De wijze wetgeving in Mathaël's koninkrijk aan de Pontus

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)

«« 17 / 276 »»
[1] ROCLUS zegt: 'Tevreden of niet tevreden, - wat kunnen wij doen tegen uw macht? Onmachtige wormen moeten immers met alles instemmen; want wee hen als zij zich ook maar enigszins in het stof van hun nietigheid beginnen te roeren, dan worden zij meteen door de vrolijke vogels uit de lucht opgemerkt, gevangen en gegeten! De zwakke moet immers de machtige gehoorzamen als hij wil leven en dus zullen ook wij Marcus, die nu heer, heer is, moeten gehoorzamen als wij niet gegeten willen worden. Maar aangenaam -om heel eerlijk te zijn -is het voor ons beslist niet dat deze oude, ruwe krijgsman over ons zal heersen; want het is de meest onverbiddelijke mens die wij ooit meegemaakt hebben. Rechtschapen is hij, daar kan niemand aan twijfelen en hij heeft, gezien zijn vele ervaringen, ook een oordeel dat altijd gezond en juist is; maar voor de rest is hij de meest onmaatschappelijke mens, en van menslievendheid is bij hem absoluut geen sprake! Wel, wel, dat is een felicitatie waard, dat hij onze autoriteit is geworden! Werkelijk, zowel ons als onze kinderen en kindskinderen zullen goede tijden te wachten staan! Emigreren zou nu beslist het beste zijn, - maar waarheen?"
[2] Dan staat MATHAËL Op en zegt: 'Wel, als jullie emigreren willen, kom dan naar wat nu mijn rijk is, dat achter Klein-Azië aan de wijde Pontus ligt. Het is een groot rijk door twee grote zeeën begrensd, in het westen door de Pontus en in het oosten door het Mare Caspium*. (* De Kaspische Zee ) Daar zullen jullie onder mijn wetten, die echter wel heel streng zijn, veilig en werkelijk zeer rustig kunnen leven. Alleen dit zeg ik jullie, dat er in mijn rijk zelfs geen schijn van onrechtvaardigheid mag voorkomen en iedere leugen uiterst hard en onverbiddelijk bestraft wordt; maar een geheel rechtvaardige, waarheidslievende, onzelfzuchtige burger zal onder mijn ijzeren scepter het beste leven hebben!
[3] Niemand zal bij mij vrij zijn van cijns; want wie in staat is om enig werk te doen, moet werken en iets verdienen! Wie echter iets verdient kan ook cijns aan de koning afdragen, die steeds voor het welzijn van het hele rijk moet zorgen en daarom altijd vele en grote schatten tot zijn beschikking moet hebben om een leger te onderhouden dat sterk genoeg is om een mogelijke brutale vijand het hoofd te kunnen bieden.
[4] Hij, de machtige koning, moet scholen en tuchthuizen onderhouden en de grenzen van het rijk voorzien van sterke onoverwinnelijke vestingen, waar geen vijand zo gemakkelijk overheen kan springen, -maar waarvoor zeer veel geld nodig is.
[5] Daaruit zien jullie hoe streng een koning er op toe moet zien dat ieder mens hem de verplichte cijns betaalt; en jullie kunnen dus nu wel emigreren naar mijn rijk, als jullie het eens zijn met de verplichtingen die ik van iedere onderdaan met onverbiddelijke strengheid zal eisen! Mijn toestemming hebben jullie; mocht jullie het juk van Rome onder het beheer van de oude Marcus te zwaar drukken, dan weten jullie nu reeds waarheen je kunt emigreren!
[6] Maar om jullie in algemene zin bekend te maken met mijn instellingen, vertel ik jullie ook nog, dat er bij mij aan niemand ooit een onbeperkt recht op inkomsten verleend wordt. Iedereen staat het weliswaar vrij een vermogen bijeen te garen, maar dat mag op straffe des doods niet groter worden dan tienduizend pond. Al het meerdere dat iemand verwerft, moet hij zeer gewetensvol in de algemene staatskas storten; doet hij dat niet hetgeen volgens mij heel snel ontdekt en bewezen kan worden, dan wordt het hele vermogen verbeurd verklaard; de overtreder van deze zo buitengewoon heilzame wet voor het algemene welzijn van de staat zal daarbij nog andere zware straffen opgelegd krijgen.
[7] Bovendien wordt het ook niemand toegestaan de toegestane tienduizend pond in al te korte tijd te verwerven; want het is maar al te duidelijk dat zo 'n verrijking in een te korte tijd niet mogelijk is zonder allerlei bedrog en andersoortige gewelddadige afpersingen, behalve dan in geval van een geschenk of een erfenis of een eventuele vondst.
[8] Maar voor schenkingen, erfenissen en alle soorten vondsten bestaat in mijn rijk de volgende zeer wijze bepaling dat daarvan steeds de helft afgedragen moet worden aan de staatskas, waaruit in de eerste plaats de onmondige kinderen opgevoed en verzorgd worden, evenals ook andere arme mensen die niet tot werken in staat zijn. Kortom, in mijn rijk is alles zo geregeld dat daar niemand nood zal lijden, maar ook niemand een onnodige overvloed zal hebben! Alleen een buitengewoon goed, wijs en zeer rechtvaardig mens kan ook over twintigduizend pond beschikken, maar over meer echter niemand in mijn hele rijk behalve ik en mijn allervertrouwdste ambtenaren en veldheren!
[9] Als jullie met deze staatsinrichting van mij tevreden zijn, pak dan je spullen en verhuis naar mijn rijk!"
[10] ROCLUS zegt: 'O, scherpzinnige koning van de Pontus en het Mare Caspium, wij wensen u veel geluk in uw rijk, maar zullen van uw prijzenswaardige aanbieding toch geen gebruik maken! Onder die omstandigheden zijn we maar liever Romeinse slaven dan uw belangrijkste rijksonderdanen. Nee, zo'n staatsinrichting zou ons wel gestolen kunnen worden! De Moren daar hebben beslist een meer menselijke! Is er hier soms nog zo'n koning die ons zo'n prachtig voorstel wil doen?!
[11] Het kan best zijn dat uw regering het erg goed doet, als men zich daaraan eenmaal gewend heeft zoals de os aan zijn juk; maar nu? Dan zien we nog liever tien steden boven onze hoofden afbranden en twintig Marcussen heerser over ons worden! Het ga u goed, wijze koning van het ijsgrauwe Noorden!"
«« 17 / 276 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.