De schepping van Adam en Eva.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)

«« 162 / 263 »»
[1] IK zeg: "Volgens de maatstaf van het feitelijke wereldse verstand is jouw opmerking over Mozes nog niet zo kwaad; maar beoordeeld met het verstand van de geest is Mozes heel wat anders dan wat de woordelijke inhoud je zou doen geloven. Overigens verschilt de woordelijke inhoud van de eerste teksten niet zo veel van de latere teksten als jij denkt; want de latere teksten zijn meer een commentaar op de eerdere teksten en geven een nadere beschrijving van de wijze waarop -weliswaar in geestelijke zin - het ontstaan van de mens heeft plaatsgevonden.
[2] Op welke wijze het ontstaan wat het natuurlijke proces betreft, begrepen moet worden, heb Ik jullie voor zover dat voorlopig voor jullie noodzakelijk is, deze nacht al laten zien. En Mathaël, die heel vertrouwd is met de kennis der analogieën, heeft jullie een dag geleden ook verteld hoe de geschriften van Mozes opgevat moeten worden; en Ik moet jou, vriend Cyrenius, nogmaals zeggen dat je werkelijk erg kort van memorie bent! Wel heb Ik voorheen je geheugen nieuw leven ingeblazen en kun je je daarin nu, als je echt wilt, een beetje vrijer bewegen; maar om jouw twijfel aan de Mozaïsche mensenschepping terecht te wijzen wil Ik je er nog zoveel bij vertellen, dat jij en ook nog vele anderen daaruit kunnen concluderen waar het hier bij deze zaak nu eigenlijk om gaat.
[3] Kijk, alles wat Mozes met zijn scheppingsgeschiedenis zegt en eigenlijk wil zeggen, heeft in de eerste plaats enkel en alleen betrekking op de opvoeding en geestelijke vorming van de eerste mens als zodanig, en slechts in overdrachtelijke zin ook op die van het allereerste mensenpaar.
[4] Lichamelijk is Adam overigens wel uit de etherdelen van het fijnste leem door Mijn wil geschapen en gevormd volgens de geldende orde, zoals Ik die jullie nu heb getoond; en toen hij door ervaring wijs geworden, door Mijn wil eenmaal zo krachtig was geworden dat zich om hem heen een uiterst intensieve, uiterlijke levenssfeer had gevormd, en hij op een keer moe van het werk en het reizen in diepe slaap viel, was de tijd rijp om een natuurziel, die samengesteld was uit al de jullie bekende natuurlijke niveaus, in de uiterlijke levenssfeer van Adam te plaatsen.
[5] Deze ziel begon, terwijl zij zich in de uitstralende levenssfeer van Adam bevond, meteen uit de uitstralende delen van Adam ofwel uit zijn overvloedige levensdamp, die haar zeer lief was, een lichaam te vormen volgens Mijn wil en Mijn orde, zoals heden ten dage zielen van gestorvenen dat nog plegen te doen als zij voor enige ogenblikken aan de mensen willen verschijnen. Binnen drie dagen was zij daar helemaal mee klaar.
[6] Toen Adam daarna ontwaakte zag hij vol verbazing en vreugde zijn evenbeeld naast zich, dat hem natuurlijk uiterst toegedaan was en moest zijn, omdat het lichamelijk ook uit zijn wezen afkomstig was.
[7] In de omgeving van zijn hart voelde hij wel iets drukkends, maar dat was heel aangenaam, ook voelde hij bij tijden een soort leegte -dat was het begin van de geslachtelijke liefde -en hij kon het beeld, dat hij meteen zo bekoorlijk vond, niet meer loslaten. Waar hij ging, volgde de vrouw hem en ging de vrouw ergens heen, dan kon hij haar beslist niet alleen laten gaan. Hij voelde de waarde en de liefde van de vrouwen zei daarom op een moment van helderziendheid: 'Wij, ik een man en jij een vrouw die volgens Gods plan ontsproten bent aan mijn ribben (in de hartstreek), zijn zodoende één vlees en één lichaam; jij bent het lieflijkste deel van mijn lichaam en zo zal het verder blijven, en de man zal vader en moeder (zijn manlijke ernst en zijn zorg) verlaten en zijn vrouw toegedaan zijn!'
[8] Als er echter staat dat God bij Adam dat deel met vlees bedekte waar Hij de rib bij hem wegnam, dan zal toch hopelijk niemand van jullie zo dom zijn om aan te nemen dat God Adam werkelijk verwond heeft om hem een rib af te nemen, om uit de kleine rib een volwassen vrouw te laten ontstaan. De ribben zijn een uiterlijke, stevige bescherming van de tere, innerlijke levensorganen.
[9] Als David zegt: 'God, onze vaste burcht en een sterk schild!', -is God dan werkelijk een uit louter vierkante stenen gebouwde, vaste burcht, of een groot, ijzeren schild?!
[10] Zo is het ook met de rib waaruit Eva zogezegd zou afstammen! Deze rib is slechts een teken voor de zaak waar het om gaat, en dat is Adams innerlijke, krachtige liefdeleven. En de rib, als bescherming van dit leven, werd door Mozes in de Schrift ten eerste opgenomen omdat zij het leven beschermt, en zodoende, omdat zij een uiterlijk schild van het leven is, dat ook als beeld voorstelt; en ten tweede omdat later een goede, trouwe en liefdevolle vrouw ook als een bescherming, schild en beschutting van het leven van de man te beschouwen is en daarom symbolisch ook heel goed als een rib van de man gezien kan worden; en ten derde omdat de uitstralende levensether*(* Lorber schreef: ' Aussenlebensaether' , soms' Aussenlebenssphare ' , waarmee bedoeld wordt: een vanuit het lichaam (van mens, dier, plant, planeet) naar buiten tredend etherisch stralingsveld.) voor het innerlijke, natuurlijke leven van de zielook een geweldige bescherming is, zonder welke de mens geen tien seconden lang zou kunnen leven.
[11] Zo is dan Eva voor wat betreft haar tere, lichamelijke wezen ontstaan uit Adams overvloedig uitstralende levensether; en omdat deze levensether zich verspreidt vanuit de omgeving van de ribben en de borstholte en de mens zodoende ver aan alle kanten omgeeft, kon Mozes, die heel goed om wist te gaan met de vergelijkende beeldspraak, Eva heel terecht uit een rib van Adam laten ontstaan, en door God de wond van Adam met het vlees van Eva laten toedekken of daardoor laten vervangen. Want Eva was immers het vlees dat uit de uitstralende levensether van Adam was ontstaan, waarmee God Adam dat, wat hij van zijn uitstralende levensether had afgestaan, vergoedde, en op die wijze de wond toedekte met het voor Adam hoogst aangename vlees van Eva, wat dan eigenlijk ook vlees van Adam was."
«« 162 / 263 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.