[2] Dit is de enige beweegreden waarom ik wens jouw volmaaktheid te bereiken. Laten de eisen die daardoor aan mijn leven gesteld worden, zijn wat zij willen, ik zal ze zeker nakomen, want als ik wat wil is geen offer mij te zwaar! Het wordt gebracht, zelfs ten koste van mijn lichamelijke leven! Want welke waarde kan een leven hebben als het uit enkelonvolmaaktheden is opgebouwd?! Met de onvolmaaktheid kan men niets volmaakts bereiken, -waarlijk, naar iets onvolmaakts verlang ik beslist niet meer!
[3] Je zei echter dat een ander mens, vol van de geest van God, mij over datgene wat ik doen moet zal leren; jij kent hem, -wijs hem aan, opdat ik naar hem toe kan gaan en de middelen kan vragen voor het opwekken van mijn geest!"
[4] JOHANNES zegt: "Het is degene, die je eerder naar mij verwees! Ga naar Hem, Hij zal je leren!
[5] ZOREL zegt: "Sinds mijn ontwaken had ik reeds bij mijzelf het vermoeden dat deze timmermanszoon uit Nazareth, waarover men mij eerder vertelde, wat meer moet zijn dan alleen maar een mens. Uiteindelijk blijkt dus waar te zijn wat ik tot nu toe slechts vaag vermoedde! Het is trouwens uiterst merkwaardig, dat juist deze mens mij zo erg bekend voorkomt! Hoe werd hij toch zo volmaakt? Kun jij mij daar iets over vertellen?"
[6] JOHANNES zegt: "Daarover kan ik je niets anders zeggen dan dat zo'n vraag je wel te vergeven is; maar eigenlijk zou dat net zoiets zijn, alsof je zou vragen hoe en op welke wijze Gods wijsheid en macht zo oneindig volmaakt zijn geworden. God Zelf heeft Hem uitgekozen als Zijn lichamelijke woonplaats! Dat is de grote genade die door deze Gekozene tot alle volkeren is gekomen. Het menselijke dat je aan Hem ziet, is in zekere zin de Zoon van God, maar in Hem woont de Geest van God in Zijn volheid!
[7] In dat geval kan men toch niet vragen hoe hij aan zo'n oneindige volmaaktheid kwam! Dat wat Hij nu is en eeuwig zal zijn, was Hij reeds in het moederlichaam. Hij maakte wel al het puur menselijke mee, behalve de zonde die de mensen altijd in meer of mindere mate begaan, maar tot Zijn geestelijke volmaaktheid droeg dat niets bij omdat Hij reeds van eeuwigheid volmaakt was. Hij deed en doet alles echter enkel en alleen opdat alle mensen een volmaakt voorbeeld aan Hem zullen hebben om Hem, die de oergrond en oermeester van al het zijn en leven is, daarin na te volgen.
[8] Nu weet jij ook, met Wie je te doen hebt. Ga daarom naar Hem toe, opdat Hij je de ware weg zal tonen naar je geest, die zich in je bevindt als de zuivere liefde tot God, en door je geest of door je liefde de weg tot Hem, die temidden van ons verblijft als het ware Heil van alle mensen die ooit op deze aarde hebben geleefd, nu leven en in de toekomst zullen leven.
[9] Als je echter naar Hem toegaat, ga dan in de liefde van je hart naar Hem toe en niet puur verstandelijk! Want alleen door de liefde kun en zul je Hem winnen en Hem in Zijn goddelijkheid ook begrijpen; maar met het verstand zul je eeuwig niets bereiken! Want slechts de reine liefde is in staat om steeds toe te nemen, terwijl het verstand grenzen heeft die het nooit zal kunnen overschrijden. Maar de liefde van de mens tot God is, zoals gezegd, in staat om eeuwig toe te nemen, en hoe krachtiger de liefde tot Hem in je zal worden, des te lichter wordt het ook in je gehele wezen! Want de reine liefde tot God is een levend vuur en een stralend licht. Wie in dit licht wandelt, zal de dood in eeuwigheid met zien, zoals HIJ Zelf gezegd heeft. -En nu weet je al behoorlijk veel. wek jezelf op in je hart en ga naar Hem toe!"
[10] Hierna weet ZOREL echter van eerbied nauwelijks wat hij moet denken en doen. Want deze laatste mededeling laat hem geen twijfel over de volkomen aanwezigheid van God in Mij en daarom wordt hij door de steeds groeiende eerbied steeds moedelozer en banger. Na enige tijd diep nagedacht te hebben zegt hij: "Vriend! Hoe meer ik jouw woorden overdenk en bedenk, des te moeilijker wordt het mij naar Hem toe te gaan om Hem, terwijl ik Zijn genade het minst waardig ben, te vragen of Hij Zelf mij de lichte weg wil wijzen naar het leven! Het is op de man af gezegd, voor mij nu bijna onmogelijk naar Hem toe te gaan, want er stroomt mij uit Hem een bepaalde heiligheid tegemoet die steeds maar tegen mij zegt: "'Ga terug, onwaardige! Doe eerst jarenlang boete en.kom dan pas om te zien of je de zoom van Mijn kleed kunt aanraken! ' Zeg mij waar die bultengewone vrees vandaan komt die mijn gehele wezen doordringt!"
[11] JOHANNES zegt: "Zo is het goed; de ware liefde tot God de Heer moet steeds voorafgegaan worden door de deemoed van het hart! Als dat niet het geval is, komt de liefde nooit of te nimmer waarachtig en levend te voorschijn. behoud nog even die.echte rouwmoedigheid voor Hem in je hart! Maar als Hij je roept, aarzel dan met langer om zo snel mogelijk naar Hem toe te gaan!"
[12] Na deze woorden wordt Zorel innerlijk wat rustiger, maar denkt er toch diep over na hoe goed en zalig het nu zou zijn om zonder zonde voor de Heiligste te komen.
«« 77 / 263 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.