[2] Het organisme van ieder mens heeft dichtbij het midden van het hart zijn levenszenuw, een minuscuul klompje, van waaruit het gehele overige lichaamsorganisme van leven wordt vervuld. De delen van dit ene hartzenuw klompje hebben de eigenschap dat ze de levensether uit het bloed en uit de ingeademde lucht zodanig naar zich toetrekken, dat ze daardoor ten eerste zelf buitengewoon levensactief blijven en vervolgens ten tweede deze levensactiviteit aan het hele organisme meedelen en daardoor het hele lichaam op passende wijze van leven voorzien.
[3] Wanneer Ik jou een voet zou afhakken of een hand, dan zou je voortleven zoals je dit bij veeloude soldaten kunt zien, bij wie tijdens gevechten handen, voeten, oren en neuzen werden afgehakt, en die toch nog, zij het verminkt, verder leven; maar de geringste verwonding van het hart, waarin zich de kleine centrale levenszenuw bevindt, heeft ogenblikkelijk de lichamelijke dood tot gevolg.
[4] En zoals deze voorziening in het menselijk lichaam is getroffen, zoals ook in de warmbloedige dieren, zo bestaat deze voorziening ook in de grote scheppingsruimte: Alle talloos vele hulsglobes vormen in hun totaliteit een immens, voor jullie begrippen eindeloos groot mens. In deze mens is de hulsglobe waarin wij ons bevinden het hart, en juist deze aarde is de buitengewoon kleine levenszenuw voor deze hele grote mens; deze levenszenuw bevindt zich niet in het centrum van het hart, maar meer links daarvan.
[5] In het centrum van het hart bevindt zich weliswaar ook een zeer groot zenuwcomplex, maar dat is niet de plaats waar het centrale leven is gevestigd. Het is enkel een werkplaats waar de voedingsstof voor het leven, die uit het bloed en uit de lucht komt, opgenomen en bewaard wordt. Van daaruit neemt de centrale levenszenuw deze voedingsstof pas op en bevrucht of zegent deze eerst als een voor het leven geschikte substantie, dat wil zeggen voor het tijdelijke, natuurlijke meeleven van de ziel, want zonder deze zenuw zou de ziel helemaal niet in verbinding kunnen treden met het organisme van het lichaam.
[6] Deze levenszenuw waarover wij nu spreken, bevindt zich ergens aan de linkerkant van het hart en is een uiterst onaanzienlijke, buitengewoon kleine cel, te vergelijken met een héél kleine ganglioncel onder de bal van de kleine teen aan de linker voet en een overeenkomstige onder de kleine teen van de rechtervoet. Deze gevoelscellen, waar alleen maar de opperhuid overheen ligt, zijn de centrale gevoelszenuwgeleiders van de voeten, -en wie heeft daar oog voor, en wie weet, dat ze dat zijn?!
[7] Wanneer iemand lichamelijk het ongeluk zou hebben om de kleine tenen van zijn voeten te moeten missen, dan zou hij heel moeilijk kunnen lopen, -veel moeilijker dan wanneer hij zijn grote tenen had moeten missen. Nu kan er iemand opstaan en vragen: 'Maar waarom zijn, Heer, nu juist de kleinste dingen in Uw onmetelijke schepping meestal het belangrijkst?'
[8] Dan stel Ik echter een tegenvraag en zeg: 'Waarom is dan al bij jullie, mensen, de grondsteen voor een huis vaak meer dan duizendmaal kleiner dan het hele huis, dat aan de goed gelegde grondsteen zijn belangrijkste steunpunt heeft? Waarom zijn er dan zoveel leugens, terwijl het rijk der waarheden eigenlijk maar één basiswaarheid heeft? Waarom is de eik zo'n grote boom, terwijl de kiem in haar vrucht, waarin al talloos vele eikenbomen van de grootste soort besloten liggen, zo klein is als een allerkleinst zandkorreltje?'
[9] Er zijn, Mijn lieve kinderen en nu vrienden, in de grote schepping nog heel veel dingen waarvan het doel en de hoedanigheid jullie enigszins vreemd zou voorkomen als jullie alles in de schepping zouden kennen. Als Ik jullie nu op enkele van deze eigenaardigheden zou wijzen, dan zouden jullie zeer verbaasd zijn en zeggen: 'Neen, Heer, dat kan toch onmogelijk zo in elkaar zitten; want het gaat te veel tegen elk normaal begrip in! , Kortom, geen van jullie zou het nu kunnen begrijpen; en om er slechts een zeer klein gedeelte van te bespreken zouden er wat tijd betreft meer millennia nodig zijn dan er zand in de zee is!
[10] Maar als Mijn geest over jullie zal komen, wanneer Ik weer naar het huis van Mijn vader zal zijn teruggekeerd, dan zal deze jullie vanzelf in alle waarheid binnenleiden, en dan zullen jullie niet meer hoeven te vragen :'Heer, waarom is dit zo, en dat zo?' De blinddoek zal van jullie ogen afgenomen worden en dan zul je in het helderste licht zien, waarvan je nu amper een vaag vermoeden hebt. Wees daarom voorlopig tevreden met hetgeen julle nu vernomen hebben! Dit is slechts een zaadje dat in jullie hart gelegd is, waarvan jullie de rijpe vruchten pas zullen oogsten, als de zon van Mijn geest in jullie zelf zal opkomen.
[11] Hebben jullie wel iets begrepen van wat Ik nu aan jullie verteld heb? Wees openhartig en beken het; want vanaf nu blijf Ik nog zeven volle uren bij jullie! Spreek, en zeg gerust als het iemand nog duister is, dan zal Ik hem een licht geven, al is het nu nog niet het volste licht van het geestelijk leven!"
«« 114 / 276 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.