[2] De noordpool zou beter de positieve pool genoemd kunnen worden. De van de noordpool afkomstige verschijnselen zijn -vlak bij de pool zelf -het noorderlicht; verder de op alle punten der aarde werkende magnetische kracht; weer vlakbij de pool het ijs en de voortdurend heersende grote kou; verder de zogenaamde passaatwinden, alsook het ontstaan van uit het noorden aandrijvende wolken en hevige onweders en nog meer verschijnselen die min of meer afkomstig zijn van de polaire krachten van een hemellichaam.
[3] Alvorens deze streek geestelijk te bezien, is het nodig haar eerst uit natuurlijk oogpunt te belichten.
[4] Een pool van een hemellichaam is dat punt, dat de meeste rust heeft. Het is het minst blootgesteld aan het licht en de daarmee verbonden warmte uit de zon. Deze kunnen dus de polen van de aarde verlichten noch verwarmen en het is daarom vanzelfsprekend, dat bij gebrek aan beide daar niets dan een eeuwige kou en een ononderbroken nacht moet heersen, die slechts door mat geglinster van sterren en een bijna constant noorderlicht verlicht wordt.
[5] De poolstreek heeft een grote trechtervormige krater*, (* Deze gegevens beginnen door de onderwater opnamen en -metingen van Amerikaanse onderzeeboten, die onder het noordpoolijs varen, bevestigd te worden. Ze stellen vast, dat de zeebodem onder de noordpool rond en hol is, bij de ijsgrens steil omhoog gaat, maar bij de pool een kraterachtige diepte vertoont.) die bovenaan de trechter een doorsnede van 180 mijl** heeft. (** 1 Duitse mijl is 7,42 km. Totaal dus: 1355,6 km.) Deze krater is aan alle kanten door zeer ruwe en steile ijsbergen en rotsen omgeven.
[6] De kou bereikt wel 90° en soms meer. Kou is eigenlijk geen fluïdum, evenmin als warmte dat is en nog veel minder is ze de afwezigheid van warmte. Ze is niets anders dan een werking van de buitengewone verdichting van de lucht, net zoals de warmte en hitte juist het tegendeel zijn, namelijk een buitengewone verdunning van de lucht.
[7] Het gaat hier om een verdichting van de lucht in al haar delen. Alleen het licht kan dit tot stand brengen en ook een totaal gebrek aan licht. Dat is dan ook de oorzaak van de kou in de poolgebieden en ook in het tegenovergestelde geval de hitte aan de equator.
[8] Uit de zon stromen twee soorten stralen, ten eerste zulke, die van elk punt van de zon zich naar alle mogelijke kanten onder alle mogelijke hoeken verspreiden. Maar tegelijkertijd gaat er ook van elk punt van de zon een straal uit in evenwijdige richtingen deze straal is als het ware de kern van de zonnestralen en voert alleen die kracht mee, die men warmte noemt; dat is het echter niet, maar hij is alleen daarom de sterkste, en dus ook het meest geschikt voor uitzetting, omdat hij de kernstraal is. De schuine stralen kunnen waar dan ook neervallen, maar ze zullen toch weinig uitzettende kracht hebben, omdat de kernstralen met hen nooit een grotere uitzetting verkrijgen, vanwege de schuine vlakken waarop zij vallen.
[9] Alleen in de streken die recht onder de zon liggen vallen de stralen loodrecht neer en bewerken daar de grootst mogelijke uitzetting van de lucht. Als de lucht in de gebieden van de equator daardoor voortdurend in al haar delen wordt uitgezet, trekt de hele luchtmassa, of liever wordt zij heengedrongen, naar de poolstreken van de aarde, waardoor dan zeer grote verdichting der lucht in al haar delen moet plaatsvinden. Daar komt dan de ononderbroken kou vandaan en wel in zekere zin periodiek. Want als de aarde haar poolstreken meer onder de zon heeft geschoven, zet ook de lucht daar meer uit en het wordt daar dan dragelijk; wat echter de pool betreft, juist daar in de krater zelf wordt de kou het hevigst.
[10] Maar als de zon weermeer boven de zuidelijke streken is gekomen, dan wordt de kou in de poolstreken zo groot, dat geen levend wezen het op de 80e graad noorderbreedte kan uithouden.
[11] Aan de pool zelf, waar de druk het hevigst wordt, raakt de lucht sterk in beweging, doet haar hulsjes springen en wordt tot een vuurzee. Als zoiets begint, dan grijpt het vuur de aangrenzende luchtregionen met een elektrische snelheid aan en ontsteekt haar al naargelang zijn dichtste structuur en dit verschijnsel is het noorderlicht. Tijdens de winter brandt zulk licht.voortdurend boven de pool, maar het stroomt slechts periodiek boven de poolstreken en wel wanneer bepaalde aftakkingen van de lucht zich tot aan de noordpool toe verdicht hebben. Dat het noorderlicht op bliksem gelijkende bewegingen maakt, ligt aan de takvormige verdichtingen van de lucht. Het bijna altijd roodachtige noorderlicht en ook het begeleidende groen-witte of blauw-witte licht is een gevolg van de etherische ontsteking van de hoogst elastische lichthulsjes. Wat de passaatwinden betreft, deze ontstaan zodra de zon boven de equator begint te stijgen en daardoor de lucht door haar kern stralen steeds meer doet uitzetten. Daardoor weegt deze niet meer op tegen de grote druk van de rondom de noordpool aanwezige verdichte lucht. Dus stroomt de lucht van de poolstreken daarheen waar het verdichtingsproces plaats heeft, totdat het evenwicht min of meer is hersteld.
[12] Bij de magneet komen we tot het transcendente punt van alle tot nu toe behandelde noordpool verschijnselen. Het verschijnsel van de magneet laat zich doorgaans niet op natuurlijke manier verklaren, omdat in het wezenlijke van de magneet niets materieel natuurlijks aanwezig is. De magneet is dus niets anders dan het leven van de liefde van de in de materie overal aanwezige geesten. En daar juist in de poolstreken van graad tot graad steeds vredelievender geesten zij n, vermeerdert zich dit leven van de liefde ook. Deze vredelievende geesten zijn deemoedig en wars van elke opgeblazenheid om groter te willen zijn dan andere hen omringende geesten. Daarom ontvluchten ze ook direct elke gelegenheid die ertoe zou kunnen dienen, dat de één zich boven de ander zou verheffen; ze schuwen daarom ook zorgvuldig al het natuurlijke licht en trekken zich hiervan in zekere zin zoveel mogelijk terug en alle licht en warmte die ze ook maar in zich opnemen, laten ze dadelijk verder stromen in die geesten, die aan lichten wijsheidgebrek hebben, Dit bereidwillig verder geven van hetgeen van Mij werd ontvangen is het trekken van de waarneembar magnetische kracht.
[13] Als zulke vredesgeesten in hun liefdadige werking zich dicht verenigen, treedt het verschijnsel van het noorderlicht op, omdat zij door hun liefde altijd veelonrustige geesten uit de materie naar zich toetrekken, om ze voor te bereiden op het beproevende leven in de materie. Maar dan gebeurt het, dat bij zo'n liefdewerking ook verdorven geesten van gestorven mensen, vooral van zulke die tijdens hun leven allerlei intriges speelden, zich samen met de scharen liefde opwekkende geesten verheffen en deze dan door allerlei op liefde lijkende intriges aan hun kant willen brengen. Maar de liefde ziet scherp en voelt in haar zuiverheid de parasiet aan; zulke boze geesten worden dan al spoedig gegrepen en door de vredesgeesten boven de noordpool zo in het nauw gedreven, dat ze zo'n druk niet meer kunnen verdragen. Dan ontsteekt hun boze wil en woedt temidden van de vredesgeesten als een geweldig vuur; dat gebeurt altijd precies in het midden van de noordpool, Waarom juist hier? Omdat deze kwaadwillige geesten zich zoveel mogelijk in het donker houden en juist in deze verdieping van de noordpool heerst de grootste duisternis, fysisch en dus ook geestelijk.
[14] Als daarom de liefdegeesten dit gespuis onder zich gewaar worden, verenigen ze zich in hun liefdewerking en laten hun licht en warmte uitstromen, wat al gezegd werd bij het ontstaan van het noorderlicht. Daardoor worden nu de kwaadwilligen doorgelicht en kunnen ze hun boosheid onmogelijk meer verbergen. Dan verenigen de vredesgeesten zich en storten op de rondzwervende parasieten neer en willen ze tot rust brengen. Maar deze ontvlammen dan uit ergernis over het ontdekken van hun boosheid en breken als een geweldige vuurstroom omhoog en branden zo hevig, totdat ze in hun boze ijver verteerd zijn; dan worden ze vanwege hun drift door de vredesgeesten omsloten door het water van hun liefdewil en zo als eeuwig ijs met de poolsstreek verenigd.
[15] De krater van de noordpool lijkt het meest op de uitmonding van een appel als de steel verwijderd is en die monding gaat dan over in een kanaal met een doorsnede van ongeveer 2000 meter. Dit loopt steeds nauwer wordend door tot in het middelpunt van de aarde en is als het ware de mond van de aarde, waardoor deze haar passend voedsel uit de oneindige ruimte opvangt; -en de zuidpool gelijkt derhalve op een lozingskanaal ( anus der aarde) .
[16] Er kan nog iets gezegd worden over de door de mensen uitgevonden magneetnaald; waarom gaat de naald altijd naar het noorden staan? Een spreekwoord zegt reeds: soort zoekt soort, en daarin ligt de grond van dit verschijnsel. In ijzer, evenals in veel andere metalen, bevinden zich ook vredesgeesten om de boosaardige geesten te kalmeren en deze vredesgeesten hebben dezelfde eigen schappen als de polaire geesten.
[17] Hoewel zij gedienstig de boosaardige geesten van dit metaal bewaren voor een vernietigend opbruisen, ondergaan zij toch een ononderbroken aantrekking tot hun broeders. Dit aantrekken openbaart zich op dezelfde manier als wanneer men een elektriseermachine in draaiende beweging brengt, waardoor ook geesten ontbonden worden en naar hun aanverwante nog gebonden geesten overgaan in een of andere materie, zoals metaal en andere elektriciteit geleidende lichamen.
«« 11 / 39 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.