Een echte heiden.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)

«« 89 / 246 »»
[1] Na dit, volgens heidense normen, verstandige tweegesprek zwijgen beiden, Ouran en Helena, en wachten tot in ieder geval Helena genoeg moed heeft verzameld om Mathaël volgens plan te vragen voorspraak te zijn bij Mij, Maar hoe langer zij wachten, des te meer bezwaren steken in hun harten de kop op en hun moed wordt daardoor eerder verzwakt dan versterkt, Beiden zijn wel onder de indruk van de heerlijke avond, maar niet zonder enige vrees, want het wat fantastische licht van de schijnzon, de vreemde, nogal woeste plaats, de buitengewone gebeurtenissen en Mijn tegenwoordigheid, maken dat de beide harten niet die rust over zich voelen komen, waarbij zij geheel op hun gemak van de avondrust hadden kunnen genieten,
[2] Zodra MATHAËL dit merkt, gaat hij bij Ouran staan en zegt: "Vriend, je bent niet opgewekt en je mooie dochter ziet er wat lijdend uit! Vertel mij eens of jullie wat mankeert!"
[3] OURAN zegt dan heel zachtjes tegen Helena: "Hij heeft ons al door! Nu moeten we wijs, goed, waar en passend reageren, anders gaan we nog zonder meer op een verschrikkelijke manier naar de plaats die Cerberus bewaakt en waar de onverbiddelijke Pluto heerst! Spreek weinig en langzaam, overdenk ieder woord goed, anders is het met ons gedaan!"
[4] Nu tikt MATHAËL de erg vreesachtig geworden Ouran op de schouder en zegt: "Vriend, waarom zeg je niets? Voorheen was je toch niet te bang om met mij te praten!? Wat is er dan nu opeens in je gevaren?"
[5] OURAN beeft en zegt na enige ogenblikken: " Ah -ah -ahahah -dat kwam aan! Eerlijk - gezegd, is er niets met mij aan de hand, maar ik en deze dochter van mij, beseffen nu pas dat wij als sterfelijke nietswaardig en bij u onsterfelijke goden zijn gekomen, en kennelijk op de echte Olympus, de voornaamste woonplaats van de eeuwige, onsterfelijke goden!
[6] De omstandigheden zijn hier te onmenselijk wonderbaarlijk! De té grote heiligheid van deze plaats vervult ons met angst en schrik, te meer nog omdat het hart van mijn dochter zelfs van liefde vervuld raakt voor de grote God der goden, zoals zij zegt en betreurt,
[7] Volgens onze Griekse godenwetten is zo'n liefde één van de zwaarste misdaden tegen de onbeperkte heiligheid der goden, vooral tegen de onbekende, allerhoogste God aller goden! Mijn arme dochter kan zich nu echter niet meer tegen deze verschrikkelijke liefde verweren! Zij wil niet, en haar hart zegt onverbiddelijk: ' Je moet!'
[8] Het arme, oprechte kind vertrouwde mij dat toe, en daarom heb ik besloten om via u de grote God te smeken om genadig het hart van mijn arme dochter van die liefde te willen bevrijden, want haar wil is niet de oorzaak van deze liefde, maar het komt beslist alleen door de vreemde, ons totaalonbekende omstandigheden! Zou u, omdat u beslist ook een eerste halfgod bent, ons die genade willen bewijzen? Zou u de grote god om genezing van het ziek geworden hart van mijn dochter willen vragen en mij tevens willen zeggen wat ik voor die genade moet offeren?
[9] Dit maakt dat onze MATHAËL voor het eerst sinds zijn genezing welwillend en medelijdend glimlacht, en vervolgens zegt hij .tegen Ouran. " Jij bent een echte heiden en daarbij ook nog een van het zuiverste water! In de halve wereld zoek je waarheld en het juiste licht en als je het vindt herken je het door pure, heidense domheld met! .
[10] ik zeg je, dat ik veel medelijden met je heb en uit de grond va.n mijn hart je kortzichtigheid betreur, maar ik hoop dat er hier aan je oude dwaasheid gauw een einde zal komen!
[11] Kijk, wat je dochter als liefde voor onze grote, heilige Meester in haar hart voelt, is nu juist het enige, echte levensteken. van het eigen, goddelijke, geestelijke vonkje in haar ziel! Als dit vonkje in .haar borst een vlam wordt, zal zij pas de absolute nietigheid van jullie oude veelgodendom volledig inzien, maar ook de enig ware, eeuwige. goddelijkheid van Degene, die nu dit vonkje in haar overigens zeer reine hart heeft aangeblazen en tot leven gebracht.
[12] Ik zeg je: De liefde is immers de enige band waarmee God Zijn schepselen aan Zijn almachtige vaderhart trekt en hen tenslotte tot Zijn kinderen maakt, -en jij, oude, blinde, heiden, smeekt nu om de bevrijding van die hoogste, goddelijke genade, die God Zelf in Zijn grote erbarm mg hier in jullie harten giet om het innerlijke leven op te wekken!? ..
[13] Laat je oude domheid varen en wordt een mens aan wie het mogelijk wordt het eeuwige leven in zichzelf door de hem door God daartoe verleende kracht te verwerven, zichzelf en God waarachtig te herkennen en daardoor pas in te gaan in de ware, eeuwige gelukzaligheid!"
«« 89 / 246 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.