De leerlingen verwonderen zich over de veranderde omgeving. Over het vasten

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)

«« 222 / 276 »»
[1] Omdat Mijn leerlingen de avond tevoren te weinig hadden geslapen, waren ze na het ochtendmaal onder de schaduw van de boom gaan liggen en vast ingeslapen, zodoende wisten ze niets van het gesprek tussen Mij en Epiphanes. Deze ging nu op Mijn verzoek naar hen toe en wekte hen uit hun slaap.
[2] Toen ze wakker werden, keken ze heel verbaasd en vroegen verwonderd aan elkaar waar ze nu waren; want de omgeving zag er na de verandering zo totaal anders uit dan het tevoren onvruchtbare gebied, dat ze niet meer wisten waar ze waren. Voordien was Aziona's hut deels met onregelmatige stenen en deels uit leem en riet hoogst ondeskundig gebouwd, en in plaats daarvan stond er nu een stevig huis, omgeven door vruchtbomen en een mooie tuin; er waren ook goede stallen gebouwd voor de huisdieren en een grote schuur voor het graan, niet ver van het woonhuis vandaan. Bovendien was het voorheen totaal kale gebergte nu dicht bebost en de vroeger even kale zeeoevers waren in weelderige weiden veranderd en zodoende was het begrijpelijk, dat Mijn leerlingen niet zo gauw wisten waar ze waren.
[3] Petrus, Jacobus en Johannes vroegen naar Mij en Epiphanes zei, dat Ik naar het huis was gegaan vanwege de maaltijd. Weer vroegen ze degene die hen gewekt had, waar ze nu waren en deze zei: 'Op de oude plek, die nu echter een heel ander aanzien heeft gekregen door de macht van die Ene!'
[4] Maar de leerlingen hechtten niet bepaald een sterk geloof aan wat Epiphanes zei en dachten veeleer bij zichzelf, dat de Heer hen door de lucht naar een heel vreemd gebied had verplaatst, zoals op de berg van Kisjonah was gebeurd. Pas toen Ikzelf naar hen toe kwam en hun vertelde dat het precies zo was als Epiphanes hun gezegd had, geloofden ze dat pas en begonnen zich te verbazen over de kracht en macht van God in Mij .
[5] En IK zei tegen hen: 'Hoe kan het nu dat jullie zo verbaasd zijn over dit teken? Heb Ik bij Marcus niet iets dergelijks tot stand gebracht?! Het enige waar men hier verbaasd over zou kunnen zijn is eigenlijk alleen maar, dat jullie midden in Mijn gesprekken met deze Grieken hier zo goed hebben kunnen inslapen! Maar het vlees, het bloed heeft inderdaad ook rust nodig, we est nu echter wakker opdat niemand van jullie in verleiding gebracht wordt!
[6] Maar het is nu allang middag geworden, de spijzen staan op tafel, laten we daarom gaan en onze lichamen een matige versterking geven, opdat niemand zegt dat iemand bij Mij gebrek zou hebben geleden. In Jeruzalem zijn wel mensen die allerlei vastendagen hebben en zich daar ook streng aan houden, in de veronderstelling dat ze daardoor het hemelrijk verdienen; maar deze vergissen zich zeer omdat ze na hun lichamelijke dood een rijk verwachten dat waarlijk nergens aanwezig is.
[7] Ik wil daarmee niet zeggen dat jullie moeten zwelgen, brassen en te veel drinken; jullie moeten daarentegen altijd nuchter en matig zijn in alles en elkaar liefhebben, dan zal de wereld daaruit opmaken dat jullie waarachtig Mijn leerlingen zijn! -En nu gaan we aan tafel!"
«« 222 / 276 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.