Jezus geeft uitleg over de woorden 'Jeruzalem' en 'Melchizedek'. De Heilige Schrift als woord Gods. Joram wijst op de onbegrijpelijkheid van de Messiasteksten bij Jesaja.

Jakob Lorber - Drie dagen in de tempel

«« 19 / 33 »»
[1] Barnabas zei: 'Beste wonderjongen, wat die twee woorden 'Jeruzalem' en 'Melchizedek' betreft, wij zouden toch gaarne vandaag nog daarover iets van je vernemen.'
[2] 'Dan moet je eens goed acht slaan', zei Ik, 'op de afzonderlijke lettergrepen, die de wortels vormen van de Oud-Hebreeuwse taal; de betekenis ervan is:
[3] Je : dit(is) , Ruh of Ruha : Woonplaats (de), sa : voor (de), lem of lehem : grote Koning. Me of Mei : mijn, resp. van Mijn, L 'chi of lichi : Aanschijn, of Aanschijns, licht(s), Sedek : Zetel. Jij weet, dat de ouden de klinkers die in een woord tussen de medeklinkers komen wel uitspraken, maar uit 'n soort van piëteits-overweging niet opschreven. (Namelijk uit piëteit en eerbied voor de naam van God: JEHOVA, welke naam is gevormd uit de vijf vocalen als volgt: I(=J) E 0 U(=V) A.). Bij zulke, meer dan duizend jaar oude woorden moet je dus weten hoe de klinkers tussen de medeklinkers te plaatsen, dan komt uit de woordkernen de juiste betekenis van zo'n oude naam als vanzelf te voorschijn. Ben je nu met deze verklaring tevreden?'
[4] 'Ja', zei Barnabas, 'dat is voortreffelijk, méér dan ik zeggen kan! Maar hoe kom jij nu ook weer achter deze geheime betekenissen?'
[5] Ik antwoordde: 'Dat is allemaal gebaseerd op hetzelfde principe, namelijk op de kracht van Boven, die Mij verheerlijkt, de kracht van de Geest uit God! Hóe zulks echter mogelijk is, dat kan en zal je nog bij lange na niet inzien!
[6] Want kijk, terwijl jij ook de Schrift leest, vind je daarin voor jezelf niets goddelijks, omdat jij haar voor puur mensenwerk houdt dat bijeen geschreven werd door verschillende mensen, teneinde daarmee hun medemensen beter onder de duim te kunnen houden. Hetzelfde zouden de Egyptenaren (naar jouw mening) hebben bewerkstelligd door middel van hun mystieke en gigantische bouwwerken, en de Hebreeën door middel van hun mystieke geschriften; maar voor een eigentijdse vorming van de mensen van deze tijd zou noch dat eerste, noch dat tweede meer toereikend zijn, en ieder die zich op deze wereld thuis weet, zou dat dan ook allang hebben ingezien en voor bewezen gehouden!
[7] Dat is dan jouw hoogst eigen eerlijke en dus juiste geloofsbelijdenis! Maar ik zeg je: wie de Schrift beoordeelt zoals jij, zal er nooit iets goddelijks in kunnen vinden en ook in de toekomst een materialistische, wereldse domoor blijven! Hij moge dan af en toe ook wel eens oog hebben voor bijzondere dingen en verschijnselen, maar die moeten dan wel vlak voor zijn neus plaats vinden. Voor zijn geest echter zal hij daaruit nooit enig voordeel weten te trekken, omdat voor hem elk wonder, hoe groot ook, een pure vermakelijkheidsaangelegenheid is, slechts geschikt ter streling van de zinnen!
[8] Werkelijk, dergelijke lieden hebben veel weg van varkens, die immers ook van alles en nog wat vreten, maar die desondanks toch dezelfde onveranderlijke zwijnen blijven die alles even lekker vinden, of het nu blubber, dan wel het fijnste wittebrood is !
[9] Mensen die elk geloof aan hogere geestelijke zaken missen, moesten daarom de Schriften, die de mensen vanuit Gods Geest gegeven worden en die dan ook als Gods woord moeten worden gelezen, maar beter niet lezen, want daardoor profaneren zij ze maar! Immers, er staat geschreven: 'De naam van Jehova moogt ge niet ijdel gebruiken!'
[10] En daaraan voeg ik nog dit toe: Ieder woord uit Gods Geest is gelijkwaardig aan de naam Jehova! En wie dat woord leest als ware het mensenwerk, die is een strafbare, want ijdele gebruiker van Jehova's naam. Maar wie het leest met eerbied en gelooft, dat de Schrift van goddelijke oorsprong is, die zal daarin vlug en gemakkelijk het goddelijk karakter ontdekken, en daarmee zal hij dan zijn eigen geest tot leven kunnen wekken!
[11] Als jij -en gij ook -in uwe harten aan de Schrift werkelijk een goddelijke oorsprong zoudt toekennen, zouden jullie Mij allang hebben geïdentificeerd als wat Ik feitelijk ben, en hoe Ik Mijn Wonderen bewerkstellig! Maar, nu jullie de Schrift slechts houdt voor een onwezenlijk en onbruikbaar stuk mensenwerk dat niet meer past voor deze tijd, is het voor jullie tevens onmogelijk om Mij te erkennen als degene die Ik in werkelijkheid ben. En omdat jullie Mij als zodanig niet erkennen wilt, moeten ook Mijn daden voor jullie wel aller onbegrijpelijkste zijn!'
[12] Joram zei: 'Het heeft er alle schijn van, beste brave jongen, dat jij je toch enigszins vergist in de mate waarin je wordt aanvaard! Want kijk, mochten er onder ons al enkelen zijn, die niet geloven in de zuiver goddelijke herkomst van de Schrift, dan is er toch ook een aantal die daaraan nog wél stevig vasthouden en geloven, en die dus ook hopen op de komst van de beloofde Messias en Zijn Rijk! Als die jou eenmaal beter Ieren kennen, zullen ook zij er geen bezwaar tegen maken jou te erkennen als de beloofde Messias, over Wie de grote profeet Jesaja het veelvuldigst heeft geprofeteerd.
[13] Feit is weliswaar dat de profetieën bij Jesaja in zeer mystieke termen zijn vervat, zodat je niet precies kunt achterhalen wat voor soort persoonlijkheid de Messias zal hebben; niettemin is er heel wat in te vinden, dat met de jouwe in overeenstemming is. Toch staat er beslist ook het een en ander bij dat niet op jou, en tenslotte helemaal niet op een echte Messias kan slaan, al kwam die ook recht uit de Hemel! Een wijze jongen als jij bent, zal dus ook wel zelf kunnen inzien, dat het ook voor hen, die het hechtste geloof hebben -om het nu maar eens ronduit te zeggen -met betrekking tot die Messias nog node bij de oude vertrouwde opvattingen zal moeten blijven, en dat het daarbij om een uiterst moeilijke zaak gaat, waaruit je niet zomaar wijs wordt!
[14] Voor mij blijft deze aangelegenheid veeleer een volkssage, waarbij de wens de vader van de gedachte is, zodat het best eens zou kunnen zijn dat de Romeinen er met hun gezegde: 'Ubinam vanis invectis superlativum tradit gens, nihil quam aquam haurire !' niet al te ver naast zitten. ( 'Waar de mensen onzinnige geruchten steeds sterker overdreven aan hun nageslacht overleveren, valt dan niets dan water te putten!' ...ofwel in gewoon Nederlands: 'Volkssagen zijn niet steekhoudend'.) Dit gaat hier ten dele ook voor de Messias op. Het kán best zijn dat er iets van waar is, het kan ook zijn van niet zoals er uit de oude bron van Jacob ook nauwelijks nog één druppel zuiver water te putten zou zijn! Wat jij, beste jongen?'
[15] Ik antwoordde: 'Hoe luiden in de profetieën van Jesaja dan wel die plaatsen, die volgens u niet van toepassing zijn op de Messias, en met name helemaal niet op Mij ?'
[16] Joram weer: 'Wel, beste jonge vriend, daarvoor zou ik dat boek eerst moeten halen! Ik kan die plaats niet zo uit 't hoofd opzeggen, want zoiets lees je maar zelden, zodat je licht het een en ander vergeet; met name is dat het geval bij die profetische teksten! -'n ogenblikje dus, we hebben het zó!'
[17] Maar Ik zei: 'Weet u wat? Het is inmiddels al avond geworden, laten we het maar uitstellen tot morgen. Laten we de zitting dus liever opheffen en onze avondmaaltijd nemen, dan kunnen we het gesprek morgen voortzetten; van vanmorgen vroeg af tot nu toe heeft niemand van ons nog iets gegeten!'
[18] Met dit voorstel van Mij gingen allen direkt akkoord, zodat we de vergaderzaal verlieten en ons naar de reeds bekende herberg begaven.
«« 19 / 33 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.