[2] Maar, hoewel ik veel weet, heb ik er nog nooit van gehoord. Bij ons heidenen was er juist van het tegendeel sprake en daarom moet men veel bewondering hebben voor grote geesten zoals Plato, Plotinius en Phrygius, evenals voor een aantal hoogstaande mannen uit Rome, die slechts met meer dan heroïsche moeite en inspanning, pal tegen de wetten van het veelgodendom in, het toch zover gebracht hebben om U, de ene en alleen ware God, behoorlijk op het spoor te komen.
[3] Plato ontdekte, dat de enige en alleen ware God, ook al was Hij dan onbekend, de zuivere liefde moest zijn. Hoe meer hij over de onbekende God nadacht, des te warmer werd het in zijn hart en toen hij merkte dat deze weldoende warmte toenam en een dokter hem zei, dat dat een ziekte was, lachte Plato en zei: 'Als dat een ziekte is, zou ik nog wel meer van die ziekte in mijn hart willen hebben, want die doet mij onvoorstelbaar meer goed dan welke nog zo hoog geroemde gezondheid!'
[4] En Plato begon de onbekende steeds meer lief te hebben en vertelde zelf, hoe hij tijdens de hoogtepunten van zijn liefde voor de onbekende God, deze God had gezien en zich volledig met Hem vereend had gevoeld en wat voor onbeschrijflijke gelukzaligheid hij daarbij had ondervonden.
[5] Ook de andere grote wijzen vertellen iets dergelijks en hun leer zou zeker heel heilzaam voor de mensen geweest zijn, als de bekende dienaren der goden zich niet met alle mogelijke gruwelen tegen de verbreiding daarvan hadden teweer gesteld.
[6] Maar het was altijd al zo en het zal ook waarschijnlijk nog altijd zo blijven, dat de zuivere waarheid nooit algemeen ingang kon vinden omdat in de loop van de tijd haar di rekte dienaars, door lage belangen geleid, haar zelf de weg afsneden, haar in een labyrint zetten en de aanvankelijk geheel rechte en open weg in duizend en meer bochten wrongen, die, omraamd en omgeven door duister metselwerk, de zoeker nooit het centrum lieten vinden waar de oude tempel van de waarheid stond.
[7] Heer, ook Uw leer zal het eenmaal niets beter vergaan als er ook maar één priester bij haar opduikt! Leraren moeten er wel zijn, maar op iedere tien is er zeker één schurftige, die maar al te gauw de anderen aansteekt, waardoor de waarheid dan weer in het gedrang komt!
[8] Mozes, de grote wijze van Kahiro, de in alles ingewijde, aangenomen zoon van de dochter van de Farao, schreef de goddelijke waarheid op marmeren tafelen en gebood vol goddelijke kracht, op straffe van zeer strenge straffen, alleen déze te verkondigen en het volk aan te sporen om volgens die leer te leven en te handelen Na hem zijn er nauwelijks duizend jaar verstreken en hoe ziet de heilige leer van de marmeren tafelen er nu uit?! Behalve de naam is er geen spoor meer van te ontdekken! Waar is de oude ark des verbonds, die zo wonderbaarlijk en zo indrukwekkend en leven gevend was? Waar zijn de oorspronkelijke tafelen, door Mozes met eigen hand als voor de eeuwigheid beschreven? Kijk, alles hebben Mozes' opvolgers ten behoeve van hun ellendige, wereldse belangen vernietigd!
[9] Daarom zeg ik, zonder ook maar een profeet te zijn: Zoals het altijd was, zo is het nog en zal het altijd zijn, als U, o Heer, de mensen het beheer van Uw leer in handen geeft. Binnen duizend jaar zal het er voor die leer beslist heel slecht uitzien en de mensen zullen daarin, op de manier van Diogenes, op klaarlichte dag de waarheid moeten zoeken en toch niet geheel vinden.
[10] Ah, de volle waarheid zal heel in het verborgene wel bij enkelingen bewaard blijven, maar over het geheel genomen zal er niets méér van over blijven dan wat de kinderen van Abraham in deze tijd overgehouden hebben van Mozes, namelijk het omhulsel en nietszeggende namen! Wie begrijpt er nog iéts van de geest der Mozaïsche inzettingen?
[11] Daarom zeg ik en daar blijf ik bij: "Zo waren de mensen altijd al en met kleine verschillen zullen ze ook altijd zo blijven.
[12] Iets nieuws zal hen altijd nieuwsgierig maken en inspireren, maar als de mensen er ook maar even aan gewend zijn, wordt voor hen ook het verhevenste al gauw alledaags, waardeloos en onbelangrijk! Wil het nog iets inspirerends voor hen hebben, dan moet het meerdere malen met allerlei opvallende zaken opgefrist worden, zonder daarbij de hoofdzaak ingrijpend te veranderen. Anders gaat de mensheid onder voortdurende bliksem en donder uit pure verveling opnieuw gouden kalveren maken en vrolijk daaromheen dansen.
[13] Ja, daarom zijn zelfs veel priesters te verontschuldigen dat zij het volk in plaats van het echte geloof, de slechtste glitter als iets zuiver goddelijks aanprijzen. Want als de stroom der duisternis eenmaal uit zichzelf te sterk is geworden, is ook het daar tegenin zwemmen onmogelijk geworden en de goed willendste priester, ook al heeft hij in stilte voor zichzelf een juist waarheidslichtje, moet Nolens seu volens (of hij wil of niet) met de stroom mee zwemmen, anders gaat hij zonder meer ten onder!
[14] Heer, zo oud de mensheid hier op aarde is, zolang is ook dit kwaad onafscheidelijk naast haar, dat kan beslist niet ontkend worden. Zou de mensheid dan nooit of te nimmer geheel en al van deze oude kwaal genezen kunnen worden? Ik zie namelijk niet in, waarom de mensheid daaraan steeds en iedere keer weer opnieuw te gronde zou moeten gaan!"
«« 176 / 246 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.