[2] Met deze achtervolgers zal het niet zo goed aflopen als met die onder leiding van Zinka! Deze achtervolgen Mij met een eigen inzet en woede, wat bij Zinka niet het geval was; daarom zal hun onderneming hun zeer duur te staan komen! Want men moet verdwaalde en onder dwang staande mensen anders behandelen dan volslagen duivels! Vandaag zullen jullie Mij een keer als een onverbiddelijke rechter meemaken, bij wie in deze situatie geen liefde zal heersen! Maar nu geheel zwijgen hierover; want onze gastheren brengen zojuist het zeer goed toebereide nachtmaal!'
[3] Als AZIONA met zijn etensmand aankomt, zegt hij: 'Beste goddelijke vrienden! Alles is in orde, alleen hebben we geen tafel, geen banken en geen licht! -en het is toch al tamelijk donker geworden!"
[4] IK zeg: 'Dat geeft allemaal niets! Luister, magiërs als wij raken daardoor nooit in verlegenheid! Wij hoeven alleen maar te zeggen: 'Tafels, banken en licht hier!', en zie, alles wat nodig is voor ons gemak is er al!"
[5] Er stond zodoende in één enkelogenblik een grote, gedekte, lange tafel met goede banken eromheen, en op de tafel stond een grote naftalamp met helder, zonnewit licht, zodat de hele omgeving naar alle kanten hierdoor bijna daghelder verlicht was. Aziona en Hiram lieten van schrik en verwondering bijna de etensmand vallen, vermanden zich echter snel en zetten hem, iets voorzichtig nog, op de wonderbaarlijke tafel.
[6] HIRAM keek nu eens Mij, dan weer Johannes aan met verwonderde, maar ook zeer onderzoekende ogen, alsof hij zich afvroeg: 'Nu zou ik toch wel graag willen weten, wie van beiden de belangrijkste en de eigenlijke meester van het gezelschap is!', en hij zei tenslotte hardop: 'Waarlijk, als dat ook tot het rijk der magie behoort, dan zou alleen daarvoor al in Alexandria tienduizend pond puur goud betaald worden!"
[7] Hier kon ook JUDAS Iskariot zijn mond niet meer houden en zei tamelijk luid voor zich uit: 'O, als ik dat zou kunnen, - geen uur zou ik meer in dit domme beloofde land blijven, waar men altijd en overal alleen maar achtervolgd wordt! "
[8] Deze keer was het Jacobus die hem een wenk gaf en hem aan Mijn eerdere vermaning herinnerde. Toen werd hij stil en zei geen woord meer.
[9] Aziona riep nu al zijn huisgenoten uit de hut en liet hen het nieuwe wonder zien, en ZIJN VROUW riep uit: 'Man, dat zijn geen magiërs, dat moeten goden zijn; want dit is iets ongehoords'
[10] AZIONA zei: 'Je zou wel eens helemaal gelijk kunnen hebben; alleen is het de vraag of de hoge goden van de Olympus wel genoegen nemen met onze vissen!"
[11] Zijn VROUW, die een Griekse uit Athene was en derhalve een nog echt overtuigde heidin, zei: '0 man, zoiets heb ik van de hoge goden meermaals gehoord! Want de goden houden alleen in hun hoge hemelen van de allergrootste pracht; maar op aarde nemen ze altijd slechts bij de eenvoudigste en meest gewone mensen hun intrek en zijn ze tevreden met de eenvoudigste kost. Ja, ja, mijn lieve man, zo is het vast en zeker'
[12] AZIONA zegt: "Wel, wel, het zal wel zo zijn; maar nu is het wel weer goed! Ga maar weer naar de hut en maak alles goed in orde!"
«« 192 / 276 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.