[2] Dan staat MATHAËL plotseling wat boos op en zegt zo hard dat velen hem kunnen horen: "Wat oordelen jullie hier nu als blinden over de kleuren! O jullie blinden, allemaal die hier zijn, behalve engel Raphaël, en ook jullie, Zijn oudste leerlingen, jullie zijn ook nog erg blind en daarom dom!
[3] Draagt Hij hier op aarde niet, net als wij allen, vlees en bloed, waaruit Zijn ziel zich evenals de onze heeft ontwikkeld om in staat te zijn een volledige verbinding met de eeuwige, oergoddelijke geest aan te gaan?
[4] Slechts de geest in Hem is God, al het andere is mens, zoals bij ons mensen. Als Hij bidt, betekent dat met andere woorden: Hij laat Zijn mens geheel doordringen door Zijn oereeuwige, Goddelijke geest, waaruit ook alle andere geesten op gelijke wijze afkomstig zijn, zoals de kleine afbeelding van de zon in een dauwdruppel afkomstig is van de werkelijke zon.
[5] Wat Zijn geest betreft is Hij de werkelijke zon; wij en alle geesten zijn echter slechts levende afbeeldingen van God, deze eeuwige oerzon. -Begrijpen jullie nu goed wat het betekent als Hij zegt dat Hij bidt?"
[6] Jarah en Helena begrepen het het eerst, maar de anderen konden zich nog niet geheel oriënteren, omdat zij nog steeds geen orde konden scheppen tussen ziel en geest! Maar toen legde Mathaël het hen precies uit en vervolgens begrepen velen het. Allen prezen de zeer grote wijsheid van de moedige Mathaël, en HELENA greep Mathaël's hand, drukte hem aan haar borst en zei: "Ja, voortreffelijke en mij door God gegeven echtgenoot, als je wijsheid steeds zo blijft toenemen, zou ik toch wel eens willen weten hoeveel ik tenslotte van je zal houden! Als je ons allen nu niet met je wijsheid te hulp was gekomen, waren we uiteindelijk allen aan de goddelijkheid van de grote Meester gaan twijfelen, ondanks al de ongehoorde, wondervolle daden die hij ons heeft laten zien. Maar nu is alles weer helemaal in orde en wij weten nu allen voldoende wie wij moeten aanbidden en in het volste vertrouwen moeten aanroepen!"
[7] CYRENIUS zegt: "Beste vriend en nu broeder Mathaël, hoe zeer het mij voor jou ook verheugt te weten dat je op de best mogelijke manier bent ondergebracht, het zou mij toch nog meer verheugd hebben als je steeds in mijn omgeving was gebleven! Want van ons allen is er niet één die alle dingen zo grondig kent als jij, uitgezonderd de engel, die nu met Suetal in gesprek is! Wat zal een volk gezegend zijn met zo'n regent als jij, iets wat je in wezen eigenlijk al bent! Maar we zullen elkaar toch nog wel meermalen zien, want ik kom naar jou toe of jij komt naar mij!"
[8] MATHAËL grijpt de hand van de oude en grijze Cyrenius en zegt: "Nobele Cyrenius, wij zullen hand in hand werken met maar één gedachte: het volk in de naam des Heren zo wijs en gelukkig mogelijk te maken! Wel zullen wij steeds hoofdzakelijk onze aandacht richten op het geestelijk welzijn van de door God aan ons toevertrouwde te leiden volken, maar ook in lichamelijk opzicht mag niemand zich kunnen beklagen over mogelijke, kwellende zorgen, vooral niet als hij geestelijk op het goede spoor zit.
[9] In het grote, Romeinse rijk zou het op deze manier leiden van het volk wel met grote moeilijkheden gepaard gaan, maar in een klein land is dat heel gemakkelijk uit te voeren, en gelukkige, kleine staten worden dan gewoonlijk een spiegel waarin de groten zien of zij geen vuil op hun gezicht hebben en of hun haren goed zitten.
[10] Meestal is een spiegel slechts zo groot als een hand en toch kan de mens, als hij dat wil, zich stukje bij beetje helemaal van top tot teen bekijken en op die wijze kan dan ook een klein land gemakkelijk de spiegel zijn van een groot rijk. Maar als een klein land een groot rijk als voorbeeld zou willen nemen, zou het zich lelijk vergissen en al zijn onderdanen in het ongeluk storten! Daarom zijn wij liever een kleine spiegel, dan een reus die zich daarin bekijkt! -Heb ik gelijk of niet geëerde Cyrenius?"
[11] CYRENIUS zegt: "Ik zou diegene wel eens willen zien, die je ongelijk zou kunnen geven! Je hebt altijd gelijk, want uit jou spreekt steeds de gewekte geest van God.
[12] Maar kijk nu toch eens naar de stad! Ik geloof dat het steeds feller gaat branden. Straks brandt de gehele, grote stad nog af? Onze Raphaël zou daar wel kunnen helpen als hij dat zou willen!?"
«« 121 / 246 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.