[2] IK zeg: "Maar vriend, dat zijn immers slechts heel onbelangrijke bijzaken, die voor het geheel eigenlijk helemaal niet van belang zijn, omdat zij er niets mee te maken hebben en er zo goed als geen verband mee houden! Wat is er zo belangrijk aan de namen van de engelengeesten die Lazarus tegemoetkwamen?! Een wettelijke reispas hebben zij niet nodig en een werelds beschermrecht ook niet. Waarvoor zou je dan hun namen nodig hebben?! Maar omdat je het zo graag wilt weten, het waren de aartsengelen Zuriël, Uriël en heel op de achtergrond ook Michaël in de gedaante van Johannes de Doper, over wie Zinka ons veel verteld heeft.
[3] Maar er waren daar nog een aantal geesten aanwezig die Mathaël niet kon zien, omdat deze geesten zo rein en zuiver zijn dat zij niet meer gezien kunnen worden met het oog van de ziel, maar alleen met de ogen van een geest die zelf helemaal rein is -iets waartoe Mathaël nog nooit in staat is geweest. En verder, wat is het belang van de begrafenis van het lichaam van Lazarus, wat van de kleine rabbi en wat van de varenkruidolie, die wel tetanus opheft en de wormen in de maag doodt als zij echt is; maar als zij niet echt is, heeft zij ook helemaal geen uitwerking! Houden wij daarom op over dat wat weinig of geen nut voor ons kan hebben, en laten wij er voor zorgen slechts onze kennis en ons weten van geestelijke zaken te vermeerderen!
[4] Vraag daarom liever naar iets geestelijks, nog uit de sfeer van het door Mathaël geestelijk geziene, dan naar zaken die voor de geest net zo onbelangrijk kunnen zijn als de sneeuw die duizend jaar voor Adam de woeste streken van de aarde heeft bedekt! Wat materie is en hoe deze ontstond, bestaat en nog ontstaat is jullie reeds volkomen duidelijk uitgelegd en daarom moeten wij ons nu vóór alles alleen bekommeren om de geestelijke dingen. Wat heeft de mens aan alle kennis en wetenschap van de hele wereld als hij zichzelf niet tot in de diepste levenswortel kent en dat vooral in de levens en bestaanssfeer van zijn ziel en zijn geest?!
[5] Zal hij ooit waarachtig gelukkig kunnen zijn, ook al bezit hij alle aardse goederen, als hij zich bij tijd en wijle zal af moeten vragen: 'Wat zal er na de dood met mij gebeuren? Zal ik op de een of andere wijze bewust verder leven of zal het voor eeuwig helemaal met mij gedaan zijn?' Als de bange vragensteller echter geen bevredigend antwoord krijgt, noch van iemand die meer ervaren is, of nog minder uit de eigen duistere, wereldse levenskamer waarin nog nooit een waarachtig geestelijk licht is doorgedrongen, -wat dan? Zal zo'n steenrijke man die zich dat ernstig afvraagt, wel genoegen beleven aan zijn grote schatten en rijkdommen? Dat zal wel nauwelijks het geval zijn als hij zich enigermate bewust is van de liefde voor het leven! Wat heeft de mens eraan als hij alle schatten van de wereld zou winnen, maar schade zou lijden aan zijn ziel?
[6] Daarom weg met alles wat roest en motten kunnen vernietigen! Slechts wat van de geest is, blijft voor eeuwig onveranderlijk; alles wat tot de materie behoort is vaak nog onderworpen aan talloze veranderingen eer het het niveau van de geest bereikt zal hebben. Vraag daarom naar dingen die de geest en de ziel betreffen, maar nooit naar aardse zaken!"
«« 140 / 263 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.