[2] ZOREL zegt: "Niet al te weinig, maar ook niet al te veel. Als ik slechts het verloren gegane kan herstellen, ben ik al tevreden!"
[3] CYRENIUS zegt: "Ken je ook de Romeinse wetten die aan de volkeren gegeven zijn ter bescherming van hun verkregen eigendom?"
[4] ZOREL zegt: "O ja, - weliswaar niet alle, zoals een rechtsgeleerde, maar enige ken ik er toch! Tegen de wetten die ik ken, heb ik nog nooit gezondigd. Een zonde tegen onbekende wetten is echter zonder meer van nul en generlei waarde!
[5] Ik ben trouwens een Griek en wij Grieken hebben het met de wetten betreffende het strikt gescheiden mijn en dijn nog nooit al te ernstig en precies genomen, omdat wij meer voelen voor algemeen dan voor privaatbezit. Want gemeenschappelijk bezit kweekt vriendelijkheid, broederschap, ware en duurzame eerlijkheid, en gaat in tegen de heerszucht onder de mensen, wat beslist een heel goede zaak is! Het privé-bezit kweekt echter altijd hebzucht, nijd, gierigheid, armoede, diefstal, roof, moord en buitengewone heerszucht, waaruit tenslotte alle aardse kwellingen als uit een doos van Pandora voor de mensheid te voorschijn komen!
[6] Als er geen overdreven strenge wetten ten gunste van het privé-bezit zouden zijn, zou er ook veel minder diefstal en allerlei bedrog zijn. Ik zeg en beweer, dat de wetten die het privé-bezit beschermen, voor het bezit de goed bemeste akker zijn waarop alle denkbare zonden gedijen en rijpen, terwijl bij het gemeenschappelijk bezit geen nijd, hebzucht, jalousie, laster, bedrog, diefstal, roof, moord noch de één of andere oorlog en andere ellende ooit voor kan komen!
[7] Omdat ik echter de wetten ter bescherming van het privé-bezit altijd als een gruwel ten opzichte van het vriendelijke en broederlijke samenleven heb gezien en nog steeds zie, heb ik mij -in ieder geval bij kleine zaken - er nooit een gewetenskwestie van gemaakt als ik deze op een illegale manier in mijn bezit kon krijgen. Als iemand echter bij mij op dezelfde manier iets leende, heb ik hem daarvoor ook beslist nooit vervolgd.
[8] Mijn hut en mijn akker zijn mijn legale eigendom. Wel, -met datgene wat zich als levende have op mijn bezit bevond, heb ik het om de reeds genoemde, ware beweegredenen nooit zo heel nauw genomen omdat ik een Spartaan ben. Wie Sparta en diens oude en zeer wijze wetten kent, zal het duidelijk zijn waarom ik het met kleine, zogenaamde diefstallen nooit zo nauw nam. De beide schapen, de geit en mijn ezel waren geen gekocht, maar eigenlijk ook geen gestolen bezit, want ik heb ze in het bos, zeg maar in het wild grazend gevonden, weliswaar niet in één keer, maar toch in verloop van tijd. De eigenaar van die grote bosweiden is ook eigenaar van vele duizenden van die dieren. Hem zal het geringe verlies zeker geen pijn gedaan hebben, - en mij kwam het zeer goed van pas!
[9] Daarmee heb ik mij zeker niet al te erg aan de Romeinse wetten ter bescherming van het bezit bezondigd, vooral omdat ik de genoemde dieren in het grote uitgestrekte bos in hun eentje dwalend heb aangetroffen en zij toch al verloren waren voor hun wettige eigenaar! Het nalezen van de oogst is zelfs bij de Joden geoorloofd, die beweren daarvoor van de hoogste God Zelf een wet te hebben gekregen. Waarom zou dat dan bij ons, Romeinen, een misdaad zijn?!
[10] Slechts met het zwaard in de handen van de machtigen der aarde, dus door het wilde beren en leeuwengeweld, laat zich zo'n onzinnige wet voor de bescherming van het privé-bezit verdedigen, maar met het verstand nooit! Ook al zouden alle tienduizend goden er vóór zijn, dan ben ik er toch tegen zolang ik leven zal en in staat zal zijn zo zuiver te denken als ik nu en altijd heb gedaan!
[11] U, geëerde gebieder, heeft wel de macht van het zwaard, en kunt mij arme faun tuchtigen zoals u dat wilt, maar de rechte lijnen van mijn levensbeginselen zult u met alle wapens van Rome nooit krom kunnen buigen. Als u echter soms andere en steekhoudender, verstandelijke overwegingen heeft voor strikt legaal bezit, dan wil ik die aanhoren en mijn toekomstige levenswijze daaraan aanpassen!"
«« 44 / 263 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.