Getuigenis van het Jezuskind over Zichzelf als de echte 'Haastig buit, spoedig roof'. Joram's mening: afwachten, de tijd zal het Ieren! Jezus wijst op Gods almacht binnen Hemzelf. Joram geeft een afwijzend antwoord.

Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel

«« 14 / 33 »»
[1] Ik zei: 'Hier, in Mijnpersoon, staat pas de echte 'Haastig buit, spoedig roof' voor u, een naam van de zoon van een profetes in Jesaja (Jes. 8:1). Gisteren hebben we gesproken over de op komst zijnde Messias. Ik ben u toen als zodanig voorgesteld, en wel op grond van de zuiver op Mij van toepassing zijnde teksten uit de profeet Jesaja. Maar jullie negeerden een en ander.
[2] Gisteren heb Ik slechts gesproken als een dubbelganger van Mijzelf, maar vandaag sta Ik zelf zonder de minste angst tegenover u. En Ik ben ook niet bang voor wie ook op de hele wereld, omdat Ik Mij bewust ben van de eeuwig onoverwinnelijke kracht en macht in Mij, die niet van een vreemde zijn, maar van Mijzelf hoogst persoonlijk! Weer pak Ik datzelfde thema op, en nu vraag Ik u, Joram, heel speciaal wat u daarvan denkt! Spreekt u dus ook maar zonder enige gêne of angst, en fris van de lever! Niemand zal u daar ook maar één haar om krenken!'
[3] Joram zei: 'Wel, lieve beste neef (je zult het mij wel niet kwalijk nemen, dat ik je zo blijf noemen, want ik ben met jouw vader echt nauw verwant), het blijft hoe dan ook een zeer netelige aangelegenheid om zo maar te zeggen: 'Jij bent Degene, Die beloofd is'! Onder bepaalde omstandigheden zou zoiets zelfs nu nog erg riskant kunnen zijn; er zijn immers talrijke voorbeelden van kinderen, die ook in hun prille jeugd vele uitzonderlijke talenten en bekwaamheden aan de dag hebben gelegd. Vaak hebben massa's mensen daardoor in de stomste verbazing gestaan; toch werden die kinderen later doodgewone mensen, aan wie geen spoor meer te ontdekken was van hun jeugdtalenten en -bekwaamheden!
[4] Nu, een dergelijk geval, alhoewel niet waarschijnlijk, moeten wij mensen toch ook bij jou als mogelijk veronderstellen, en daarom zou het ietwat voorbarig kunnen zijn nu maar volledig als juist aan te nemen dat in jou de beloofde Messias schuil zou gaan. En jij, als een voor je jeugdige leeftijd inderdaad verrassend wijze jongen, zult dat zeker niet willen ontkennen! Maar het zou naar mijn mening even onzinnig zijn om als onweerlegbaar te willen pretenderen dat jij de Messias niet zou kunnen zijn, want jouw geboorte, je afstamming en je nog nooit vertoonde bekwaamheden in aanmerking genomen, kan je het evengoed wel als niet zijn! Dus is het naar mijn opvatting zaak, zowel voor jou als voor ons, om af te wachten en te zien wat de tijd brengen zal! Zeg jij mij nu maar eens, of ik gelijk heb of niet!'
[5] Ik antwoordde: 'Wereldlijk bezien, naar het natuurlijk verstand beoordeeld, hebt u duidelijk gelijk! Maar in het menselijk hart is ook nog een dieper gefundeerd en meer verlicht criterium verankerd; dat zou u al wel kunnen zeggen of Ik een jongen ben van het soort dat in latere jaren zijn bekwaamheden en kwaliteiten kan verliezen! Want als Ik de macht bezit om geheel naar Mijn eigen willekeur te scheppen en te vernietigen, hoe zou Ik het dan in Mijzelf laten opkomen om Mijzelf te vernietigen of te ontluisteren!
[6] Ik zeg u dit: het zijn van al wat bestaat hangt uitsluitend af van de Geest die in Mij is. Ik kan dan ook willen wat Ik wil, om te doen geschieden wat Ik wil, zoals ook verzekerd is door de mond van andere getuigen, niet door Mijn Mond alleen. En als dat dan de feiten zijn, hoe zou het dan denkbaar zijn, dat Ik mijn u bekende eigenschappen en kwaliteiten ooit zou kunnen verliezen? En als Ik dat niet kan, wat moet Ik dan dus zijn?'
[7] Joram weer: 'Ja, juist... maar, dat is nog steeds slechts hypothese, en nog lang geen bewijs! Ik zou evengoed van mijzelf kunnen beweren wat jij van jezelf beweert; maar, omdat zoiets wat al te dol zou zijn en bovendien, omdat zoiets bij mij niet te veronderstellen is, zou men mij ofwel geducht uitlachen, dan wel als een idioot in verzekerde bewaring stellen! Jij echter bent een verlichte jongen op nog ontoereikbare leeftijd, die van jongsaf aan een sterke dichterlijke aanleg schijnt te hebben; daarom glimlacht men maar wat over jouw gezonde humoristische uitbarstingen!
[8] Moet je nu toch eens horen, beste jongen die je bent. Hoe kan een mens nu ooit van zichzelf zeggen: 'Door die geest die in mij is, is alles wat bestaat geschapen!'? Dat kan uitsluitende de eeuwige en oneindige Geest van God, Die van nature alom tegenwoordig is! Nee, nu heb je je met je Messias-idee toch wel ietwat geforceerd! Laten we toch steeds nuchter met beide benen op de grond blijven staan, en liever met gepaste vlijt die bodem bewerken, opdat die ons toereikend voedsel oplevert. Dan zullen we er vast wel beter aan toe zijn dan wanneer wij van onszelf iets willen maken dat onmogelijk is, en nooit mogelijk worden kan!
[9] Als de Messias ooit zal komen, komt Hij beslist slechts als een volmaakte mens tot ons, nooit als een god! Maar bij jullie half-Griekse, halfheidense joden is het nu eenmaal gebruikelijk om mensen met uitzonderlijke talenten direkt tot de goden te rekenen en jezelf dan ook nog als zodanig aan te merken en te beschouwen. Maar dat is ernstig fout en zou dus niet mogen gebeuren, want het gaat in tegen Gods gebod, dat luidt: 'Ik alleen ben uw God en Heer, gij zult geen vreemde goden voor Mijn aangezicht hebben!' Maar in Galilea schijnt men het met dat gebod niet zo nauw te nemen, anders kon je nooit op het idee gekomen zijn jezelf voor een god te houden !
[10] Denk er nu in het vervolg goed om dit niet meer te doen en blijf trouw aan de beproefde enige God, ondanks al je buitengewone talenten en bekwaamheden, en laat daarbij de heidenen maar heidenen blijven, dan zal het je op aarde goed gaan! Immers, wat betekent dan de enorme kracht van een reuzenmens tegenover de gebundelde kracht van vele duizenden gewone mensen? En, als dat dan zo is, wat betekent dan nog de kracht van een jongen als jij ? Als David dan nog zegt: 'Oh, hoe volkomen onbeduidend zijn alle mensen bij U vergeleken, o God!' hoe kan een jongen het dan nog in z'n hoofd halen te zeggen dat hij naar zijn geest een god zou zijn, door wie alles wat bestaat is geschapen? Zie je nu dan in, dat je je doel bent voorbijgeschoten?'
[11] De opperpriester merkte op: 'Wel, dat was weer eens een gezond lesje, met ongewoon veel matiging gepresenteerd! En het moet wel volledig juist zijn ook, omdat over de Galileeërs geschreven staat, dat uit dat land geen profeet kan opstaan, dus werpen zij zich maar liever meteen op tot goden, deze halve heidenen! En deze jongen schijnt daartoe een uitstekende aanleg te bezitten! Neen, m'n beste Messias-knaap, zó gemakkelijk kan je ons niets wijsmaken! In Nazareth kan iets dergelijks, maar bij ons in Jeruzalem gaat dat zo maar niet!'
«« 14 / 33 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.