[2] Deze twee volgende gordels zijn dus tegenhangers van de planeten Mercurius en Venus, welke twee planeten door de bewoners van deze twee nevengordels ook heel goed gezien worden, en wel Mercurius zo groot als jullie maan en Venus ongeveer de helft kleiner.
[3] Van deze twee gordels correspondeert met name de noordelijke met Mercurius en de zuidelijke met Venus. En dus kan op de noordelijke gordel ook alles aangetroffen worden - natuurlijk wel op een veel volmaaktere wijze - wat op de planeet aangetroffen wordt. Evenzo biedt de zuidelijke gordel in volmaaktere vorm datgene, wat de planeet Venus bevat.
[4] Het was nodig dit van tevoren op te merken, opdat jullie al van tevoren kunnen weten hoe het zit met deze nevengordels, en opdat jullie, wanneer jullie volledig op de hoogte zijn van deze gordels, ook met de planeet zelf behoorlijk vertrouwd kunnen raken.
[5] Maar opdat er bij het beschrijven geen verwarrende verwisseling in jullie gemoed optreedt, zullen we hoofdzakelijk alleen de noordelijke gordel aan onze beschouwing onderwerpen, en de zuidelijke gordel alleen noemen, wanneer die soms afwijkt van de noordelijke.. Want jullie moeten van tevoren nog weten, dat de planeet Mercurius en de planeet Venus vrijwel dezelfde gesteldheid bezitten. Zo zijn de bewoners van de planeet evenals de bewoners van de planeet Venus vrijwel uitsluitend wijsheidsmensen. Het verschil tussen hen is alleen gelegen in het feit, dat de bewoners van Mercurius wijs willen worden, en dat ook inderdaad worden, via de weg van eigen, aanschouwelijke ervaringen, waaruit ze dan allerlei veronderstellingen en wijze conclusies trekken; vandaar dat deze mensen ook als geesten nog buitengewoon reislustig zijn en de hele schepping met eigen ogen willen bekijken, om zich zodoende op de hoogte te stellen en zich naar hun innerlijkste wezen ervan te overtuigen, dat hun conclusies van wijsheid tijdens hun lichamelijke leven geen verkeerde conclusies waren. Dat is dus het wezen of in zekere zin de voornaamste eigenschap van de bewoners van de planeet Mercurius.
[6] Als jullie de bewoners van Venus willen beschouwen, die zijn in feite hetzelfde als de bewoners van de planeet Mercurius; alleen beginnen ze met hun wijsheidsschool daar, waar de Mercuriusbewoners met hun scholing ophouden. Met andere woorden: de Mercuriusbewoners denken eerst na, aan de hand van de opgedane ervaringen, en kijken als laatste. De Venusbewoners kijken echter eerst en denken het laatst, aan de hand van de opgedane ervaringen.
[7] Wanneer jullie dit gegeven op de juiste wijze bekijken, zullen jullie zonder meer moeten zeggen dat daar geen groot verschil tussen bestaat - zoals bij een muzikale toonladder. Of die namelijk omhoog of omlaag gaat maakt voor het gehoord wel verschil; maar desondanks blijven de toonhoogten dezelfde, of ze nu dalen of stijgen.
[8] Om die reden worden ook bij voorkeur deze twee zonnegordels corresponderende gordels genoemd, omdat ze een onderlinge betrekking hebben zoals zojuist duidelijk uiteengezet is. Om dezelfde reden zullen jullie ook gemakkelijk inzien, waarom het hier niet nodig is elk van deze twee gordels afzonderlijk te behandelen, maar alleen de noordelijke. Want uit de gesteldheid van deze gordel zijn aan de hand van de hiervoor gegeven maatstaf immers gemakkelijk conclusies te trekken over de zuidelijke gordel, zoals ook uit een stijgende toonladder weer gemakkelijk een dalende afgeleid kan worden - aangezien toch overal één en dezelfde grondtoon de basis vormt.
[9] Voordat wij echter naar de mensen zelf over zullen gaan, moeten wij de gesteldheid van het land van onze gordels nader in ogenschouw nemen.
[10] Jullie weten dat de belangrijkste middengordel begrensd wordt door twee onoverklimbare, hoge en ononderbroken doorlopende bergketens. Deze twee bergketens scheiden dus ook onze twee nevengordels van de hoofdgordel.
[11] Op de hoofdgordel hebben we gezien, hoe er vanaf deze twee belangrijkste bergketens een groot aantal kleinere bergketens kriskras over de hele, grote gordel lopen. Dat is aan de kant van de twee nevengordels echter niet zo. Want daar lopen de wanden van deze hoge bergketens helemaal loodrecht af naar de vlakte, die daar helemaal vol staat met water. Zo loopt er dus langs de hele berggrens, waardoor de twee nevengordels van de hoofdgordel worden gescheiden, een tamelijk brede watergordel. De breedte ervan, die natuurlijk niet overal hetzelfde is, zou gemiddeld zo’n tweeduizend mijl kunnen zijn.
[12] Na deze ringvormige zee begint pas het bewoonbare land. Het land zelf, zowel dat van de noordelijke als de zuidelijke gordel, is uiterst bergachtig en heeft weinig vlak land en dus ook geen grote wateren. De grootste rivieren en meren zijn misschien even groot als jullie Donau en eventueel het Bodenmeer; maar kleinere rivieren en meren zijn er heel veel.
[13] Het land zelf, dat loopt tot aan een volgende onoverklimbare grote bergketen, heeft, in jullie afmetingen, een breedte van gemiddeld vijfduizend mijl en wordt in de richting van de tweede grote bergketen tamelijk vlak. Het is echter niet zo dat het land hier lager wordt, maar de bergen van het land zelf rijgen zich dichter aaneen en vormen dan met hun hoogste toppen in zekere zin een nog tamelijk breed en vlak hoogland, dat ook heel druk bewoond wordt en het voornaamste woongebied vormt.
[14] Het bewoonbare land op deze noordelijke gordel is net zo gevormd als dat van de zuidelijke gordel, die recht tegenover de noordelijke ligt - en wel zo, dat ook op de zuidelijke gordel na de hoge bergketen eerst een watergordel komt en daarna een heel bergachtig land, dat eveneens in de richting van de volgende keten van hoge bergen vlakker wordt.
[15] Wanneer jullie deze twee gordels nu tegen elkaar houden, zullen jullie van noord naar zuid vanzelfsprekend opmerken, dat op de noordelijke gordel het hoogland het noordelijkste gedeelte is; in het midden ligt het gewone, lagere bergland, en het zuidelijkste gedeelte van deze gordel wordt gevormd door de watergordel. - Op de zuidelijke gordel is het precies omgekeerd; want daar vormt de watergordel het noordelijkste gedeelte; het middelste gedeelte is eveneens het lagere berglandschap, en het zuidelijkste gedeelte wordt ingenomen door de hoogvlakte.
[16] Kijk, dat is dus de overeenkomst tussen deze twee gordel, namelijk dat de ene gordel, vanuit één richting bezien, aan de zuidkant ophoudt met datgene waar de andere gordel aan de noordkant mee begint - en omgekeerd. Alles wat er hierna over deze twee corresponderende gordels volgt zullen jullie in deze verhouding aantreffen.
[17] Maar om trouw te blijven aan onze oude volgorde zullen we ook bij de nadere beschrijving met de mensen beginnen. - Wat voor soort mensen leven hier op de noordelijke gordel, en hoe zien ze eruit?
[18] Wanneer jullie de mensen van de planeet Mercurius zouden kennen, zou Ik jullie zeggen: Ze zien er precies zo uit als de mensen van deze gordel, en de mensen van de zuidelijke gordel zien er ook zo uit als die van de overeenstemmende planeet. - Maar omdat jullie dat natuurlijk nog niet weten, moet Ik jullie deze mensen natuurlijk enigszins nader en aanschouwelijk beschrijven, en wel het eerst wat hun gestalte betreft.
[19] De mensen zijn in lichamelijk opzicht iets groter dan die van de hoofdgordel en ook groter dan hun overeenkomstige broeders op de planeet. Maar ze zijn ten eerste niet zo glanzend mooi als de mensen van de hoofdgordel. Toch zijn ze nog veel mooier dan die van de overeenkomstige planeet en ook aanzienlijk mooier dan de mensen op jullie aarde.
[20] De oorzaak daarvan is hun wijsheid; want het behoort tot de basis van de wijsheid, dat zij het uiterlijke buitengewoon mooi vorm geeft. - Bij de liefde is het omgekeerde het geval; daar is het innerlijke vol oneindige schoonheid en het uiterlijke daardoor eenvoudig en sober. Daarom moet een eventuele uiterlijk grotere schoonheid ook niemand van de wijs brengen, omdat die bij lange na niet zo’n hoge waarde heeft als de innerlijk schoonheid; want die verhoudt zich als de schoonheid van een kristal, dat veel minder waard is, tot de oorspronkelijk grove gedaante van een diamant. Deze glanst in zijn natuurlijke staat weliswaar onvergelijkelijk veel minder dan een kristal, dat reeds van nature geslepen is; maar wanneer de diamant geslepen wordt en dan zijn innerlijke helderheid toont, vraag jezelf dan eens af in hoeverre de helderheid en dus ook de schoonheid van het kristal dan niet achterblijft bij de vurige kleurenpracht van een diamant?
[21] Uit dit kleine voorbeeld mogen alle ware kinderen van de liefde een zeer waarachtige geruststelling putten, en dus jullie ook, ook al horen jullie over menselijke vormen met nog zulke grote uiterlijke schoonheid. Want Ik zeg jullie: één enkel hart op aarde, dat Mij werkelijk liefheeft, weegt op tegen alle denkbare schoonheid van een heel zonnenheelal. Ja, Ik zeg jullie nog meer dan dit: zo’n hart is onuitsprekelijk veel mooier dan de hele wijsheidshemel van de engelen, en ook mooier dan de tweede liefdeswijsheidshemel van de hogere engelengeesten.
[22] Meer hoef Ik jullie niet te zeggen. - Wanneer Ik jullie nu de schoonheid van de mensen van deze gordel nader zal onthullen, kunnen jullie dus al van tevoren weten hoe het daarmee gesteld is.
[23] De volgende keer zullen we dus de vorm en de gestalte nader beschouwen, die zich dus ongeveer verhouden als de wijsheid en de basis daarvan. En dus genoeg voor vandaag!
«« 25 / 74 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.