[2] Maar toen gaf ik de kleine man de wind van voren en zei luid: 'Mens, ben je dan helemaal vergeten welke belofte en welke afspraak je van man tot man met mijn eerlijke vader hebt gemaakt?! Hoe kun je nu dan zo tegen Gods buitengewone genade in oordelen?! Pas op dat Jehova je niet terecht straft, want je bent geen mens, maar een ellendig dier!'
[3] Wel, deze woorden van mij hebben zo'n indruk op de kleine rabbijn gemaakt, dat hij net zo hippocratisch bleek werd als het lijk op het bed en over zijn hele lichaam begon te beven.
[4] Mijn vader merkte dat, ging naar hem toe en vroeg hem wat hem nu toch overkomen was dat hij zo lijkbleek zag. De kleine man vertelde hem met bevende stem wat voor ergs ik allemaal tegen hem had gezegd.
[5] Maar mijn vader zei tegen hem: 'Dat heb je wel verdiend! Waarom bleef je dan niet in het geloof dat je mij zo plechtig hebt beloofd? Met God en zijn geesten kun je beslist geen grapjes maken! Begrijp je dat? Of je gelooft, ook al is dat op gezag van degenen die zonder meer alle ervaring bezitten, -of je blijft zoals je was!
[6] Wat je bent, wees dat helemaal, hetzij een engel of een duivel! Het slechtste van het slechtste is echter: tweeslachtig te willen zijn, een engel en een duivel in een en dezelfde persoon! De twee Farizeeën die net aangekomen zijn, hebben je door hun komst het hoofd warm en je hart brandend gemaakt, niet waar?! Je werd bang en begon, als een vroegere aanhanger van de sekte der Sadduceeën, naar hun pijpen te dansen, zoals de Grieken thans hun beren voor ons naar hun pijpen laten dansen; daardoor kon je vergeten ten opzichte van wie je in zekere zin je eed hebt gebroken! Wat wil je nu doen, beklagenswaardige?'
[7] De rabbi bedekte echter zijn gezicht en ging weg, en trok zich waarschijnlijk in Jeruzalem in zijn woning terug om over al zijn doodzonden na te denken. Wat er verder met hem is gebeurd, weet ik tot op heden niet; alleen dit ene weet ik, dat zowel mijn vader als ook ik hem daarna nog ettelijke malen in Jeruzalem hebben ontmoet, waarbij hij ons echter al op een afstand schielijk ontweek. Waarom dat was, uit toorn of uit een soort angst, weet ik ook niet. Hij kwam ook nooit meer naar het huis van Lazarus, hoewel hij daar zijn toverflesjes vergeten was, -wat wij eenvoudig te weten kwamen omdat de jonge Lazarus en zijn zusters ons later nog heel vaak bezocht hebben.
[8] Wel, Heer, dat is de gebeurtenis die ik met mijn vader in Bethanië zo waar en waarachtig beleefde als ik nu heb verteld. Toentertijd was alles voor mij natuurlijk een onoplosbaar raadsel. Nu is veel daarvan begrijpelijk voor mij, alleen twee verschijnselen zijn me nu nog een raadsel en ondanks alle verklaringen die U nu al gegeven hebt, begrijp ik die niet. En die twee verschijnselen zijn: "ten eerste de aan de natuurlijke hemel om middernacht opduikende lichtmeteoor en de geesten die deze naar het westen begeleidden, en ten tweede het daarop lijkende, puur geestelijke licht boven het hoofd van de reeds helemaal vrij boven haar dode lichaam zwevende ziel.
[9] Ook zag ik bij deze ziel vooraf geen duidelijk aanwijsbare nevelwolk, maar vrijwel meteen een heel goed gevormde menselijke gestalte die slechts met een uiterst lichtviolette draad met het lichaam verbonden was die al gauw helemaal afbrak, waarop de ziel meteen volledig vrij in een verblindend wit, geplooid gewaad van de fijnste byssus temidden van enige wijze en machtige geesten stond zoals ik daarnet heb verteld.
[10] Ik en beslist ook alle anderen zouden graag uit Uw mond vernemen hoe deze dingen en verschijnselen nu met elkaar samenhangen! O Heer, verklaar ons dat eens!"
«« 137 / 263 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.