[2] Raphaël gaat en haalt alle vrouwen, en JARAH komt op mij toegelopen en zegt: "O Heer! U, mijn liefde! Het leek mij nu een eeuwigheid te duren tot wij weer geroepen werden; maar nu zij U alle dank dat ik weer bij U mag zijn! Maar mochten wij vrouwelijke wezens helemaal niet horen wat U o Heer, allemaal met Zorel hebt besproken?"
[3] IK zeg: "Nee, omdat het voor jullie vrouwelijke wezens nog lang niet het goede moment geweest zou zijn; overigens heb je er helemaal niets aan gemist, -want op het juiste tijdstip zal je dat allemaal wel duidelijk worden. Maar nu komt het avondmaal en daarbij kun je je goed vermaken met Josoë en met Raphaël, die Ik pas na het avondmaal aan Zorel zal voorstellen, want van hem vermoedt hij nog niets.
[4] Vandaag na de maaltijd zullen wij echter tot aan de ochtend wakker blijven en jullie allen zullen de laatste nacht die Ik lichamelijk bij jullie zal doorbrengen, zo'n geweldige hoeveelheid wonderbaarlijke dingen te zien en te horen krijgen als nog nooit eerder, want in deze nacht zullen jullie Diegene helemaal leren kennen Die dat nu tegen je heeft gezegd. Maar daarvan mag aan niemand voortijdig iets verteld worden! -Mijn beste Zorel, sluit jij je nu aan bij Cornelius, want hij en niet Cyrenius zal van nu af aan je verzorger zijn!"
[5] CYRENIUS zegt: "Heer! Ik gun mijn broeder beslist niets dan goeds; maar ik zou Zorel ook bijzonder graag bij mij gehad hebben!"
[6] IK zeg: "Je wens doet Mijn hart veel plezier en heeft net zoveel waarde als de daad zelf; maar jij hebt van al degenen die hier bekeerd werden er toch al reeds een groot aantal voor je rekening genomen! In Zinka en zijn metgezellen bezit je een schat, je hebt Stahar , Murel en Floran, Hebram en Risa, Suetal, Ribar en Baël, Herme met vrouwen dochters, en je hebt nu ook je beide dochters Gamiëla en Ida, met degenen die Ik voorbestemd heb om je schoonzoons te worden, en je hebt de wonderjongen Josoë; en vanzelfsprekend is al hun aanhang ook aan je gegeven en daarmee kun je volkomen tevreden zijn! Je broer Cornelius neemt alleen Zorel voor zijn rekening, en die zal vooreerst zijn huis goede diensten verlenen en later ook aan de vreemden voor wie Ik hem heb opgewekt. Je zult echter toch nog vaak genoeg naar je broer gaan en hij naar jou, en dan zul je nog wel heel veel met onze Zorel kunnen bespreken. -Treur je nu nog omdat Ik Zorel niet aan jou heb toevertrouwd?"
[7] CYRENIUS zegt: "O Heer! Hoe kunt U mij dat nu vragen?! U weet dat Uw enig heilige wil mijn hoogste zaligheid is, hoe die ook zijn mag! Bovendien gaat er toch al geen maand voorbij dat ik niet bij mijn broer op bezoek kom, of mijn broer bij mij, hetzij zakelijk of uit oude broederliefde en dan zal er best gelegenheid zijn met de man een paar woordjes te spreken!
[8] Maar zojuist heeft U tegen de lieve Jarah gezegd dat U in de loop van deze nacht nog veel wonderbaarlijk dingen zult doen, omdat wij nu allemaal voldoende ingewijd zijn in Uw wezen; wel, waaruit zal dat wonderbaarlijke hoogtepunt dan bestaan?"
[9] IK zeg: "Beste vriend! Dat zul je samen met alle anderen op het juiste ogenblik zien en vernemen! Maar nu zie je toch wel dat de oude Marcus zijn uiterste best doet om de tafels te voorzien van spijzen en wijn, zout en brood, en vooral je dochters hebben voedsel nodig; daarom zal nu voordat wij met het avondmaal gereed zijn, niets meer ondernomen, gesproken en besproken worden!"
«« 85 / 263 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.