De ontwikkeling van het ziele-leven.

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)

«« 94 / 263 »»
[1] Hierop zegt CYRENIUS, die alles met gespannen aandacht had aangehoord: "Heer, ik kan bepaald niet zeggen dat ik alles niet begrepen heb; het is mij allemaal heel duidelijk, -alleen komt het mij voor dat dit alles mij gedurende dit aardse bestaan ook weer eens onduidelijk zou kunnen worden en dat zou mij dan ongelukkig maken! Want alles wat wij nu uit Uw heilige mond vernomen hebben, gaat zelfs het meest ontwikkelde mensenverstand toch wel wat te boven; daarom zou een kleine nabeschouwing over het een en ander misschien niet overbodig genoemd kunnen worden!"
[2] IK zeg: "Vriend, jullie Romeinen hebben een heel goed spreekwoord, dat ongeveer zo luidt: "Longum iter per praecepta, brevis et efficax per exempla!* (* Lang is de weg door middel van woorden, kort en doeltreffend door middel van voorbeelden!) Kijk, dat is hier ook heel goed van toepassing! Wacht op de later volgende voorbeelden die Ik jullie op wonderbaarlijke wijze zal laten zien! Die zullen dat wat je nu nog niet duidelijk is, duidelijk maken; de zuivere kern van de zaak zul je echter pas dan te weten komen als de pure geest van de eeuwige waarheid over jullie zal komen en jullie zal leiden in alle waarheid van de hemelen en van alle werelden.
[3] Merk je echter niet, dat ook reeds in de natuur slechts één wet geldt voor de groei van alle planten en dieren?!
[4] Kijk, alle planten groeien en vermeerderen zich van binnen uit; zij onttrekken uit het vocht van de aarde de bij hen passende stoffen en nemen die tenslotte, gezuiverd door vele duizenden kanaaltjes en buisjes, in zichzelf of in hun leven op.
[5] De dieren halen hun voeding eigenlijk uit dezelfde bron, -alleen is deze tevoren, hetzij in het organisme van de planten of in het reeds veel meer gereinigde vlees van de laagste diersoorten meer gezuiverd dan in de oorspronkelijke humus van de aarde.
[6] De mens gebruikt tenslotte reeds het allerfijnste en zuiverste uit de plantenwereld alsook uit de dierenwereld. Hooi, gras en stro voeden hem niet meer . Van de planten heeft hij hoofdzakelijk slechts het koren nodig en van de bomen de edelste, honingzoete vruchten. Van de dieren gebruikt hij voornamelijk dat deel dat als het zuiverste geldt en hij heeft een afkeer van het vlees van onreine dieren.
[7] Maar hoeveel afwijkingen, afdwalingen en zijwegen zijn er alleen al op deze aarde bij het tot volle wasdom komen van de planten en dierenwereld, en toch bereikt alles zijn doel! Een onderzoeker die zorgvuldig alles in de natuurwereld bekijkt, moet wel constateren dat steeds het ene dienstbaar is aan het andere en dat het ene er is om het andere te verheffen en meer tot leven te brengen.
[8] Het leven van de ziel moet door de verschillende natuurelementen gefilterd worden. Eerst bevindt het zich in de ether; daar concentreert het zich doordat het gelijke zich verbindt met het gelijke, het overeenkomstige en het verwante. Daardoor wordt het zwaarder en daalt eerst in zichzelf in zijn eigen centrum, wordt zwaarder en zwaarder en wordt uit zichzelf de reeds zwaardere en tastbare levenssubstantie.
[9] Als lucht verbindt het zich weer op gelijke wijze als boven in de ether; daaruit vormen zich wolken en nevels en die verbinden zich weer, worden waterdruppels en vallen op de aarde als regen, hagel, sneeuw, dauwen in bepaalde streken als blijvende en voortdurende vormen van nevel en vochtige neerslag uit de lucht.
[10] Het water moet, weliswaar als een element dat nog zeer ondergeschikt is maar reeds boven ether en lucht staat, nu al een zeer veelzijdige, dienende functie gaan vervullen voor de hoger staande processen ter concentratie van het leven. Het moet vooreerst het leven dat vrijwel of geheel in de grove materie tot steen is verhard, week maken en voor opname en doorzending in zichzelf, dat wil zeggen in het waterelement, opnemen; dat is het eerste dienen.
[11] Vervolgens moet het zijn levensgeesten of in zekere zin zijn geestelijke substantiële deeltjes afgeven aan de planten. Als de deeltjes zich in de planten langzaam maar zeker steeds meer ontwikkeld hebben tot vormen met een bepaalde intelligentie, dan worden zij weer door het water en de vochtige lucht opgenomen, en het water moet hun materiaal voor nieuwe en vrijere levensvormen verschaffen. Het water blijft zo dus nog steeds dienstbaar in zijn eigen sfeer, hoewel er uit dit water per uur myriaden maal myriaden kleine intelligentiedeeltjes van het zieleleven vrijkomen en steeds meer zelfstandig worden.
[12] Maar het plantenleven moet in tweede instantie een aantal diensten aanvaarden en verrichten die reeds meer gecompliceerd zijn. De diensten van het water zijn nog heel eenvoudig, terwijl de diensten van de planten voor de verdere bevordering van het leven reeds bij het bekijken van de eenvoudigste plant al erg ingewikkeld blijken te zijn.
[13] Nog uitgebreider en belangrijker is de dienstverlening voor de verdere bevordering van het zelfstandige zieleleven zelfs in de eerste en eenvoudigste dieren, die het dichtst bij de plantenwereld staan. En zo wordt in iedere hogere vorm het dienen steeds gecompliceerder .
[14] Als het zieleleven eenmaal geheel en al is overgegaan in de mensenvorm, dan is dienen zijn voornaamste bestemming. Er zijn verscheidene natuurlijke diensten die iedere mensenvorm als een dwingend 'moeten' opgelegd zijn; daarnaast zijn er dan ook talloze vrijere, en een nog groter aantal geheel vrije morele diensten die een mens te doen krijgt. En als hij in alle opzichten een trouwe dienaar is geweest, heeft hij daardoor ook zichzelf verheven tot de hoogste levensvervolmaking. Nu, dat gebeurt wel bij sommige mensen diereeds vanaf de geboorte op een hoger niveau zijn geplaatst; maar bij andere mensen, die zogezegd nog dicht bij de lijn van de dieren staan, gaat dat aan deze zijde niet en hun verdere ontwikkeling gebeurt pas aan de andere zijde, -maar steeds langs de fundamentele weg van het dienen."
«« 94 / 263 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.