[2] Maar vertel me nu nog eens wat over de sterrenwerelden, want ik kan me nog steeds niet voorstellen dat die nietige lichtpuntjes werelden kunnen zijn!"
[3] PHILOPOLD zegt: " Ja, beste vriend, dat zal wat moeilijk gaan, omdat je nog geen begrip hebt van onze eigen aardse wereld en er geen juiste voorstelling van hebt hoe die er als geheel uitziet en hoe zij, vergeleken bij d~ andere werelden, fysiek gesteld is! Ik moet je dus vertellen hoe der:{ aarde er uit ziet en hoe zij reilt en zeilt, en dan zul jij je daarna van de andere werelden gemakkelijker een juist begrip kunnen vormen."
[4] Toen beschreef Philopold als de beste professor in de aardrijkskunde voor Murel de gehele aarde, en gebruikte ook de verschijnselen en ervaringen die Murel bij zijn verre reizen had meegemaakt als bewijs. Hij toonde hem ook de oorzaken, die maken dat dag en nacht op aarde elkaar steeds regelmatig moeten afwisselen, en daarnaast gaf hij hem ook uitleg over de maan, haar aard, afstand en doel, en ook over de andere bij deze zon behorende planeten.
[5] Pas toen hij met deze zo concreet en begrijpelijk mogelijke uitleg geƫindigd was, ging hij over op de vaste sterren en zei:
[6] " Je hebt nu het wezen van onze aarde, de maan, de zon en de andere haar omcirkelende planeten, zo compleet als in zo'n kort tijdsbestek maar mogelijk is, Ieren kennen en je kunt over hef 'Zo en niet en onmogelijk anders' niet licht meer enige twijfel hebben. En nu kan ik je zeggen dat al de grotere en ook de kleinste lichtpunten aan de hemel niets anders zijn dan pure, ontzettend grote zonnewerelden, waarvan er sommigen nog haast ongeloofwaardig veel groter zijn dan onze zon, waarvan de grootte je bijna deed duizelen.
[7] Dat ze voor ons echter zo klein lijken, komt door de reusachtige afstand van hier. Als je je de grote afstand van onze zon tot de aarde nog viermaal honderdduizend maal groter kunt voorstellen, dan heb je de mogelijke afstand van de na onze zon dichtstbijzijnde, vaste ster. En daaruit kun je ook heel gemakkelijk afleiden waarom ze voor onze fysieke ogen zo klein lijken, omdat onze zon, die toch groot genoeg is om duizendmaal duizend van onze aarden te bevatten, ons nauwelijks zo groot lijkt als de palm van een van onze handen.
[8] Andere vaste sterren, die wij nog wel kunnen zien, zijn zo onuitsprekelijk ver van ons verwijderd, dat wij voor de aanduiding van die afstand geen getal meer hebben. Als je dit nu goed hebt begrepen, zul je beslist gemakkelijk kunnen begrijpen waarom de kleine lichtpuntjes heel goed reusachtig grote werelden kunnen zijn, ook al zien ze er voor het fysieke oog ook nooit uit als dat, wat zij zijn! -Heb je dit alles wel goed begrepen?"
«« 223 / 246 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.