[2] MATHAËL antwoordt: "Liefste Jarah, die vraag is wel wat erg vreemd! over de zon, de maan en nog enige planeten zou ik je misschien wel een voor jou bevredigend antwoord kunnen geven, maar het oog van mijn ziel is nog nooit tot aan de vaste sterren doorgedrongen. Ik vermoed dat het ook verre werelden zijn, zoals de Heer daar ook al eens op heeft gewezen, maar hoe ze er nu zo precies uitzien en wat hun natuur en wezen is, dat kan ik je natuurlijk niet vertellen en dat zou ik daarom graag van jou horen, als je mij daar iets over zou willen vertellen!"
[3] JARAH zegt: "Beste Mathaël, als u niet kunt geloven dat ik een paar van deze sterren in levenden lijve heb bezocht, helpt mijn relaas u weinig of niets! Maar als u het kunt geloven, kan ik u er wel wat over vertellen!"
[4] MATHAËL zegt: "Mijn allerliefste kind, daarmee stel je het geloof wel erg hard op de proef, want fysiek is er -geen mogelijkheid denkbaar . In de geest, in een soort geestelijke vervoering is zoiets wel mogelijk, en ik ben graag bereid te geloven wat je mij over de ver verwijderde, vaste sterren zeggen en vertellen wilt. Maar als je zegt 'in levenden lijve' dan kan ik dat al niet geloven en het verhaal, dat misschien op zichzelf helemaal waar en juist is, verliest veel van zijn waarheidsgehalte als de inleidende zin een pure onmogelijkheid inhoudt."
[5] JARAH zegt: "Waarom moet het dan onmogelijk zijn dat ik met huid en haar en met mijn vlees en bloed op een paar van deze sterren ben geweest? Zijn bij God dan niet alle dingen mogelijk?"
[6] MATHAËL zegt: "O, zeker, bij God is geen ding onmogelijk, maar God heeft een bepaalde orde vastgesteld en deze orde is een wet die Hij Zelf uitermate gewetensvol houdt en ook moet houden omdat de gehele schepping anders in het volgende ogenblik niet meer zou bestaan. De Heer doet hier veel wonderen, maar voor de oplettende toeschouwer allemaal steeds binnen Zijn eeuwige, heilige orde.
[7] Toen men vanavond een langere dag wenste, liet Hij niet de aarde of schijnbaar de werkelijke zon stilstaan -wat volgens Zijn hoogst eigen woorden tegen Zijn orde zou zijn -want als Hij zoiets zou doen, dan zou al het leven op aarde ten dode zijn opgeschreven. Wat niet door de verschrikkelijk krachtige, centrifugale kracht vernietigd zou worden, zou een nog zekerder dood vinden in de golven, die al het vaste land zouden overspoelen.
[8] Kijk, met mijn huidige kennis van de aarde en haar luchtregionen weet ik dat op een hoogte van slechts tien uur boven ons geen levend wezen zou kunnen bestaan, net als een vis niet zonder water kan, hoewel een vis toch nog langer buiten het water in leven zou kunnen blijven dan een mens op tien uur gaans hoog boven de aardbodem. Maar denk je nu eens de eindeloze afstand in van deze aarde tot een van die vaste sterren!
[9] De afstand van ons tot de zon, die mijn vrije ziel precies kan afmeten, is al iets ontzettends. Een afgeschoten pijl zou bij gelijkblijvende snelheid meer dan vijftig jaar moeten vliegen eer hij de zon bereikte. Maar naar het gevoel van mijn ziel, dat weliswaar niet volkomen betrouwbaar is, is de dichtstbijzijnde vaste ster al tienmaal honderdduizend maal verder van ons verwijderd dan de zon en een afgeschoten pijl zou daar tienhonderdduizend maal vijftig jaar over doen! Als een mens echter zo snel zou gaan als een pas afgeschoten pijl, zou de weerstand van de lucht hem ogenblikkelijk verscheuren, maar wat zou er dan wel met hem gebeuren als hij in een paar ogenblikken die ontzettende afstand aflegde?! Wat zou er dan van zijn vlees en bloed overblijven?!
[10] Kijk, de natuurwetten zijn ook door God gegeven en kunnen slechts samen met de natuur worden opgeheven. Maar zolang er een natuur bestaat, zolang blijft ook de onveranderlijke natuurwet. Daar kunnen geen uitzonderingen op zijn, want een nog zo kleine uitzondering zou een onberekenbare storing teweegbrengen in de gehele aard der dingen, die allemaal als schakels van een ketting aan elkaar vast zitten. Als er ook maar één schakel stukgaat is de ketting haar bindende werking kwijt! Dit zijn nu mijn redenen waarom het mij voorshands niet zo goed mogelijk is om te geloven dat jij werkelijk lichamelijk naar een paar vaste sterren bent gereisd.
[11] Bij God kan wel heel veel nog mogelijk zijn wat ik nu ondanks al mijn wijsheid nog lang niet kan begrijpen, maar jouw bewering, liefste Jarah, verliest zich toch een beetje al te ver in het buitengewone. Dat kan ik niet eerder voor waar aannemen dan dat je mij begrijpelijk hebt uiteengezet hoe dat mogelijk is en met de eeuwige goddelijke orde in overeenstemming kan 2ijn.
[12] Je moet daar echter niet boos om worden, want ik wijs het toch nog niet volledig af. Alleen kan ik het naar aanleiding van de genoemde redenen, die toch ook niet uit de lucht zijn gegrepen, niet als overtuigend voor mij aannemen. Maar misschien heb je doorslaggevende, ware bewijsgronden voor datgene wat mij nog niet helemaal duidelijk is! Als je die hebt, zeg ze mij dan en ik zal in het vervolg aan niets van wat je zegt meer twijfelen!"
[13] JARAH zegt: "Ja, ja, u bent echt wel een zeer wijs en uitermate verstandig man, maar in alles heeft ook u toch nog lang geen inzicht! Kijk, als Raphaël iets zou willen doen, zou hij mij gemakkelijk in een oogwenk een paar bewijsstukken uit de natuur kunnen bezorgen die ik van deze sterren als aandenken en als bewijs, dat ik daar werkelijk was, mee naar deze aarde nam. Maar er is met hem niets te beginnen en daarom kan ik u dat tastbare bewijs niet geven. Ook zou u als natuurlijk mens ook dan nog aan de echtheid kunnen twijfelen, maar uw ziel, die met de goddelijke geest vervuld is, zou daaraan toch zeker gemakkelijk zien dat de meegenomen herinneringen niet aards zijn. Want zij zijn zo prachtig en kostbaar dat alles wat de aarde aan kostbaars heeft daarbij vergeleken waardeloos is. Het zou een keizerlijk sieraad van onschatbare waarde zijn! -Maar laten we er maar over ophouden, het begint in het oosten te schemeren! De sabbat gaat komen en we moeten ons op deze dag des Heren voorbereiden!"
[14] MATHAËL zegt: "Daar heb je helemaal gelijk in, maar we krijgen vandaag dus niet als nader bewijs van je lichamelijke bezoeken aan verscheidene vaste sterren nog wat te horen!?"
[15] JARAH zegt: "Hoe dan? Uw tegenbewijzen liggen te vast verankerd in de bestaande, onveranderlijke, goddelijke orde, en ik kan u voor mijn werkelijke bezoek aan de vaste sterren geen ander bewijs geven dan te zeggen dat bij God alle dingen, die voor het menselijke verstand nóg zo onmogelijk lijken, tóch mogelijk zijn.
[16] Heeft u de tijd berekend en gemeten waarin de Heer door mijn Raphaël de schepen van Ouran vanaf het midden der zee naar de oever liet verplaatsen? Wie heeft bij die zeer snelle verplaatsing ook maar één schrammetje opgelopen? Hoeveel tijd had Raphaël nodig om Ouran's grote woontenten en al zijn meegenomen, voor een deel zelfs zeer breekbare bezittingen uit de schepen heel ordelijk op de oever te brengen?
[17] Heeft u het snelschrijven van Raphaël niet gezien?! Is dat, als u dat ook maar een beetje serieus neemt, niet in tegenspraak met de gewone natuurwetten, terwijl u het toch met eigen ogen heeft gezien?! Kunt u beredeneren dat dat onmogelijk is?!
[18] Kijk, ik kan het u zeggen omdat ik, zoals eerder geen levend wezen op deze aarde, het aan den lijve heb ondervonden dat er in het eindeloze wereldruim zulke verschrikkelijk grote zonnewerelden zijn dat zij, als ze hol zouden zijn, van binnen een grotere ruimte zouden hebben dan de hele wereldruimte die u hier ziet tot aan de vaste sterren van de eerste, tweede en derde grootte! Deze reusachtige zonnewereldlichamen, waaromheen zich hele melkwegstelsels met talloos vele centrale en planetaire zonnen bewegen, bewegen zich voor het verkrijgen van energie eveneens weer om een nog eindeloos groter centraalzonlichaam, en die beweging is zo snel dat uw gedachten niet eens snel genoeg zijn om haar in te halen!
[19] Vanaf hier tot iedere vaste ster van de eerste, tweede, derde en zelfs vierde grootte zou de vlucht nauwelijks zeven seconden lang duren en wij maken met onze zon en met onze planeetcentraalzon, die met het hiervoor genoemde en omschreven centraalzonlichaam dezelfde snelle, wijde, omcirkeling meemaakt, precies diezelfde beweging onafgebroken mee, en dat is beslist zo volgens de natuurwetten en volgens alle hogere berekeningen! Voelt u daar wat van of brengt dat het een of andere wereldlichaam of ons zelf in de war, nu wij zo vliegensvlug zo'n onmetelijke afstand van de oneindige scheppingsruimte afleggen?
[20] Als echter zulke enorme wereldlichamen ongeacht hun aard met zo'n ondenkbare snelheid voort kunnen snellen, hoeveel makkelijker zal dat dan bij een lichaam als het mijne gaan, als de Heer dat wil!?
[21] Heeft u nu een wat duidelijker inzicht in de mogelijkheid dat ik werkelijk met mijn lichaam naar een paar van de dichtstbijzijnde, vaste sterren ben gereisd?"
[22] MATHAËL zegt: "O meisje, een hele hemel vol wijsheid woont in je en ik begin nu werkelijk aan de mogelijkheid te geloven van dat merkwaardige, wat je over jezelf hebt verteld! Maar vertel er nu niets meer over, want onze zielen staan nog niet voldoende open om die groottes te begrijpen, Daar heb ik zelf nog een aantal jaren voor nodig alhoewel mijn ziel toch al aardig verlicht is,"
«« 126 / 246 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.