De bescheiden Zinka.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)

«« 29 / 263 »»
[1] ZINKA komt er bij staan en zegt: "Verheven heer en gebieder! Onder deze omstandigheden, die ik van tevoren niet in het minst kon voorzien, komen de zaken er ook wel heel anders voor te staan. Dat zijn nu geen koopmansdochters uit Kapérnaum meer, maar dat zijn dochters uit het Romeinse keizerlijke huis. Aan die boom groeien voor ons soort geen appels! Want voor zulke kinderen moeten er ook weer kinderen zijn die van koninklijke ouders afstammen. Ik ben slechts de gewone zoon van een Jood. Ik stam wel van Juda af, maar wat is dat nu vergeleken bij u, een broer van de grote keizer Augustus, die dus behoort tot de stam van de oudste patriciërs?! Bovendien bent u onmetelijk rijk en ik heb slechts mijn karig toegemeten beloning voor heel veel werk.
[2] Ook al zou Gamiëla mij oneindig gelukkig gemaakt hebben als ik haar nu als een hemels wonder tot vrouw zou hebben gekregen, - toch kan en mag ik haar nooit tot vrouw nemen nu zij als uw dochter zo hoog boven mijn onbeduidendheid staat! Verheven heer, vandaag in uw zuivere geestelijke gestemdheid zou u haar wel aan mij geven, maar morgen zou het u erg kunnen berouwen! En zou ik het u kunnen beletten als u haar weer van mij af zou nemen Wat een woede en droefheid zou ik dan ondervinden! Maar als ik haar tot vrouw kan nemen onder de volledige verzekering dat zij van mij blijft, dan neem ik haar ook beslist en zal ik de gelukkigste mens zijn. Maar eisen zal ik haar nooit, want ik ken mijn plaats en ook de uwe.
[3] Bezorg mij echter op Romeins gebied het een of andere kleine stukje grond, dan zal Ik dat door de vlijt van mijn handen bewerken en daar met mijn medewerkers van leven! Laat mij echter niet meer naar Jeruzalem gaan en niet meer in het Joodse land blijven! Want met Herodes en met de tempel wil ik niets meer te doen hebben!"
[4] CYRENIUS zegt:. "Praat er maar niet meer over! Ik kan mijn Gamiëla Immers met meer van je afnemen, want de Heer heeft haar in zekere zin eerder aan jou dan aan mij geschonken, - en Zijn woord en uitspraken zijn mij heilig, meer dan. heilig! Het minste wat de Heer ook maar wenst moeten wij doen, als wij op Zijn heilige engelen willen lijken! Hier op deze wereld beteken ik nu wel wat zolang Hij mij Iaat leven, maar aan de overzijde in het grote hiernamaals zijn wij allen gelijk en onze huidige schatten blijven op de dode aardkorst achter en worden voedsel voor de alles verslindende tijd.
[5] Laat mijn hoge afkomst je daarom niet hinderen, want die heb ik slechts voor het welzijn van de mensheid, voor zover dat in mijn vermogen ligt. En zou jij, die door de Heer der oneindigheid, des levens en des doods speciaal aan mij bent toevertrouwd, daarvan uitgesloten zijn? Nee, nee en nooit! Jij bent en blijft mijn zoon!"
[6] Als ZINKA deze woorden hoort, zegt hij: "Ja, waarlijk, zo kan slechts een hart spreken dat God de Heer boven alles liefheeft! Wat de Heer wil dat wil ook ik heel zeker, want Hij die de beiden heeft opgewekt, is de Heer Zelf daarvan ben ik nu volledig overtuigd. En al zouden miljarden daar tegenin gaan: dan zal Zinkas geloof nooit wankelen! Hem alleen zij van nu af aan al mijn liefde en al mijn ware aanbidding! Hem zij alle eer van eeuwigheid tot eeuwigheid!"
[7] Met deze woorden valt Zinka voor Mij neer en zegt: "O Heer, vergeef mij al mijn zonden, opdat ik als een gereinigd mens tot U kan bidden!"
[8] IK zeg: "Sta.op, Mijn broeder! Je zonden zijn reeds lang door Mij ongedaan gemaakt, want je hart kende Ik allang en Ik liet het tenslotte ook nog tot Mij komen. Je was weliswaar uitgezonden om Mij gevangen te nemen en Ik liet Mij door jou gevangennemen, -maar alleen voor je hart en tot je heil! Sta nu op en wees in Mijn naam vol goede moed en word voor Mij een goed bruikbaar werktuig!"
[9] Zinka staat op en begint dan pas goed na te denken over de grootte en de betekenis van deze gebeurtenis. Pas nadat hij naast Mij plaats genomen zal hebben, zullen we hem weer horen spreken. Want na Mathaël is het wel de grootste geest in ons gezelschap.
«« 29 / 263 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.