[2] Maar voordat we van hier weggaan, moeten jullie hier wachten tot Ik met Petrus, Johannes en Jacobus weer hier bij jullie terugkom van deze hoge berg, aan de voet waarvan we nu staan en die Ik dadelijk met de drie genoemde leerlingen zal beklimmen!"
[3] Degenen die achter moesten blijven vroegen Mij waarom zij niet ook mee de berg op mochten.
[4] En IK zei: 'Omdat Ik dat nu zo wil!"
[5] Toen werden ze stil en niemand durfde Mij meer iets te vragen.
[6] Alleen AZIONA zei bij zichzelf 'De hoogste berg is deze hier, die juist voor ons ligt; maar vanwege zijn steile hellingen is hij ontzettend moeilijk te beklimmen!"
[7] IK zei: 'Geloof Me, dat voor Mij geen enkele berg te steil is en geen enkele ooit te hoog! Over een paar uur komen we hier weer terug, zorg jij dat er een middagmaal klaar staat!" .
[8] Hierop nam Ik de drie bewuste leerlingen met Me mee en we gingen op weg. (Matth. 17, 1) Aan één kant was de berg goed te beklimmen en in enkele uren bereikten we de hoogste top; vanwege zijn hoogte zou de berg echter door gewone bergbeklimmers pas in twaalf a dertien uur beklommen kunnen worden, daarom was ook deze bergbeklimming van ons een soort wonder.
[9] Nu waren we op de hoogste top van waaruit men bijna geheel Galilea, Judea en Palestina kon overzien, ook een gedeelte van de echte, grote zee. Toen de drie leerlingen zo van pure verrukking over het indrukwekkende, heerlijke uitzicht gewoonweg straalden van geluk en Mij met heel hun ziel dankten voor het grootse heerlijke genot, werd ook Ik dermate verheerlijkt, dat Mijn gezicht straalde als de zon en Mijn kleren zo lichtend wit werden als door de zon beschenen versgevallen sneeuw. (Matth. 17,2) De drie leerlingen waren geheel perplex en konden van verbazing nauwelijks een woord uitbrengen.
[10] Pas na een poos vermande PETRUS zich en zei: 'Heer, zijn we nu al in de hemel of slechts in het paradijs? Het is net alsof ik heel zacht fluisterende engelenstemmen om me heen hoor!'
[11] IK zei: 'Noch in de hemel, noch in het paradijs in specie* (* in het bijzonder) , maar heel eenvoudig en natuurlijk op de aarde! Maar doordat we zowel de hemel alsook het paradijs door de kracht van Gods woord in ons hebben, omdat het waars en goeds bevat, zijn we ook daadwerkelijk in de hemel en het paradijs tegelijk. Dat is het ook wat jullie gemoed doet stralen, en omdat jullie in je gemoed voor Mij stralen, straalde ook Ik zelfs naar buiten toe voor jullie ogen, opdat jullie inderdaad gewaar worden dat jullie tegelijkertijd in het paradijs en in de hemel zijn omdat je innerlijk vol is van het ware van het geloof en daardoor van het goede van de liefde; want de echte hemel en het ware paradijs bestaat alleen hieruit, dat jullie in Mij geloven en datgene doen wat Ik jullie leer en Mij tenslotte in jullie daden met heel je hart liefhebben en zo het ware rijk van God in jezelf hebben, zonder dat het ergens anders op enige plaats bestaat. Als het echter eenmaal in jullie bestaat, is het ook plaatselijk overal in de hele oneindigheid, en waar jullie plaatselijk ook mogen zijn, hier op aarde of in de maan of op een van de vele sterren die louter hemellichamen zijn, zijn jullie door je zalige broeders omgeven, ook al kunnen jullie hen met je lichamelijke ogen niet zien vanwege jullie lichaam:'
«« 234 / 276 »»
Graag willen wij u wijzen op het grote belang van aanschaf van de originele boekwerken die hier digitaal kunnen worden ingezien. Hiermee bevordert u de voortgang van de werkzaamheden m.b.t. herdrukken en uitgifte van nieuwe vertalingen, en niet te vergeten het beschikbaar houden van boeken voor een grote groep mensen die niet vertrouwd zijn met digitale communicatiemiddelen. Informatie over het bestellen van deze boeken vindt u op www.lorber.nl.