[2] MARCUS zegt: "Heer, het zal direkt gehaald worden!" -Dan geeft hij meteen opdracht aan zijn vrouwen kinderen om alle handen in de keuken aan het werk te zetten om tijdig alles gereed te hebben. Onmiddellijk verdwijnen de vrouw, de twee zoons en de vier dochters naar de keuken en ontplooien een grote bedrijvigheid; ook enige van Mijn leerlingen bieden hun diensten aan en helpen vis schoonmaken, waarin ze als vissers zeer bedreven zijn.
[3] Matthéus en Johannes lezen nu nogmaals wat ze deze nacht allemaal hebben opgeschreven van Mijn woorden, waarbij ze echter tot de vervelende conclusie komen dat zij ondanks hun vlijtig opschrijven toch nog grote stukken missen.
[4] Johannes vraagt Mij dan of Ik hun het ontbrekende wil dikteren. Maar op Mijn wenk stelt Raphaël zich beschikbaar en completeert in een oogwenk alles. En als de beiden daarna hun aantekeningen nog een keer doornemen, vinden zij geen hiaten meer en is alles helemaal in orde.
[5] Ook Simon Juda bekijkt het opgeschrevene en constateert dat er volgens hem niets verloren is gegaan van alle gesprekken en lessen die in deze nacht zo royaal als haast nog nooit eerder hebben plaatsgevonden. Ook het redden van de dertig is uitgebreid vermeld en dat doet de leerlingen veel genoegen.
[6] Cyrenius vraagt of hij een afschrift zou kunnen krijgen; hij wil degene die het voor hem overschrijft een goede beloning geven!
[7] Dan staat Judas Iskariot meteen vooraan en biedt Cyrenius zijn diensten aan.
[8] IK verbied Judas die egoïstische hebzucht en zeg tegen Cyrenius: "Daar staat Raphaël; laat hem maar wat schrijfmateriaal geven, dan zal hij dat heel snel voor je doen!"
[9] Cyrenius roept daarop zijn bedienden, laat hen vlug een behoorlijke hoeveelheid onbeschreven perkamentrollen brengen en geeft die voor het bovengenoemde doel aan RAPHAËL, die de rollen maar nauwelijks aanraakt en dan tegen Cyrenius zegt, terwijl hij hem de rollen teruggeeft: "Uw wens is al vervuld; u kunt de rollen nu laten vergelijken met de geschriften van de beide leerlingen om te zien of er iets aan ontbreekt!"
[10] Cyrenius bekijkt de rollen en ziet dat ze werkelijk helemaal beschreven zijn en hij verwondert zich natuurlijk, omdat hij ondanks zijn wijsheid toch niet begrijpen kan dat het zo snel gebeurde.
[11] Ook de dertig Farizeeën en levieten bekijken nu de rollen en de eerdere woordvoerder, die Hebram heette, zegt: "Ja, wat ik nu heb gezien en gelezen is woordelijk wat hier besproken werd. Maar hoe het de engel mogelijk is in een oogwenk verscheidene rollen correct en goed leesbaar geheel te beschrijven, gaat ons helemaal niets aan en daar zou ik dan ook mijn hoofd niet over willen breken, omdat ik bij voorbaat er van overtuigd ben dat dat niets op zal leveren. Want wij stervelingen zullen de onsterfelijkheid pas dan geheel begrijpen als wij eens geheelonsterfelijk zullen zijn. En daarom zullen wij de handelingen van de geesten ook dan pas geheel begrijpen als wij eenmaal zelf geheel zuivere geesten zullen zijn; maar in ons lichaam zullen wij dat nooit kunnen.
[12] Daarom is het beter over zo'n fenomeen helemaal niet na te denken! Er zijn toch zaken en verschijnselen in de natuurwereld die geen sterveling ooit geheel zal begrijpen. En als de dwaze mens daarover zou gaan nadenken, zou hij al gauw gek worden! Voor de hemelse geesten zal het zeker zonder meer duidelijk zijn en ons kan het op den duur ook duidelijker worden dan nu. Maar zouden wij het nu meteen willen begrijpen, dan raakten wij stellig met onze gedachten in de knoop. Daarom kijk ik graag naar een wonder, maar ik heb er helemaal geen behoefte aan om er verder over na te denken. Ook al zou men er echt iets van begrijpen, dan zou men het toch niet na kunnen doen en als men dat niet kan, heeft men aan een half inzicht toch nog niets!"
[13] CYRENIUS zegt: "In een bepaald stoffelijk opzicht heb je wel gelijk, maar voor het nadoen heb ik zeker geen belangstelling. Omdat er in mij echter toch ook een onsterfelijke geest woont, zou ik juist in verband met mijn geest graag iets meer van de geestelijke zaken willen zien dan met zwaar geblinddoekte ogen. Mijn gehele wezen hunkert er naar om uit de mond van een wijze onder ons iets meer te weten te komen over dit snelle schrijven van de engel! Ik zal daarom proberen de mond van een wijze daarover iets te laten zeggen, want wat wij daarover zeggen is niets dan het dorsen van leeg stro. Wij kunnen er zeker niets verstandigs over zeggen, terwijl de mond van de wijze ons daarover meteen versteld zal doen staan."
[14] HEBRAM zegt, wat humeurig: "Dat zeker, maar dat versteld staan zal uiteindelijk waarschijnlijk wel zijn oorzaak vinden in het feit dat wij hetgeen de wijze erover zegt, net zo min zullen begrijpen als dit wonder zelf, zónder de verhelderende uitleg van een wijze! Want om de wijsheid te begrijpen, moet je zelf een soort wijze zijn. Al heb je nog zo'n gezond verstand, dan is dat op zich toch niet voldoende om de wijsheid tot in de kern te begrijpen. Je krijgt er wel enig idee van, maar niet veel meer. Het hooglied van Salomo, die een wijze was, staat zogezegd nog het dichtst bij het gezonde, menselijke verstand. Als je het leest denk je het ook te begrijpen. Ga je er naderhand goed over nadenken, dan kom je al gauw tot de vervelende overtuiging dat je eigenlijk toch niets hebt begrepen! Een voorbeeld zal je laten zien wat ik bedoel!"
«« 18 / 246 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.