De vraag naar de verlossing van de onwetenden

Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)

«« 231 / 276 »»
[1] EPIPHANES zegt: 'Grote Heer en Meester! Groot was Uw wonderwerk van voorheen voor ons lichamelijk heil, -maar nog groter is Uw wijsheid in de leer die U ons nu gegeven heeft; want deze bewijst ons onvergelijkelijk veel intensiever Uw Goddelijkheid. Met het wonderwerk toonde U ons welonmiskenbaar dat U met de kracht en macht van God vervuld moet zijn, omdat zo'n werk U anders onmogelijk zou zijn; maar met deze lering heeft U ons laten zien, dat U rechtstreeks Zelf Degene bent wiens gedachten en ideeën die bepaalde, gerichte, vaste tegenpool vormen!
[2] Ik, en zeker ook Aziona en Hiram hebben nu heel goed begrepen wat U, o Heer, ons gezegd hebt op onze zeker heel belangrijke vraag, en wij zien nu in hoe de zaken staan, en dat het eigenlijk onmogelijk anders kan zijn. Maar juist dit punt doet een andere vraag opkomen die voor de gehele mensheld van deze aarde belangrijk is.
[3] Zie, grote Heer en Meester! Wij weten nu wat de mens te doen staat om wat de ziel betreft niet verslonden te worden door Uw tegenpool, wat zeker een hoogst treurig lot is voor ieder die zich daarvan niet heeft kunnen redden. Wij kennen door Uw genade en buitengewoon grote goedheid de juiste weg en zullen deze zeker en veilig bewandelen. Maar wat gebeurt er met alle andere talloos vele mensen die deze grote aarde bewonen? Deze weten niets van hetgeen U ons nu onthuld heeft! Hoe talloos velen zijn er al sinds het begin van de mensen op deze aarde vóór ons overgegaan, en welke talloze aantallen zullen er nog na ons overgaan!
[4] Zij die vóór ons waren, hebben van deze leer zeker niets geweten en leefden naar hun materialistische neigingen. Wat kan hun lot aan gene zijde anders zijn dan treurig gevangengenomen te worden door Uw tegenpool? Wie zal en wie kan hen daaruit verlossen en wanneer? Hoe klein is bijvoorbeeld over het geheel genomen het aantal van de mensen die, omdat ze oorspronkelijk al meer geestelijker waren, zich ook gemakkelijker naar het puur geestelijke gericht hebben en daarom na het treurige afleggen van dit materiële lichaam heel gemakkelijk en zonder moeilijkheden in Uw hoofdpool zijn overgegaan? Als ik hen volgens de boeken waarin de vrome en puur geestelijk grote mensen staan opgetekend, allemaal bij elkaar optel, kom ik misschien amper uit op honderdduizend! Maar wat is dat vergeleken bij het enorme aantal van degenen die allen voor ondenkbaar lange tijden door de tegenpool zijn verslonden? Dan vraag ik toch ieder enigszins weldenkend en redelijk mens, of het voor de ongelukkigen niet beter zou zijn geweest nooit geboren te zijn?
[5] Hetzelfde zal er ook met hen gebeuren die misschien nog een halve eeuwigheid na ons het licht van de wereld zullen zien. Ze zullen ook wel zeer onduidelijk geworden begrippen van uw leer te zien krijgen; maar wie zal hen, zoals U nu Zelf bij ons doet, daarover nader en duidelijk kunnen onderrichten? En als zo'n buitengewone leer niet helder en duidelijk onderwezen wordt, zal ze ook moeilijk door iemand met een levendige inzet als richtsnoer voor zijn handelen genomen worden en de materie zal op die manier, zoals tot nu toe, steeds de grote overwinnaar zijn.
[6] De huidige grootste leer die U ons geeft is weliswaar buitengewoon groot en heilig; maar deze leemte in haar bestaat onmiskenbaar, die zou ik graag aangevuld willen zien doordat U in Uw goedheid een antwoord geeft op deze voor mijn gemoed zeer belangrijke vraag! Als het Uw goede en heilige wil is, geeft U ons dan ook hierover een juiste uitleg~'
«« 231 / 276 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.