Echt geestelijk leven.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)

«« 242 / 246 »»
[1] Toen Raphaël klaar was met de hem door Mij ingegeven toespraak, waren ze alle drie zeer verwonderd en MATHAËL zei: "Wij hebben je waarachtig levende, heilige woorden goed begrepen, en ook voor het eerst helemaal datgene, wat David heeft bedoeld toen hij in zijn goddelijke psalmen sprak: 'Maak de deuren hoog en de poorten wijd, opdat de koning der ere binnen trekke!' Maar de toepassing! O, waar staat die?! Wat is er voor nodig om dat in het volle leven uit te voeren!
[2] Een arm mens geef je heus wel eens wat, en dan is de kleinigheid die je een behoeftige hebt gegeven, ook helemaal geen bezwaar. Maar dat gebeurt dan veel meer uit verstandelijke overwegingen, dan uit het gevoel van naastenliefde! God, hoe ver is de mens van het doel verwijderd door zijn verstand en door zijn koude oordeel, waarin zich totaal geen liefde bevindt! Wie een arme uit echte broeder en naastenliefde iets geeft en er daarbij nog een ware, deemoedige vreugde aan beleeft dat hij zijn broeders en zusters in de naam van Jehova zoveel mogelijk goeds heeft gedaan en tevens altijd de vurige wens in zich heeft nog veel meer goeds te doen en al zijn arme broeders en zusters zo gelukkig mogelijk tracht te maken door alle mogelijke vriendelijkheid, raad, woorden en blijmoedige daden, ja, hoe onmetelijk hoog staat dan de ziel en de geest van zo'n mens voor God de Heer! Maar waar staan wij pas met onze harde harten en geringe, verstandelijke vermogens?!
[3] O, hemelse vriend! Je hebt ons met je vraag en zelf gegeven antwoord goed te kijk gezet! Nu weten we pas goed waar we staan en waar we aan toe zijn! Heer! -schud onze harten wakker en laat deze gloeien in de ware en vurigste naastenliefde, anders is Uw gehele, nog zuiver goddelijke levensleer niets anders dan een ijdel moreel esthetisch woordenspel zonder kracht en uitwerking!
[4] Nu zie ik ook mijn hele levensweg tot op heden. Hij was eigenlijk, op z'n zachtst gezegd, niet juist en daarom bereikte ik niets!
[5] Nu begin ik pas de eigenlijke, ware weg te onderkennen en nu weet ik waaruit de beloften en hun vervullingen bestaan. Ik weet nu wat mijzelf nog mankeert en wat diegenen zal mankeren, bij wie de beloften ondanks de aanvaarde, goddelijke leer niet vervuld zullen worden en hoe zij op de enig juiste weg te brengen zullen zijn. Maar daarnaast zie ik ook in dat Ik zelf nog zeer veel zal moeten doen om met mijzelf helemaal in het reine te komen!
[6] Wij hebben wel een grote voorsprong in de geloofssfeer, omdat de Heer Zelf hier bij ons is en ons door woord en daad leert, -zodoende staat de hele hemel hier ook wijd voor ons open en Gods engelen leren ons de hemelse wijsheid en de eeuwige, goddelijke levensorde. Maar de vorming van het..hart is toch alleen aan ons overgelaten! Met hulp van de Heer zullen wij echter ook daarmee klaarkomen!
[7] Weten en voelen zijn twee heel verschillende dingen. Het weten kan men zelfs door de ongevoeligste vlijt en wereldwijsheid door ervaring bereiken, maar om tot het juiste gevoel te komen heeft men meer nodig dan veelleren en ondervinden!
[8] Als men veel kennis. heeft, geeft dat het menselijk hart nog geen gevoel, en ook met altijd de juiste wil en ondervinding kan ons zowel in het slechte als in het goede, kennis verschaffen, maar alleen een juist gevoel brengt alles tot leven en ordent alles en geeft rust en zaligheid. Daarom moet reeds in de beginfase van de vorming van de mens tot een waar mens, vóór alles op zijn hart gelet worden!
[9] Want als het hart niet meteen in het begin is bewerkt, maar slechts het verstand, verhardt het hart zich en wordt weldra door de eisen van het verstand hoogmoedig! Als het hart echter eenmaal hoogmoedig is, staat het vrijwel niet meer open voor de vorming van het gevoel. Er moeten dan al behoorlijke vuurproeven komen, bestaande uit allerlei ellende en nood, en het hart moet allerlei druk ondergaan, om als geknede was week, zacht en gevoelig te worden voor de nood en de ellende van de treurende medemens !
[10] Wij danken jou, en door jou de Heer, voor deze heel belangrijke les, waardoor ik nu pas duidelijk weet wat ik in de toekomst zal moeten doen; zowel voor mijzelf als voor al diegenen, die door mij het heerlijke en reine licht uit God zullen ontvangen."
«« 242 / 246 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.