[2] Iedereen heeft dus overal het recht zijn behoeften te bevredigen met wat de grond normaal gesproken van nature oplevert. Wat iemand echter door zijn wil aan de grond kan ontlokken, is zijn persoonlijk eigendom. Maar volgens de bij hen bestaande vriendschapswetten mag hij van datgene, wat hijzelf heeft gekweekt, tenminste eenderde deel aan de gemeenschap ten goede laten komen. - Hetzelfde is het geval met het in bezit nemen van land, wanneer dat zoals jullie plegen te zeggen ‘toevallig’ gebeurt, of waarvan jullie meestal zeggen: Dat is een land zoals het hoort; want daar vliegen je de gebraden duiven vanzelf in de mond!
[3] Jullie zullen je nog kunnen herinneren, dat de lucht van de planeet Miron niet zelden op wonderbaarlijke wijze levensmiddelen voortbrengt, die alleen maar gevangen en naar de mond gebracht hoeven te worden. - Nog sterker is dat op deze gordel van de zon het geval, en heel speciaal op de noordelijke. Want omdat de poolstreken van de zon die plaatsen zijn, van waaruit het hele leger van planeten zijn rijkelijke voeding krijgt, kunnen jullie je gemakkelijk voorstellen dat er bij zulke rijke gaven niet zelden een groot aantal kruimels boven de gebergten van de poolgebieden in de zevende gordel verdwalen. - En zo valt er voor de bewoners van deze gordel ook altijd iets te snoepen.
[4] Om deze reden is ook het klimaat van deze gordel beduidend koeler dan dat van de andere gordels. De lucht van deze gordel is constant vol van allerlei vruchtbare dampen, waaruit tenslotte allerlei goede dingen in lichamelijke vorm verschijnen - welke verschijnselen de bewoners van deze gordel niet minder welkom zijn dan de Israëlieten de regen van manna in de woestijn. - Wat de lucht dus zomaar oplevert, behoort toe aan degene die het het eerst heeft gevonden en het vervolgens in bezit nam; maar hij mag altijd de helft aan de gemeenschap ten goede laten komen. - Daaruit bestaan de maatschappelijke regels van deze bewoners.
[5] Aangezien deze grootste mensen van de zon geen huizen hebben, is de vraag: Hoe wonen ze dan? - Zij zoeken op de heuvels, die behoorlijk groot zijn, die vlakke en zachte stukken uit. Hierop laten ze een dicht soort gras groeien, dat heel elastisch is en niet zelden een hoogte van verscheidene klafter bereikt. Zo’n grasvlakte, die vaak één tot drie vierkante mijl in beslag neemt, beplanten ze rondom met buitengewoon hoog opgroeiende, reusachtige vruchtbomen. Zo’n vlakte, omringd door zulke bomen, is dus het algemene woonhuis, waarvan een gedeelte door de mannen en een gedeelte door de vrouwen bewoond wordt. Dit soort woonhuizen, of liever woonplaatsen, zijn nooit helemaal regelmatig van vorm, maar richten zich naar de vlakte van zo’n heuvel.
[6] Al het overige land rond zo’n heuvel, dat niet zelden een oppervlak van achthonderd tot duizend vierkante mijl heeft, is algemene grond, die aan de bewoners van de woonvlakte ten goede komt.
[7] Wie is eigenlijk de voornaamste van zo’n gezelschap? - De orde is hetzelfde als op de planeet. De ouders zijn alles voor hun kinderen. En de oudste - of als er meerdere zijn - wordt in belangrijke kwesties geraadpleegd, welke raad dan ook altijd zeer ijverig wordt opgevolgd.
[8] Welke betrekkingen hebben zulke gezelschappen onderling? - Buitengewoon vriendschappelijke, wanneer ze samenkomen. Want bij hen bestaat er geen verschil, en wel allerminst op de manier zoals de bewoners van de aarde daarover oordelen, aangezien zij met hun donker gekleurde broeders handel drijven zoals met dieren. Integendeel, op deze zonnegordel wordt een mens door iemand met een andere huidskleur steeds hoger geacht dan iemand met dezelfde kleur, en wel om reden dat de bewoners geloven, dat de grote Schepper in de verschillende kleuren een nieuw bewijs van Zijn ontoegankelijke wijsheid heeft willen geven. Daarom speuren deze mensen dan ook ijverig na, of ze misschien een aanwijzing kunnen vinden om daaruit of daarin te weten te komen, welke zeer wijze bedoeling de grote, almachtige Schepper wellicht met deze kleuring gehad zou kunnen hebben. Om die reden spreken zij ook heel zorgvuldig met zo’n anders gekleurd mens, om eventueel door zijn uitlatingen de innerlijke wijsheid op het spoor te komen. En dan is ieder woord uit de mond van zo’n anders gekleurd mens als een gevonden schat, die aan alle kanten zorgvuldig bekeken, ontleed en tot in zijn diepste kern geteld wordt.
[9] Zo zijn ook de verschillende lengten van de mensen op deze gordel een belangrijke reden voor wederzijdse achting; want deze worden net zo beschouwd als de kleuren.
[10] Zijn de bewoners van deze gordel ook zo bedrijvig als die van de planeet? - Niet echt. Want veel dingen, die voor de bewoners van de planeet nodig zijn, hebben zij niet nodig; omdat ze namelijk geen huizen en zelfs geen kleren hebben, vallen daarmee ook veel takken van materiële bedrijvigheid weg.
[11] Maar wat aan de andere kant de diepere, geestelijke kennis en wetenschap betreft, daarin zijn zij buitengewoon superieur aan de bewoners van de planeet. - En tevens hebben zij behalve hun sterke wil geen andere instrumenten dan hun beide handen en hun gezonde zintuigen.
[12] Hoe staat het met de muziek? - In materieel opzicht, zoals jullie plegen te zeggen, heel slecht. Want noch zij bezitten muziekinstrumenten, noch kunnen zij met hun stem, die te laag klinkt, iets voortbrengen wat op muziek lijkt. Maar des te muzikaler zijn ze in hun geest, als gevolg waarvan ze het speciale, innerlijke vermogen hebben om elkaar hun innerlijke geestesconcerten even hoorbaar en voelbaar mee te delen als jullie je door woorden en gedachten kunnen uiten.
[13] Maar hoe gebeurt dat? - Op nagenoeg dezelfde manier als veel zogeheten ‘somnambulen’ bij jullie heel duidelijk die klanken en harmonieën kunnen horen, die hun zogenaamde magnetiseur in zichzelf denkt en voelt. - Nu zullen jullie wel vragen: Hoe is dat nu mogelijk? - Op deze vraag zeg Ik jullie ten eerste, dat de geestelijke mens evengoed oren en alle overige zintuigen heeft als de natuurlijke mens. Maar even goed als de natuurlijke mens met zijn natuurlijke zintuigen het gezang van een ander mens kan horen, kan de geest dat met zijn onvergelijkelijk veel verfijndere zintuigen - en nog onvergelijkelijk veel volmaakter. - Daarmee is echter toch duidelijk, dat mensen ook zonder instrumenten en zonder het materiële vermogen om te zingen nog altijd zeer bekwame musici kunnen zijn. Want als dat niet zo zou zijn, zou er onder jullie ook nooit muziek ontstaan zijn. Want waar zou de eerste musicus het vandaan hebben gehaald, als zijn geest niet reeds een bekwaam musicus was geweest? - Uit wat er nu gezegd is kunnen jullie nu vast wel begrijpen, hoe onze bewoners van de zevende gordel zonder muziekinstrumenten en zonder het uiterlijke vermogen om te zingen uiterst voortreffelijke musici kunnen zijn en hoe ze zich daarin, Mij ten diepste lovend, aan elkaar kunnen verlustigen.
[14] De muziek van de geest moet immers altijd overeenstemmen met de diepste innerlijke lof, die een geest Mij vanuit zijn meest innerlijke, hemels diepte weet te brengen - zoals ook de ‘man naar Mijn hart’ en nog andere bezingers van Mijn eer hebben gedaan en zoals alle engelengeesten van de hemelen altijd doen. - Maar als de muziek beoefend wordt zoals bij jullie, zou het voor heel veel musici beter zijn als ze op de openbare feestelijke gelegenheden met ratelslangen musiceerden in plaats van met hun mooi klinkende muziekinstrumenten, waarvan de klanken, in de geest bij elkaar genomen, niets anders zijn dan een machtige oproep op de bazuin van satan tot de eeuwige dood! - Maar genoeg daarover! - Want tot wat voor ontaarding de muziek tegenwoordig bij jullie gekomen is, weten jullie toch wel.
[15] En hoe staat het met de astronomie van de bewoners van deze gordel? - Heel goed, en wel precies zoals met de muziek. - Met hun ogen zien zij weliswaar - en dat is een uitzondering voor deze gordel, als gevolg van het feit dat deze constant door damp omgeven is - nooit enige ster aan het firmament. Maar met des te meer zekerheid zien zij die in de geest. En op deze wijze zijn zij zo goed thuis in dit vak, dat kosmische gebieden, die voor hen vreemd zijn, hun bijna even bekend zijn als hun gordel.
[16] Ze weten zelfs - zij het ook niet allemaal, maar de meest wijzen onder hen heel zeker - hoe de volmaakte planeet de zon opgebouwd is en wat voor kostgangers deze op zijn oppervlak, in zijn inwendige en ook in de sferen erboven bergt en draagt. Maar zij weten ook, dat zij met hun lichaam net zolang daar moeten blijven als voor hun geest vastgesteld is het te dragen. - De bewoners van deze gordel zijn dus echt niet zo op hun achterhoofd gevallen en onbeholpen als ze in hun reusachtig grote naaktheid in eerste instantie lijken.
[17] Als iemand nu zou willen vragen: Maar waarom zijn deze mensen qua lichaam zo ongelooflijk groot, terwijl hun geest in al zijn volmaaktheid toch niets groters laat zien dan een andere volmaakte geest van een - lichamelijk gezien - onvergelijkelijk veel kleiner mens? - Kijk, dat is weer een vraag, waarop in plaats van een antwoord alleen maar bepaalde andere vragen gegeven kunnen worden. Want zouden jullie niet evengoed kunnen vragen: Waarom is een eik zo groot, terwijl hij zo’n onbeduidende vrucht draagt? En waarom is die appelboom, die de grootste appels draagt, niet alleen in verhouding tot de eik, maar zelf in verhouding tot zijn mede-bomen gewoonlijk de kleinste? Verder kunnen jullie ook nog vragen: Waarom heeft de grote olifant de kleinste ogen in verhouding tot andere dieren; en waarom hebben een vlieg en nog andere dergelijke vliegende insecten de grootste ogen, in verhouding tot hun kleinheid?
[18] Zo zouden er nog heel veel enigszins grappige vragen te stellen zijn. Maar laten deze voldoende zijn om jullie en menig ander duidelijk te maken, dat Ik een groot aantal eigenaardigheden heb, waarover Ik niet altijd genegen ben rekenschap af te leggen - met name niet tegenover mensen in hun natuurlijke toestand, waarin zij - op grond van Mijn redenen, die heel specifiek en welberekend zijn - niet toegankelijk zijn voor hogere wijsheid. - Maar als deze toestand van beproeving52 volledig voorbij zal zijn, zal er altijd nog wel tijd zijn om de hele eeuwigheid door de volmaakte geesten in alle wijsheid binnen te leiden. Daarom zullen we onze grote mensen op deze mensen voorlopig maar laten zoals ze zijn. Later zal er voor de geest wel een gelegen tijdstip komen, waarop deze dat allemaal zal leren inzien.
[19] Aangezien wij nu de maatschappelijke betrekkingen van de bewoners van onze zevende gordel helemaal bekeken hebben, zullen wij ons de volgende keer naar de religie van deze mensen wenden, waarbij nog menige schijnbare tegenstrijdigheid in de beschrijving van de zon opgelost zal worden. - Genoeg dus voor vandaag!
«« 67 / 74 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.