De gevolgen van een verkeerde opvoeding.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)

«« 126 / 263 »»
[1] (DE HEER:) "Men vindt weliswaar de geboden van God uiterst goed en rechtvaardig, maar er zijn ook mensen die van het handelen naar die geboden niets willen weten, maar enkel en alleen voor de wereld leven. Met die mensen is natuurlijks niets of hoogstens heel weinig aan te vangen. Wie met hen een zakelijke betrekking aangaat, is al meteen van het begin af aan de meest bedrogene en degene die men te slim af is. Maar degene die zich met zulke wereldse mensen inlaat om er beter van te worden, moet wel erg dom zijn, anders zou hij zijn partners wel beter doorzien hebben alvorens zich met hen in te laten om zaken te doen.
[2] Toch heeft zo'n mens, hoewel hij vrij dom is en enigszins op winstbejag uit is, altijd nog een goede inborst. Maar juist door zijn domheld is zijn geloof daarbij zwak en vertrouwt hij weinig op God. Hij denkt en zegt wel steeds: 'Laat ik eerst maar eens echt rijk worden! Dan zal ik pas de beste mens ter wereld worden en mij ook alle middelen verschaffen waardoor ik het mystieke.Godswezen beter en grondiger kan leren kennen! Voor de arme wereld zal ik dan alle denkbare weldaden verrichten, en na duizenden jaren zal mijn naam nog steeds genoemd worden! Als de rijke, wereldse mensen mij eerst maar eens ondergeschikt worden, dan zal al het andere wel vanzelf komen!'
[3] Met die ijdele hoop gaat zo'n dwaas door het leven, maakt plannen en doet pogingen, en zoekt met zijn plannen toenadering bij de groten en rijken, die met hun scherpe, wereldse verstand in zijn bedenksels al gauw een voordeel voor zichzelf zien. De domme, speculerende mens laat zich door hen misleiden en wordt daarbij op een ten hemel schreiende manier bedrogen en om de tuin geleid.
[4] Dan staat hij daar met al zijn plannen en hoop, volkomen uitgeplunderd en totaal zonder middelen en ziet geen uitweg meer. Het geloof in God en een vaster vertrouwen op Gods macht, goedheid en hulp waren bij hem altijd al zo goed als niet aanwezig. Met de wereld heeft hij door het bedrog, waardoor hij alles verloor, alle binding verloren. Zijn verstand is te dom en kan ondanks alle zoeken en ondanks alle inspanning geen uitweg vinden.
[5] Wat heeft dat nu tot gevolg? Vertwijfeling en daardoor een gloeiende afkeer van het bestaan, omdat er zich nergens ook maar enigszins aanvaardbare vooruitzichten lijken voor te doen! In die koortshitte beneemt zich zo'n dwaas dan gewoonlijk het leven en wordt zelfmoordenaar. Dat hij daadoor zijn ziel niet zelden een onvoorstelbaar grote schade toebrengt, kunnen jullie duidelijk opmaken uit het feit, dat zo'n mens zich nog heel lang steeds verder wil vernietigen omdat hij beslist reeds een dodelijke haat tegen het bestaan koestert, want anders zou hij geen zelfmoordenaar geworden zijn. Dat soort domheld is echter niemand aangeboren, maar alleen het gevolg van een slechte en verkeerde opvoeding.
[6] Wie zijn kinderen werkelijk liefheeft, moet het er toch voor alles aan gelegen zijn hun zielen zo op te voeden, dat zij niet door de materie worden verslonden. Als de zielen op de juiste wijze worden opgevoed, zijn zij het snelst in staat om de geest in zich op te nemen en zullen zij nooit dom worden, en van zelfmoord zal al nooit enige sprake zijn.
[7] Maar bij jullie aapachtige kinderopvoeding, vooral in de steden, is er geen ander resultaat mogelijk. Gewen jullie kinderen er daarom reeds vroegtijdig aan om het ware rijk van God in hun hart te zoeken, dan hebben jullie hen daardoor meer dan koninklijk van versierselen voorzien en voor hen het grootste en beste erfdeel verworven, zowel tijdelijk als eeuwig!
[8] De vertroetelde kinderen zullen echter nooit of te nimmer volgroeide mensen worden! Als er met hen al verder niets ergs geschied of als zij niet iets slechts worden, vormt zich mettertijd bij hen toch een bepaalde zwakke kant, die door geen mens beledigd of zelfs maar besproken mag worden. Wordt zo'n zwakke kant aangeroerd en besproken of zelfs beledigd, dan is het al gedaan met zo'n mens. Hij zal razend en toornig worden en zeker proberen zich op iedere denkbare wijze op de beledig er te wreken of hem minstens zeer nadrukkelijk waarschuwen dat soort zaken voor altijd te mijden, omdat hem dat anders vreselijk duur te staan zou komen.
[9] Zo'n zwakke kant is in de aard der zaak eigenlijk niet iets slechts dat voortspruit uit de vrije wil en uit de kennis; maar het is toch een zwakke plaats in de ziel waar deze steeds kwetsbaar blijft, en dat niet alleen hier, maar ook nog lang aan gene zijde. .
[10] Daarom moeten jullie er bij jullie kinderen ook bijzonder op letten dat zich in hen geen zogenaamde zwakke kanten ontwikkelen, want die worden voor ~e ziel hetzelfde als chronische, half genezen ziekten. Als het weer steeds goed is en de wind tevens uit de goede hoek komt, merkt men er niets van en de mens die ze bezit voelt zich helemaal gezond; maar zodra zich maar een begin van slecht weer aan gaat kondigen, beginnen zulke zwakke plaatsen in het lichaam zich ook meteen te roeren en maken de mensen vaak vertwijfeld van pijn.
[11] Zo bijzonder moeilijk als het voor iedere dokter is om zulke oude kwalen van het lichaam te genezen, net zo moeilijk en vaak nog moeilijker is het om zulke oude verwondingen van de ziel te genezen. Als de schipper zijn schip wil behoeden voor beschadiging, moet hij niet daarheen varen waar in zee allerlei klippen en koraalbanken voorkomen, maar alleen daarheen waar het water de geschikte diepte heeft. En zo moet de opvoeder van kinderen als een echte, het leven kennende stuurman zijn kleine levensscheepjes ook niet rond laten varen over alle wereldse, klippenrijke ondieptes, maar zich meteen meer op de innerlijke levensdieptes wagen en dan zal hij de kleine scheepjes voor gevaarlijke beschadigingen behoeden, en daardoor de kroon verwerven van een echte levensstuurman
[12] Heil degene, die ook deze woorden ter harte neemt; zij zullen niet zonder zegen voor hem en de zijnen blijven!
[13] En nu, omdat wij deze bijkomstigheid, die zich voordeed door het optreden van leerling Judas Iskariot, nuttig besproken hebben, keren wij weer terug tot onze beschouwingen over het ontstaan en het schijnbare vergaan, en wij willen nu heel in het bijzonder dat laatste in ogenschouw nemen!"
«« 126 / 263 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.