Geestelijke voor en nadelen van de zwarten.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)

«« 197 / 263 »»
[1] CYRENIUS zegt tegen Mij: "Heer, bij deze Moren zou ik niet zoveel wijsheid en volkomen helder verstand gezocht hebben, maar hun vele kennis en wonderbaarlijke ervaringen brengen mij werkelijk terecht in verbazing! De overste van Memphis, die Justus Platonicus heet, is mij als een zeer wijs man bekend; maar dat hij in alle oude Egyptische mysteries ingewijd zou zijn, heb ik echt niet geweten!
[2] Dat hij al vanouds een sterke aanhanger van Plato was, weet ik. Als zoon van een zeer vooraanstaande familie in Rome en rijk als Croesus, is hij reeds in zijn jeugd met de Griekse en Egyptische filosofen zeer bevriend geraakten heeft hij Egypte gekozen als het belangrijkste onderwerp van al zijn studies. Ongeveer tien jaar heeft hij in het land der oude wijsheid doorgebracht en zich daar in alles in laten wijden. Met een geleidebrief van mijn broeder, Caesar Augustus, in de hand, moesten hem alle mysteriën van begin tot eind getoond worden, en zo kwam hij aan zijn huidige wijsheid. En omdat hij zo door en door thuis was in alle Egyptische aangelegenheden, plaatste Augustus hem als een meer burgerlijke dan militaire overste naar Memphis over in Opper-Egypte. Er liggen wel wat militairen in Memphis waarover onze Justus Platonicus het bevel heeft, maar een veldheer is hij daarom nog niet.
[3] Dat hij een groot geleerde is, weet ik; maar dat hij nu ook een wijze en een echte priester is geworden, wist ik natuurlijk niet! Ik moet hem nu echter meer in gedachte houden, want door zijn inspanning voor de Moren heeft hij zich voor mij heel verdienstelijk gemaakt. Het zou hem erg veel plezier doen als hij hier was! Wat denkt U eigenlijk over mijn Justus Platonicus? Hoe is zijnen ook mijn verhouding als heiden ten opzichte van het rijk van God op aarde?"
[4] IK zeg: "Waarom vraag je dat? Justus is een man naar Mijn hart, hij heeft God lief boven alles en zijn medemensen meer dan zichzelf; en wie dat doet, is reeds in Mijn rijk, of hij Jood is of heiden! Ik zeg je dat Ik het eerder met hem zou kunnen vinden dan met jullie allen, maar Ik vind jullie ook goed! Om Mijn woorden te bewaren is echter niemand geschikter dan deze zwarten; want wat zij eenmaal hebben en begrepen hebben, blijft zo zuiver en onveranderd als een geslepen diamant. Iedereen kan voor hen instaan dat Mijn leer bij hen na tweeduizend jaar nog net zo zuiver zal zijn als zij die van Mij ontvangen!
[5] Deze zwarte mensensoort heeft de eigenschap een leer of gewoonte gedurende duizend en ook wel meer jaren helemaal kernzuiver te bewaren, dus precies zoals zij die in het begin gekregen heeft. Zij zullen niets weglaten en zeker niets toevoegen; maar dat alles wil niet zeggen dat zij als mensen voortreffelijker zouden zijn dan jullie blanken, zij staan echter als nakomelingen van Kaïn op een lager ontwikkelingsniveau en kunnen slechts heel moeilijk het kindschap van God bereiken omdat zij eigenlijk planeetmensen zijn die zuiver tot deze aarde behoren. Zij zijn pure schepsels van deze aarde, begaafd met intellect, verstand en geweten, maar met minder vrije wil dan jullie als blanke mensen.
[6] Maar hun minder vrije wil is veel sterker dan jullie volledig vrije! Wat de zwarten eenmaal willen, zetten zij ook door - ook al moesten zij daarvoor bergen verzetten! In het verloop van deze dag zullen zij nog wel een paar bewijzen van hun standvastige wil laten zien waarover jullie je zult verwonderen! Dat zij echter in al hun doen en laten onveranderlijker zijn dan jullie, als nakomelingen van Seth, bewijst en toont reeds hun gestalte.
[7] Kijk, de aanvoerder is kennelijk de oudste onder hen en zijn dienaar is ruim achtentwintig jaar jonger! Bekijk hen beiden eens of de een uiterlijk gezien ook maar een jaar ouder lijkt dan de ander; zij lijken op elkaar als tweelingbroers! De leeftijd zul je deze mensen heel moeilijk aanzien. Dat is ook zo met hun natuurlijke kracht en fitheid. Een man van zeventig wedijvert met een jongeman van zeventien nog in het springen!
[8] Jullie blanken zijn vaak ziek en jullie huid is gevoelig voor allerlei kwalen; maar zij kennen, als zij zich aan hun natuurlijke voeding houden, geen lichamelijke aandoeningen. De meesten sterven aan ouderdomszwakte. Zoals hun lichamelijke natuur reeds onveranderlijker is dan die van jullie, zo is ook het innerlijke karakter van hun ziel heel anders en veel vaster dan dat van jullie; juist daardoor zullen zij echter in vergelijking met jullie veel geringere vorderingen maken met het tot volle wasdom brengen van hun geest, omdat hun daartoe de buigzaamheid van de wil vrijwel volledig ontbreekt. Hun wil laat zich weliswaar ook op een bepaalde manier een beetje buigen, maar daar is altijd grote ernst en veel moeite en werk voor nodig.
[9] De voortreffelijkheid van de ziel en haar geest zit echter niet in de bepaalde, meer dierlijke vastheid van de wil, maar in de eigenschap van de zielom gemakkelijk kennis in zich op te nemen, waardoor zij het licht der waarheid snel begrijpt en bevat, en in de gemakkelijke buigzaamheid van de wil, zodat de ziel het ware en goede inziet en met haar wil aangrijpt en in daden omzet, zonder welke geen enkele kennis nut heeft voor een ziel."
«« 197 / 263 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.