De natuurfilosofie van de Farizeeër

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)

«« 153 / 276 »»
[1] CYRENIUS zegt: 'Uit alles watje me nu verteld en toegelicht hebt, blijkt echter ook duidelijk, dat jij als vrome godsdienaar nog nooit aan een God hebt geloofd; maar hoe kan men een, zelfs strenge, dienaar zijn van een wezen dat voor jullie helemaal niet bestaat?"
[2] DE FARIZEEËR zegt: 'Wel, dat is ook heel gemakkelijk te verklaren vanuit de reeds genoemde reden, die uiterst steekhoudend is en voor alle tijden geldt! Wat kan een kind, ook al is het nog zo pienter, tegen de macht en de fysieke kracht van zijn ouders en vaak uiterst domme leraren doen? Het moet zich naar hen voegen! Ik geef een voorbeeld: Jullie Romeinen hebben ons met onweerstaanbaar geweld onderworpen. Wie van ons kon tegenstand bieden aan jullie geweld? Jullie zouden ons, in plaats van zeer wijze en rechtvaardige wetten, bijvoorbeeld de domste wetten hebben kunnen opleggen, waaraan wij ons dan strikt hadden moeten houden. Zouden wij, zwak als we zijn, iets anders hebben kunnen doen dan ons daar net zo precies aan te houden als aan de wijze wetten die we nu hebben? De uiterlijke macht werkt met onweerstaanbare kracht, en men moet zich naar haar voorschriften voegen. Op deze aarde is alles immers schijn en niet een werkelijk 'zijn'.
[3] Men zoekt de waarheid, men zoekt God. Maar waar en wat is dan de waarheid, waar en wie is dan God?! Ieder volk erkent en heeft een andere God, en bepaalt hiernaar de leerstellingen die het volk als een heilige waarheid voorgeschoteld worden. Maar zijn ze daarom soms ook voor ons waarheid? Wij lachen erom en kunnen in 't geheel niet begrijpen hoe het mogelijk is, dat een volk zulke onlogische en uiterst domme dingen allemaal kan geloven! Als wij echter naar zo'n volk toegaan en het om een oordeel vragen over ons geloof, als het hier iets vanaf weet, dan zal het ook niet begrijpen hoe wij al het onze kunnen geloven en ons eraan kunnen houden! In al die dingen zit iets goeds voor de handhaving van de algemene orde, -maar daarom is het nog lang geen waarheid en al helemaal geen werkelijk ergens bestaande godheid!
[4] De zon daar is een waarheid en een werkende godheid voor zichzelf en ook voor ons, ofschoon wij slechts met haar schijnsel genoegen moeten nemen; vandaar dat er hier op deze aarde absoluut meer sprake is van schijn dan van een waar 'zijn'. Of komt hier soms niet alles tot stand door het schijnen van de zon? Alles wat bestaat, ontsproot door het schijnen van het zonlicht en de wonderbaarlijke warmte ervan en zolang het bestaat, bestaat en leeft het door het licht van de werkelijk almachtige zon; want van een kant wordt alles steeds voor de helft beschenen, de andere helft heeft schaduw.
[5] Aan het firmament prijkt dus in grote majesteit de werkelijke lichtzon als volkomen waarheid. De aarde en alles daarop, is het werk van haar licht of schijn, dus meer schijn dan 'zijn'. Achter het schijnbestaan van de hele aarde en alle dingen bevindt zich onverwoestbaar de schaduw, als een complete leugen; en juist de schaduw is het, die alle wandelaars zoeken en meestal liefhebben, en de slaap tijdens de algemene schaduw van de aarde, die wij gewoonlijk 'nacht' noemen, is en blijft na het werk en de inspanningen van de dag de grootste, meest versterkende en aangenaamste verkwikking van het leven!
[6] En daarom lijkt me ook, dat de mensen onder de heerschappij van de zuivere waarheid moreel gezien evenmin zouden kunnen bestaan, als hun lichamelijk wezen zonder de slaap. Wat de slaap dus voor het lichaam is, dat is een goed geconditioneerde leugen voor de hele morele mens. En dan is het natuurlijk niet zo belangrijk, hoe een leugen eruit ziet! Als ze de morele mens maar een zekere bevredigende en zeer verkwikkelijke rustige hoop geeft en een voor de helft beschenen en gemakkelijk aanvaardbaar vertrouwen, dan is de leugen goed en de zuiverste waarheid moet het daar dan tegen afleggen.
[7] Zolang er mensen op de aarde wonen, was het zo; nu is het ook zo en het zal ook zo blijven tot aan een eventueel einde aller tijden. De mensen zullen altijd de waarheid zoeken, maar daarbij uit de schaal der leugen eten en leven. Onder de vele domme mensen zullen er ook altijd wijzen zijn, die de mensen een licht van de waarheid zullen voorhouden. Maar hoe helderder ze de mensen steeds maar aan een kant zullen verlichten, des te zekerder en duidelijker zal achter de van voren helder verlichte mens de schaduw als permanent gevolg van het licht te zien zijn!
[8] En zoals het licht steeds ook de schaduw veroorzaakt, zo veroorzaakt de zuiverste waarheid ook steeds de totale leugen. Want zonder waarheid is er immers ook geen leugen en zonder leugen ook niet gemakkelijk waarheid. Iedere waarheid draagt althans de mogelijkheid in zich een leugen voort te brengen, zoals het licht de schaduw. Wat nu voor de mens het beste is van beide, daarvoor moet ieder mens bij zichzelf te rade gaan, maar trouwen eerlijk en alles onder ogen ziend! Een rechtvaardig rechter richt de leugenaar en bedrieger volgens de wet en leeft van zijn ambt; maar waar is degene die mij in het algemeen begrijpelijk kan maken dat de wet zelf een waarheid is? Het is een aanvaard en gesanctioneerd voorschrift, hier zus en op een andere plaats zo! Waar is dan de waarheid, indien de ene leugen de andere straft? -Ook hier denk ik weer: Sapienti pauca'
[9] Dit was voorlopig genoeg voor CYRENIUS. Hij liet de Farizeeër weggaan en zei tegen Mij: 'Nee maar! Hoort U dat? - Dat heb ik nog nooit meegemaakt! Roclus wist ook te spreken vanuit zijn puur verstandelijke zienswijze; maar innerlijk ben ik hem steeds de baas gebleven. Maar deze Farizeeër heeft me nu zo klem gezet, dat ik helemaal geen tegenwerpingen kan maken! Ik heb altijd gedacht dat de Farizeeën veel dommer waren; maar hij heeft me het bewijs geleverd dat ze helemaal niet dom zijn! - Wat moet er nu met hem gebeuren?"
«« 153 / 276 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.