Johannes geeft Zorel advies zijn leven te beteren.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)

«« 72 / 263 »»
[1] Na een korte pauze zegt JOHANNES tegen Zorel; 'Ik kan niet direct ontkennen, dat je nu met je verstand dingen hebt gezegd die stellig niet helemaal ongegrond zijn; maar ze slaan vrijwel niet of helemaal niet op jóuw leven, want jouw ziel was zelf altijd al ver genoeg ontwikkeld om het onechte van het echte te kunnen onderscheiden. Als een ziel echter, met een scherpte zoals dat bij jou het geval is, daartoe in staat is dan ziet zij ook het verschil tussen het goede en het kwade, en als zij dat kan, zondigt zij tegen haar eigen kennis en haar geweten. Wie echter tegen zijn kennis en tegen zijn geweten zondigt, kan slechts door echt berouwen boete van het oude vuil van zijn zonden worden gereinigd en in Gods gunst komen.
[2] Jij wilt en zult een beter mens worden! Wil je dat, dan moetje ook erkennen dat je aan al die erge daden zelf schuldig was; maar als je dat was, dan ligt het nu ook aan jezelf om in te zien, dat het niet juist is de schuld op een ander te schuiven. Je moet de schuld daarentegen bij jezelf zoeken en erkennen dat deze geheel bij jezelf ligt en daarover echt berouw voelen, omdat je in alle opzichten heel goed beseft wat het ware en goede is, maar met je daden voor het tegengestelde hebt gekozen.
[3] Ja, als je helemaal geen enkel idee van enige zuivere waarheid, en dus van het goede, in jezelf gevonden zou hebben, je daarentegen slechts in een duister bijgeloof bevond, gestaafd door je gehele levenssfeer, dan zouden je daden ook al waren zij op zichzelf voor de rechterstoel van het zuivere verstand nog zo slecht -je niet als schuld aangerekend worden. Dan zou je dus net zo vrij van zonden zijn als jouw mens geworden tijger en rotsblok, en niemand zou het recht hebben tegen je te zeggen: 'Verbeter je, heb berouw over je misdaden en doe oprecht boete opdat je voor de ware God aangenaam wordt!
[4] Dan zou men je eerst zorgvuldig al het ware bij moeten brengen, je de ware weg wijzen en je gedurende enige tijd daarop leiden! Als iemand, die in deze waarheid volmaakt onderwezen zou zijn, toch weer in zijn oude fouten zou terugvallen en net zo slecht zou handelen als voorheen, zou hij wél zondigen, omdat hij dan tegen zijn vaste overtuiging in zou handelen en zijn geweten in grote onrust zou brengen. De beelden die jij gebruikte, deugen daarom alleen voor mensen die net als de dieren nog nooit enige waarheid hebben gekend. Maar jij bent geen leek in de echte waarheid, jij kent die daarentegen bijna net zo goed als ik die ken en je hebt deze als zodanig ook allang gekend. En je geweten heeft je ook altijd bij elke slechte daad van je aangeklaagd, maar jij schonk daar weinig aandacht aan en probeerde het door allerlei valse, verstandelijke overwegingen te overstemmen. Je voelde ook altijd berouw als je iets slechts had gedaan tegen je overtuiging en je geweten in, maar tot boete en werkelijke verbetering kwam het bij jou tot op heden nog niet.
[5] God de Heer heeft je daarom nu in grote ellende terecht laten komen. Nu heb je niets; ook je voormalige compagnon in de slavenhandel heeft je in de steek gelaten en bevindt zich nu al in Europa, waar hij zijn aanzienlijke winsten verteert. Jij staat hier nu naakt en zoekt hulp.. Die zul je ook krijgen; maar je moet je deze eerst waardig maken door zelf vrijwillig het alleen ware en goede in je dagelijks leven toe te passen. Dan zul je ook waarachtig geholpen worden,zowel voor het tijdelijke als het eeuwige.
[6] Blijf je in je daden echter bij datgene waarvan wij beiden weten dat het fout en slecht is, dan blijf je je leven lang ellendig. Hoe het er daarna in het hiernamaals zal uitzien, waar na het afleggen van het lichaam een.rein leven volgt, dat kan je eigen zuivere verstand je goed duidelijk maken als je bedenkt, dat dit tijdelijke leven het zaad is en het leven in.het.hiernamaals de vrucht. .
[7] Zaai je een edel, goed zaad in de grond van je eigen levenstuin, dan zul je ook edele vruchten oogsten. Stop je echter distel en doornzaden in de grond van je levenstuin; dan zul je eens ook oogsten watje nu hebt gezaaid. Want je zult ook wel weten dat aan distels geen vijgen en aan dorens geen druiven groeien!
[8] Kijk, ik heb je nu niet geoordeeld, maar je alleen maar getoond wat je hierna moet doen, en mijn woord oordeelde niet hard over je en mijn manier van spreken was mild! Neem mijn woorden ter harte, dan sta ik als vriend met mijn leven ervoor in dat je daar beslist nooit in der eeuwigheid berouw over zult hebben!"
«« 72 / 263 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.