[2] Na de kreeftenjacht, die dertig dagen duurde en soms ook één of twee dagen langer -omdat bij de oude Egyptenaren niet de maand van de vissen (februari), maar de maand van de kreeft Guni) als schrikkelmaand was aangewezen -begon er een andere plaag, die de ouden zeer veel zorg en moeite baarde. Omstreeks deze tijd werpen de leeuwen gewoonlijk hun jongen en zijn dan erg hongerig en het meest op jacht en trekken her en der door woestijnen, bergen en dalen naar streken waar zij ergens vette kudden koeien vermoeden.
[3] Omdat het hete Afrika eigenlijk het vaderland van de leeuw is en omdat ook Achter-Egypte al vaak door deze koning der dieren werd overheerst, is het te begrijpen dat het helemaal niet zo moeilijk voor hem was om tot Midden en Onder Egypte door te dringen en daar onder de vredig weidende kudden verwoestend huis te houden. Zoals de strenge kou de wolven naar de door de mensen bewoonde streken drijft, zo drijft de grote hitte van Juli de leeuw naar de wat koelere, noordelijker streken waar hij kans heeft op buit.
[4] In deze maand wordt in Boven-Egypte de hitte het hevigst en ondraaglijkst en dat drijft de leeuw vaak noordwaarts tot aan de Middellandse zee, waar het aanmerkelijk koeler is dan in de omgeving van de gloeiend hete zandwoestijnen. De bewoners van Egypte krijgen kort na het begin van deze periode altijd bezoek van deze gevreesde gasten en zij moeten zich behoorlijk wapenen om ze van de kudden weg te houden. Omdat de zon in deze tijd juist onder een sterrenbeeld ging staan dat net als bij de Stier, met zijn sterren iets uitbeeldt, namelijk zo ongeveer de vorm van een woedende leeuw, noemden de ouden dit gesternte de 'Leeuw', en men noemde in Egypte deze tijd ook de 'Leeuw' (LEOW A), LE = de boze of de afstammeling van de boze, in tegenstelling tot EL = de goede of de zoon van de goede, O = Gods zon, W A, of ook wel W AI = vlucht. LE OW AI betekent dus: De boze vlucht voor de zon.
[5] Pas enige tientallen jaren geleden noemden de Romeinen, ter ere van hun held Julius Caesar, deze periode naar hem, omdat hij zo sluw en moedig als een leeuw wist te strijden. -Dat is dan het zevende hemel of dierenriemteken, dat door latere nakomelingen eveneens op een bepaalde wijze werd vergoddelijkt. .
[6] Maar na de Leeuw zien wij de 'Maagd' komen, dat lijkt toch niet zo erg bij het vorige te passen?! O ja, het hoort er vanzelfsprekend helemaal bij! Als de leeuwentijd voorbij was, waren de voornaamste jaarlijkse ongemakken in zekere zin ten einde en men liet de teugels wat vieren. Men organiseerde feesten, die vooral gericht waren op het geven van geschenken aan rechtschapen, zedelijk reine maagden, om ze daardoor aan te sporen op deze weg verder te gaan. Ook werden in deze tijd de huwelijken gesloten, waarbij slechts rein bevonden maagden als vrouw genomen konden worden. Een jonge vrouw, die haar maagdelijkheid niet goed bewaard had, werd van het huwelijk uitgesloten en kon in het gunstigste geval slechts een concubine worden van een man, die al één of meer wettige vrouwen had, -anders bleef er voor haar slechts de verachte en nederige slavenstand over. Daardoor kreeg deze periode ook weer een belangrijke betekenis, en omdat er omstreeks deze tijd weer een aardig sterrenbeeld van de zodiak boven de zon kwam te staan, noemde men dat de 'Maagd'. Maar een paar jaar geleden gaven de ijdele Romeinen ter ere van hun keizer Augustus deze periode ook de naam van de keizer. -En zo weet je, lieve Helena, nu ook hoe er na de Leeuw een Maagd tussen de sterren terecht kwam. -Maar nu verder!
[7] We zagen hoe een Maagd tussen de sterrenbeelden van de zodiak belandde, maar nu komt er zelfs een voorwerp in, zoals wij direkt zullen zien. Een 'Weegschaal' zien wij, zoals de handelaars en apothekers gebruiken voor het afwegen van hun waren en artsenijen. Hoe kwam dit instrument voor het vaststellen van het gewicht tussen de sterren? Ik zeg jullie: Heel eenvoudig en weer net zo vanzelfsprekend als alle andere hiervoor genoemde!
[8] Kijk, na de tijd van de maagdentest en de huwelijken, waardoor de voorgaande periode voornamelijk en volgens de gewoonte werd gekenmerkt, kwam de tijd van het afwegen van het grootste deel van de oogst, van het koren -dat de oudste inwoners van dit land al veel verbouwd hebben, natuurlijk naast het fokken van het vee -en van de vruchten zoals vijgen, dadels, olijven, granaatappels, sinaasappels en dergelijke.
[9] Iedere gemeente had haar oudste als bestuurder en leider van alle werkzaamheden. Daarnaast was een priester de geestelijke leider, die het volk op bepaalde dagen onderricht moest geven en die bij gewichtige aangelegenheden moest profeteren. Dat het aantal van deze priesters al gauw erg vermeerderde, behoeft nauwelijks enig betoog, en ook, dat deze stand zich vrijwel niet bezig hield met het grove, lichamelijke werk, maar wel met nieuwe probeersels en verbeteringen aller aard.
[10] Het was dan ook de priesterstand, die de aardse metalen bestudeerde, verzamelde en voor gebruik geschikt maakte. Voor al deze technische zaken waren veel helpers nodig en ook goed opgeleide werkleiders, die allen geen tijd hadden om zich met de landbouw en de veeteelt bezig te houden. Daarom moesten zulke mensen door de gemeenten onderhouden worden. Maar hoe moest men nu vaststellen wat ieder lid van een gemeente in overeenstemming met zijn oogst aan de priesters en hun helpers moest afdragen?
[11] Men wees daarvoor de tiende aan, en ieder gemeentelid moest het tiende deel van al wat geoogst werd aan de priesterstand afstaan. Hoe mat men de tiende aft Heel eenvoudig: met de weegschaal! Men beschikte over grote en kleine weegschalen van de soort die eerder al werd genoemd. Iedere gemeente bezat enkele van zulke weegschalen en onder het toeziend oog van de gemeentebestuurder werden alle oogsten precies gewogen. Men woog dan steeds twee gevulde schalen tegen elkaar af. Negenmaal werden de gevulde schalen in de bak van het gemeentelid geleegd, de tiende maal echter in de bak van de priesters. De opperpriester was tevens ook de hoeder of herder van het gehele volk en werd aangeduid met Vara on ('hij hoedt' of 'hij is de beste'). Later werden deze 'Varaonen' echte koningen van het land, waarbij ook het priesterdom onder hun heerschappij stond.
[12] Uit deze ware geschiedkundige beschrijving zien we nu wel dat de periode volgend op die van de Maagd, hoofdzakelijk bestemd was voor het afwegen van de tiende gaven voor het priesterdom. Omdat in deze periode de zon weer onder een nieuw teken ging staan, noemde men dit teken in de zodiak de 'Weegschaal'. Iedereen, die maar enigermate met de zeden en gewoonten van de oude Egyptenaren vertrouwd is, zal dat begrijpen.
[13] Dat men in de loop der tijden de weegschaal allerlei overeenkomstige betekenissen toekende, haar ook als symbool van zowel de goddelijke als de wereldlijke gerechtigheid gebruikte, ja, dat men haar bij enige nog zeer onontwikkelde volken zelfs aanbad, zoals de Indiërs dat hier en daar deden met de ploeg, behoeft wel nauwelijks verder belicht te worden. De fantasie van de mensen aan de ene kant en de steeds groeiende hebzucht van de zich al maar vermeerderende priesters en volksvoorlichters aan de andere kant vergoddelijkte mettertijd alles wat haar ook maar eerbiedwaardig en voor de gehele mensheid nuttig voorkwam.
[14] Zo hebben we nu gezien, hoe ook een menselijk werktuig in de grote zodiak terechtkwam, en wij zullen daarom maar eens verder kijken hoe het zeer onaanzienlijke insect 'Schorpioen' in de grote zodiak kwam!"
«« 104 / 246 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.