[2] IK zeg: "Vriend. Je bent Mij heel dierbaar en Ik waardeer je erg, maar hier heb je met je vraag weer eens geoordeeld als een blinde over de mooie kleuren van de regenboog. Als je zo gaat oordelen, zou het Mij zelfs kunnen verbazen dat jouw ledematen niet reeds lang in opstand zijn gekomen tegen je hoofd, omdat zij niet ook dezelfde mogelijkheden hebben waarop het hoofd zich kan laten voorstaan.
[3] Je voeten zijn op zichzelf blind en doof en moeten ondanks die zeer stiefmoederlijke bedeling het zwaarste werk verrichten. Je handen moeten naar buiten toe je wil uitvoeren en moeten dan weer dit en dan weer dat doen, en hebben toch geen ogen om het mooie licht te zien en geen oor om de heerlijke harmonie van het gezang te horen; ook hebben zij geen reukzintuig en geen smaak om te genieten van de kruidige charme van het leven! Vind je nu, dat daarom deze ledematen ten opzichte van het hoofd erg slecht bedeeld zijn?
[4] Of zou een doornhaag zich soms niet bij een wijnstok kunnen beklagen en zeggen: 'Wat heb ik dan misdaan dat mij niet de genade ten deel mag vallen om ook eens te kunnen pronken met die heerlijke druiven?!'
[5] Weetje dan ook nog niet, dat door Mij alles heel precies bepaald is, en alles zijn bestemming heeft?! Zoals bij de verschillende ledematen van je lichaam er één met de mogelijkheid die hij alleen heeft, alle andere ledematen dient, zo hebben ook de mensen allerlei bekwaamheden en kunnen zij door te dienen voor elkaar nuttig zijn, en dat is nu juist de voorwaarde voor de hoogste zaligheid van het leven.
[6] Als je hoofd en je hart blij zijn, zullen ook alle andere ledematen blij en vrolijk zijn; lijdt er echter ook maar een heel klein deeltje, dan is het ook gedaan met de vreugde van het hoofd, het hart en van alle andere leden, die op zichzelf heel gezond zijn! Alle zijn treurig terwille van het ene en doen alle mogelijke moeite om het ene deel te helpen en het gezond te maken.
[7] Het is beslist een mooie roeping, in staat te zijn Mijn stem der liefde te horen, op te schrijven wat zij zegt en aan de andere mensen die Mijn stem niet kunnen horen op hun wens door te geven; maar het is een even mooi vermogen van het hart om het gehoorde in het hart te bewaren en daarnaar te leven. Als het daardoor en mens, ook al komt hij van beneden, tot geestelijke wedergeboorte heeft gebracht, zal deze daarvoor ongetwijfeld rijkelijk beloond worden, en hij zal zich te opzichte van degene die in staat is Gods woorden te horen evenmin beklagen als jouw kleine vinger zich er ooit eens over beklaagd heeft dat hij niet een oog in je hoofd is geworden! -Zeg Mij nu, of je met dit antwoord tevreden bent"
[8] CYRENIUS zegt: "Heer, -meer dan voldoende! Ik zal ook nooit meer met zo'n uiterst domme vraag bij U aankomen! Maar wees nu zo genadig ons in alle rust iets te laten zien!"
«« 113 / 263 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.