« 11 / 74 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.